Hervormingen? “Ge meent dat toch niet?”
Het rommelt binnen Dexia Bank – tot voor kort beter bekend als het Gemeentekrediet. Vijf jaar nadat voor de agentschappen een nieuwe structuur werd uitgetekend, klagen agenten over te weinig keuzevrijheid en een schijnstatuut. Bovendien zijn ex-werknemers nog altijd in een gerechtelijk dispuut met Dexia verwikkeld.
De fusies in de banksector en de diversifiëring van de activiteiten verplichten tal van financiële instellingen om hun structuur aan te passen. Zo werkt Dexia Bank al vijf jaar aan een reorganisatie, waarbij de agentschappen worden samengebracht in een sterstructuur. Die sterren groeperen plaatselijke kantoren. Momenteel zijn er 115, tegen eind 2001 moeten dat er zo’n 175 over heel België zijn. Het gaat om CVBA’s (coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid), waarbij 49% van de aandelen in handen zijn van de agenten van Dexia. De andere 51% zijn eigendom van de moederbank.
De wijzigingen kunnen interessante schaalvoordelen opleveren. Maar de groepering van verschillende agentschappen heeft ook andere voordelen: binnen de ster worden specialisten samengebracht die afzonderlijk niet rendabel en onbetaalbaar zijn. Kortom, het geheel moet meer zijn dan de som van de delen.
“Klinkt mooi, maar het is een aantasting van de zelfstandigheid van de agent,” zegt Paul Van Welden, voorzitter van de Beroepsvereniging van Zelfstandige Bankagenten (BZB). “Ik krijg altijd dezelfde klachten: binnen de CVBA’s voelen de agenten zich zo goed als machteloos. Als minderheidsaandeelhouders hebben ze eigenlijk het statuut van schijnzelfstandigen. De participanten worden bovendien gedwongen om in de CVBA te stappen.” Daar komt nog bij dat de vennoten een onderlinge borgstelling voor de CVBA moesten tekenen: “Dat is een regelrechte poging om de agent te verknechten,” dixit Van Welden.
“De BZB draait de redenering eigenlijk om. Die borgstelling geldt als een bescherming voor de agenten,” zegt Michèle Colpaert, juriste bij Dexia Bank. “Wij willen vermijden dat onschuldige zaakvoerders in geval van fraude moeten opdraaien voor de fouten van de fraudeur. Men vergeet vlug dat de CVBA zonder die borgsom met schulden dreigt te worden overstelpt.” Van Welden is echter niet onder de indruk: “Dexia Bank wil een wagen op zijn kop laten rijden. Door die borgstelling dreigt de agent nu net medeverantwoordelijk te worden gesteld wanneer er bij een van de vennoten een probleem rijst.”
De BZB wordt in haar analyse bijgetreden door Luc Willems, advocaat van verschillende zelfstandige bankagenten en ex-volksvertegenwoordiger voor de CVP: “De structuur werkt demotiverend voor zelfstandigen. Bovendien moeten ze zich door de borgstelling financieel verregaand verbinden. Eigenlijk is het onmogelijk om de CVBA zonder financiële aderlating te verlaten.”
De recente evoluties in de sector maken het noodzakelijk dat de agenten worden beschermd. Denk daarbij aan een scenario waarin een agent een nieuwe klant aanbrengt, waarna de bank de klant begint te bestoken met mailings om andere polissen af te sluiten. Willems: “Dergelijke situaties zijn natuurlijk schering en inslag nu het aantal distributiekanalen van bank- en verzekeringsproducten toeneemt.”
Precies daarom loodste Luc Willems net voor de verkiezingen van 1999 de handelsagentuurwet voor bank- en verzekeringsagenten door het parlement. De wet moest voor een gelijkwaardige relatie tussen de principaal (de bank dus) en de zelfstandige agent zorgen. Willems: “Agenten waren jarenlang de speelbal van de banken. Het was een louter eenzijdige overeenkomst. De meeste zelfstandige agenten kunnen voortaan van de ene dag op de andere hun principaal vaarwel zeggen en met een andere bankier opnieuw beginnen.”
Met de agentuurwet is de bankagent een volwaardige juridische en economische factor geworden. Maar zo hebben ze het niet overal begrepen. Paul Van Welden: “Het gevolg is dat er conflicten zijn gerezen. Zo moest een Brusselse rechtbank begin dit jaar tussenbeide komen. Ze gaf in kortgeding het recht aan een ex-agent van het Gemeentekrediet om verder te werken voor BBL.”
Het Gemeentekrediet had twee ex-vennoten die naar een andere bank waren overgestapt voor de rechter gedaagd omdat ze de regels over het niet-concurrentiebeding hadden overtreden. De gemeentebank verplicht de zaakvoerders van de sterstructuur immers niet alleen tot een niet-concurrentiebeding van zes maanden, wat volgens de wet correct is, maar ook tot een passiviteit in de financiële sector als zij de samenwerking met het Gemeentekrediet opzeggen. Paul Van Welden: “Dat is in flagrante tegenspraak met de handelsagentuurwet en de ex-agenten hebben dan ook gelijk gekregen.” Via de BZB heeft Van Welden intussen verschillende dossiers verzameld die over inbreuken op de wet gaan: “Dexia Bank is geen alleenstaand geval. Ik heb onlangs nog gelijkaardige signalen opgevangen van vzw De Valk, de agentenvereniging van de zelfstandige agenten van het Landbouwkrediet.”
Is Dexia Bank
dan een slechte verliezer? Malcontenten beweren dat de sterstructuur is ingevoerd om aan de nieuwe wetgeving te ontsnappen. Ex-agent Johan Vleeshouwers gewaagt zelfs van cowboymethodes: “Mijn bankrekening werd diverse keren gedebiteerd en dat zonder juridische basis. Het Gemeentekrediet heeft namelijk geen volmacht op mijn rekening. Intussen werden mijn kaskrediet en mijn autofinanciering direct opgeëist en werden de voorwaarden van mijn woonkrediet aangepast. Verschillende ex-agenten van het Gemeentekrediet zitten in dezelfde situatie.”
“Het gaat hier om een alleenstaand geval,” repliceert Michèle Colpaert. “Het gebeurt wel eens dat bedragen per ongeluk gedebiteerd worden. Johan Vleeshouwers zegt er wel niet bij dat die bedragen even snel worden teruggestort.” Of hoe het voorzichtig balanceren is tussen cowboymethodes en indianenverhalen.
alain mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier