Het begint te stinken
Na zeventien lange maanden van deliberatie beslist de Brusselse regering vandaag, donderdag 10 mei, eindelijk over de toewijzing van het waterzuiveringsstation Brussel-Noord. Het betreft een BOOT-project ( build, own, operate, transfer) van minstens 40 miljard frank, inclusief twintig jaar exploitatie.
Ei zo na werd een oplossing voor de schande van de eeuw – de hoofdstad van Europa loost nagenoeg al haar afvalwater rechtstreeks in de Zenne – voor de zoveelste maal uitgesteld.
Vorige week stapte tot ieders verrassing BSUB, een van de kandidaten, naar de burgerlijke rechtbank. Juist op het ogenblik dat minister van Milieu Didier Gosuin ( FDF) zijn keuze wou bekendmaken, legde het consortium van Besix, Bechtel en SEGHERSbetter technology Group een klacht neer wegens gebrek aan informatie en oneerlijke concurrentie. Uit welingelichte bron had deze kandidaat immers vernomen dat Aquiris – de ploeg rond de Franse watergroep Vivendi en de Vlaamse aannemer De Nul – het pleit zou winnen. Als een slechte verliezer zocht BSUB dan maar zijn heil in een juridische procedure om de buit alsnog in de wacht te slepen.
Maar Gosuin reageerde zo furieus met de dreiging de kosten van elke dag vertraging te verhalen op de aanklager dat de gefrustreerde kandidaat in laatste instantie zijn klacht introk.
Voorlopig blijft de theoretische kans dus bestaan dat Brussel-Noord zijn sluizen in 2005 – de uiterste datum van de Europese Commissie – opent. Maar net als de bouw van het waterzuiveringsstation in Brussel-Zuid, dat door allerlei juridische manoeuvres meer dan tien jaar aansleepte, dreigt Brussel-Noord nog vóór het officiële startschot ten prooi te vallen aan een juridisch steekspel.
Elk groot overheidsproject staat voor dit dilemma. Denk maar aan het getouwtrek rond de Liefkenshoektunnel en het Berlaymont-drama. Vooral publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS) lopen gevaar. Nochtans gelooft de paars-groene regering sterk in deze toverformule om de maatschappelijke problemen – zoals mobiliteit en infrastructuurwerken – in ons land op te lossen.
Daarom doet de overheid er goed aan alles nauwgezet voor te bereiden. Anders kun je er donder op zeggen dat de kostprijs de pan uit swingt. Zo leert de ervaring dat vrije wedstrijdaanbestedingen – zoals Brussel-Noord – in de praktijk vaak tot heel wat claims en budgetoverschrijdingen leiden, hoewel ze op papier de meest aantrekkelijke keuze zijn. Klassieke voorbeelden in de sector zijn de waterzuiveringsstations van Hasselt en Brugge. Jammer genoeg beschikt de administratie vaak niet over de nodige kennis of ervaring om een goede PPS-constructie uit te dokteren en onder controle te houden. Vlaams minister-president Patrick Dewael ( VLD), die de ring rond Antwerpen met een PPS van 24 miljard frank wil financieren, is dus gewaarschuwd.
Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier