Heeft uw bedrijf al een CFO?

Noem vijf vooraanstaande Belgische chief financial officers? Geen idee? Weest gerust, u vormt geen uitzondering. Zelfs CFO’s in dit land ontdekken elkaar slechts schoorvoetend.

M arleen Vercammen is de nieuwe chief financial officer (CFO) van het beursgenoteerde Belgische bedrijf Arinso, gespecialiseerd in de implementatie van human resources-programmatuur (omzet 2,2 miljard frank, bedrijfsmarge 21,8%, liquide middelen ruim 1 miljard frank).

Het hoofdkwartier in Anderlecht staat tussen multinationals, opslagplaatsen en de slingerwegen van de Ring. De jongste halfjaarcijfers van Arinso in september heeft Vercammen niet gepresenteerd. Kort voordien stapte zij binnen. CFO Vercammen arriveert op een sleutelmoment: de beurskoers van Arinso is, in eenklank met een reeks andere Belgische nieuwelingen op de effectenmarkt, meer dan gehalveerd (van 40 euro naar rond 10 euro). Vercammen was tot voor kort partner van KMPG en belast met de controle en de begeleiding van onder meer beursgenoteerde ondernemingen.

Bij Arinso is Jos Sluys chief executive officer (CEO) en Vercammen de nummer twee. De CFO’s in België zitten in de lift. Hoe vult Vercammen haar taak in?

“Ik heb drie hoofopdrachten: één, als goede huisvader waken over de middelen van de ondernemingen en de inzet van die middelen optimaliseren; twee, de administratieve organisatie van het beheer van die middelen op punt brengen en houden; en drie, in alle ondernemingen – maar zeker in een beursgenoteerde onderneming – een tweespan vormen met de CEO voor de communicatie en de relaties met de beleggers. De bedrijfscommunicatie evolueert naar een dubbele aanpak: de CEO brengt het businessverhaal en de CFO legt de brug naar de financiële kant. Ook binnen de onderneming zelf groeit het belang van financiële communicatie.”

Vercammen is

een oud-student van Ufsia (richting accountancy) en de Fiscale Hogeschool. Het leeuwendeel van haar loopbaan bracht ze door bij KPMG, waar ze intern carrière maakte, partner werd, en een portefeuille van Belgische ondernemingen van binnen en van buiten leerde kennen en adviseerde: “Arinso was een klant en er werd gezocht naar een nieuwe CFO. De aard van de onderneming sprak me heel erg aan en ik heb een groot vertrouwen in de mensen die haar opbouwden. Ik vond het een interessante opdracht om mee de strategie uit te bouwen.”

Het departement van Vercammen is klein (Arinso is een jonge onderneming), de werktaal is Engels.

De CFO’s in België volgen de Angelsaksische evolutie. Wel meer partners van Big Five-auditors schakelen over naar CFO-posities in de bedrijven: “De financiële competentie schuift dichter naar de strategische competentie. De financiële planning van de ondernemingen wint aan belang. Er ontstaan nieuwe verwachtingen en een doorzichtigheid die zich spiegelt aan de gewoonten en de wetten in Groot-Brittannië en de VS. Beleggers en investeerders in België verwachten ook dat je dagelijks paraat bent om te informeren. Dat kan je niet meer overlaten aan toevalligheden en improvisatie.” De financiële rapportering blijft vaktechnische kanten behouden, maar deze wordt omhuld door de nieuwe maatschappelijke belangrijkheid van transparantie. Beursgenoteerde ondernemingen in het bijzonder zijn zeer gevoelig voor halve of slechte verslaggeving. Heeft Vercammen een rolmodel? “Het vak in zijn huidige vorm is zo jong in dit land dat ik geen namen in mijn hoofd heb. Maar ik heb er in mijn vorige baan veel aan het werk gezien, nijver, bekwaam en achter de schermen. Dat verandert schoorvoetend. CFO’s zullen zichtbaarder worden en essentiëler zijn omdat we de Angelsaksische kwartaalrapportering ook in Europa zien opduiken, zelfs zonder dat dit nu wettelijk al moet. Ook de accountingregels tussen Europa en de VS worden op elkaar afgestemd via de International Accounting Standards.”

CFO’s leiden

alsnog een schaduwbestaan, vrouwen als CFO zijn volledige uitzonderingen. Vercammen: “Bij de partners van de afdeling Bedrijfsrevisoraat van KPMG waren er twee vrouwen op 25, bij de afdeling tax twee op 19. Bij de instroom aan de universiteiten is de verhouding vandaag 50% mannen en 50% vrouwen, dus die situatie zal wel verbeteren, hoewel té veel vrouwen na drie à vier jaar bedrijfsleven afhaken.”

F.Cr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content