Het bedrijf Venetië

Alain Mouton

De eerste Europese koloniale grootmacht was niet Portugal of Spanje, maar wel Venetië. Van de elfde tot het begin van de zestiende eeuw beheerste de stadstaat een gebied van aan de Adriatische Zee, over eilanden als Kreta, tot in Klein-Azië. Het had zelfs de controle over de handelspost Tana aan de zee van Azov, voorbij de Krim. Het geheim van het succes van La Serenissima was eenvoudig: de stadstaat en zijn kolonies werden geleid als een moderne onderneming met de zee als werkplaats, de doge als CEO, de 2000 edellieden als raad van bestuur en de bevolking als aandeelhouder. Dat is de centrale stelling in het magistrale City of Fortune. How Venice Won and Lost a Naval Empire. Robert Crowley vertelt hoe Venetië als kleine stad aan de Adriatische Zee de wereldhandel wist te controleren.

De Venetiaanse schepen vervoerden Vlaamse wol, hout uit de Baltische regio, slaven uit de Balkan en Duitse metalen naar het oosten. Ze kwamen terug met katoen, zijde, specerijen en edelmetaal. Venetië ging handelsrelaties aan met alle landen en culturen, ook met de moslimwereld, wat in de rest van Europa maar matig werd geapprecieerd. Het werk van Crowley toont aan dat Venetië een grootmacht werd toen het zich in de elfde eeuw wist te ontvoogden van het ineenstortende Byzantijnse Rijk. De Venetianen slaagden er snel in aan de oostkant van de Middellandse Zee een netwerk van handelsposten op te zetten. Het boek toont aan dat de stadstaat over een zeer efficiënt en gedisciplineerd overheidsapparaat beschikte.

Venetië werd zo het eerste grote koloniale experiment. Geld was een belangrijke drijfveer, ideologie en religie kwamen bij de doge en zijn entourage pas op de tweede plaats. In 1201 gaf doge Enrico Dandolo de toestemming om Venetiaanse schepen te gebruiken als vervoermid- del voor de deelnemers aan de vierde kruistocht – 4500 ridders, 20.000 cavaleristen en infanteristen – om zo Jeruzalem ter heroveren. De doge vroeg daarvoor een vergoeding van 100.000 goudmarken wat toen gelijkstond met de volledige jaarlijkse belastinginkomsten van Frankrijk. Om die schulden terug te betalen, besloten de kruisvaarders eerst Constantinopel te plunderen. Venetië eiste een deel van de buit op en nam de controle over van een aantal havens en handelsposten aan de Egeïsche Zee. De ‘koloniale’ gouverneurs kwamen allemaal uit Venetiaanse adellijke families. Lokale opstanden zoals in Kreta in 1416 werden bloedig onderdrukt.

Ondertussen kreeg Venetië af te rekenen met andere koloniale grootmachten. Aan het einde van de veertiende eeuw werd een conflict uitgevochten met Genua. En na de val van Constantinopel in 1453 begon het tij te keren. Het Osmaanse Rijk werd een geduchte concurrent en Venetië verloor tal van handelsposten. De stadstaat raakte ook meer en meer in financiële problemen. Aan het begin van de zestiende eeuw werd het definitief overvleugeld door nieuwe maritieme grootmachten als Spanje, Portugal en later Nederland en Engeland. Venetië bleef wel onafhankelijk tot aan het einde van de achttiende eeuw. Het kwam onder Oostenrijkse controle te staan tot het in 1866, na de overwinning van Pruisen op Oostenrijk in Königgratz, een onderdeel werd van het jonge Italië.

Robert Crowley, City of Fortune: How Venice Won and Lost a Naval Empire, Faber & Faber, 2011, 390 blz., 30 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content