Het Belgische areaal van cargill

AB InBev. Dexia. DHL. Fortis. Opel Antwerpen. België heeft nauwelijks nog hoofdkantoren. En dus verdwijnen alle belangrijke banen naar het buitenland. Zo klinkt de jammerklacht. Klopt dat refrein? De Amerikaanse voedinggigant Cargill toont hoe het anders kan. Met zeven vestigingen is België het tweede belangrijkste land voor een van de machtigste multinationals van de wereld.

De temperatuur klimt vlotjes boven de 40 graden Celsius. In de cleane ruimtes hangt de doordringende, prikkelende geur van chocolade. Trots beent Michel Goemaere, de algemeen directeur van Cargill Chocolate Belgium, door zijn hypermoderne fabriek. Cacao- massa. Cacaoboter. Melkpoeder. Kristalsuiker. Met tonnen worden ze, computergestuurd, door de roestvrije leidingen gestuurd. “Onze apparatuur meet tot twee duizendste van een millimeter”, gniffelt Michel Goemaere.

De chocoladefabriek maakt orders van minimaal zes ton. De onderneming, in een van die typische industriezones van de grensstad Moeskroen, op een steenworp vanWest-Vlaanderen, is een van de spilbedrijven van het Amerikaanse voedingsconcern Cargill.

Maar de chocoladefabriek is niet het enige voorbeeld van de aanwezigheid in België van het voedingsconcern. Op een moment dat ons land schijnbaar bij bosjes (buitenlandse) hoofdkantoren verliest, blijft Cargill overeind als een rots in de branding. Waarom?

België boven

De belangrijke posities van sommige Belgen bieden zeker een verklaring. Er is Frank Van Lierde. De Belg is lid van het 31-koppige wereldwijde directiecomité. Hij leidt de afdeling voedingsingrediënten. Frank Van Lierde is tevens hoofd Europa. Ook zijn financiële directeur voor Europa, Cis Van Doninck, is een Belg. Nog een Belg zit net onder het wereldwijde directiecomité. Lieve Beyen staat aan het hoofd van het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in Vilvoorde, het tweede belangrijkste ter wereld, na dat in het Amerikaanse hoofdkantoor in Minnesota.

Maar bovenal was er het zwaargewicht Guillaume Bastiaens. De 66-jarige Kempenzoon ging vorig jaar met pensioen. Hij werkte sinds 1967 bij Cargill. In 1986 werd hij lid van het wereldwijde directiecomité. Bijna een kwarteeuw opereerde Bastiaens vanuit het hoofdkantoor in Minnesota. “Guillaume Bas- tiaens is steeds een enorme fan gebleven van België”, getuigt Cis Van Doninck. “Hij heeft België altijd in zijn hart, en met een zekere passie, verdedigd. Zonder twijfel. Al die activiteiten zijn in België uiteraard neergezet om goede businessredenen. Geen emotionele. Maar het is toch belangrijk dat je die steun van het hoofd van het huis hebt, op een moment dat je die cruciale beslissingen neemt.”

Het resultaat van die Belgische invloed is opvallend. Het Europese hoofdkantoor huist in Mechelen. Het Europese O&O-centrum zit in Vilvoorde. Moeskroen is de Europese chocoladespil. Hetzelfde geldt voor de moutfabriek in Herent. De Bourgondische cultuur is een duidelijke troef binnen dat beslissingproces. België geniet wereldfaam voor chocolade. “Bij chocolade denk je aan België en Zwitserland. Dat zijn de twee grote landen”, vindt Cis Van Doninck. “Ook bier is België.”

De nabijheid en toegankelijkheid van Brussel zijn een troef. En dan is er de kennis. Vooreerst de talenkennis. “Vilvoorde blijft bestaan omdat je slimme mensen kan aantrekken”, oordeelt Cis Van Doninck. Er zijn de universiteiten. Antwerpen. Brussel. Gent. Leuven. Zelfs de landbouwuniversiteit in het Nederlandse Wageningen is niet zo ver. “De kwaliteit van het onderwijs is heel aantrekkelijk”, weet Lieve Beyen.

De centrale ligging van België verklaart de jarenlange aanwezigheid. De productiecentra voor graanopslag en -verwerking van Antwerpen en Gent liggen in een haven. Het hinterland van België is gigantisch groot.

Toch branden ook bij Cargill een aantal knipperlichten. België is politiek een ingewikkeld land. En er zijn de hoge loonlasten. “De kosten van de sociale zekerheid en de belastingen zijn niet minimaal in België”, waarschuwt Cis Van Doninck. “Heel wat internationale bedrijven trokken naar Zwitserland voor de lagere belastingen. Daar blijven bedrijven altijd naar kijken.”

Door Wolfgang Riepl/ Foto’s Jelle Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content