Hervormen én verkiezingen winnen: het kan
Alain Mouton
De vakbonden en stakende ambtenaren bezorgen de Franse president Sarkozy grijze haren (zie blz. 33). Zijn hervormingsplannen, onder andere een minder aantrekkelijk pensioenstelsel, botsen op sterke tegenstand. Volhouden, zo is de boodschap van Johnny Munkhammar in ‘The Guide to Reform’.
Munkhammar is medewerker aan de liberale Zweedse denktank Timbro en pleit al jaren voor een verregaande liberalisering van de Europese economieën. Zijn analyse klinkt ons bekend in de oren: om de kosten van de vergrijzing op te vangen en een duurzame economische groei te garanderen, moet onze arbeidsmarkt flexibeler worden gemaakt, vrijhandel gepromoot en belastingen verlaagd.
Munkhammar pleit voor radicale recepten, maar geeft in zijn boek ook toe dat staten zoals Denemarken, waar er een sterk overheidsbeslag is, efficiënt kunnen functioneren. De sterkte van het boek is dat de auteur een aantal clichés over diepgaande sociaal-economische hervormingen van tafel veegt. Zo winnen de meeste regeringen die hervormingen doorvoeren vaak de volgende verkiezingen met brio. Dat geldt inderdaad voor bijna alle voorbeelden die hij in zijn boek aanhaalt. Het gaat over Oesolanden als Ierland, Australië, Slovakije, Estland, IJsland, Denemarken of Nederland. Een nieuwe regering zal bepaalde hervormingen ook niet terugschroeven omdat men eigenlijk goed weet wat de resultaten zullen zijn. Bovendien hebben de voorgangers het vuile werk opgeknapt. Een goed voorbeeld is Slovakije, waar eind jaren ’90 een liberale regering aan de macht kwam en een belastinghervorming doorvoerde. Gevolg was een jaarlijkse groei van meer dan 5 %. Latere regeringen stelden dat beleid niet in vraag.
Munkhammar ontkracht ook de stelling als zouden enkel rechtse regeringen sociaal-economische moderniseringen door- voeren. In Denemarken is het flexicuritymodel het resultaat van een lang proces waaraan zowel sociaaldemocraten als centrumrechtse partijen hebben meegewerkt. Wel moeten beleidsmakers een aantal vuistregels hanteren, willen ze de steun van de bevolking krijgen voor hun hervormingsplannen. Tijdens de verkiezingscampagne moeten duidelijke doelstellingen worden geformuleerd en belangengroepen die ervoor gewonnen zijn, moeten hun stem laten horen.
Munkhammar benadrukt dat hervormingen in een breder kader moeten passen. Losse flodders zoals het Franse CPE, dat het ontslagrecht van jongeren versoepelde, zijn tot mislukken gedoemd.
Het boek heeft wel een grote zwakte. Het vergelijkt zeer uiteenlopende economieën en daar geeft de auteur niet voldoende duiding bij. Ierland is voor hem een model, net als Spanje, maar die landen hebben recent een lange weg afgelegd. Idem voor voormalige communistische landen zoals Estland, dat een vlaktaks invoerde. Ze zijn niet te vergelijken met de meer mature Duitse of Italiaanse economieën.
Wie in het boek naar een analyse van België zoekt, is eraan voor de moeite. Ons land komt er amper in voor. Een minihervorming als het Generatiepact vindt de auteur – terecht – niet eens het vermelden waard.
Alain Mouton
Johnny Munkhammar, The Guide to Reform, Timbro, 2007, 280 blz., 20 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier