Heeft Rusland een Pinochet nodig?
Tien jaar geleden verijdelde Boris Yeltsin een militaire staatsgreep tegen Mikhail Gorbatsjov. Rusland werd een democratie. Na de kleptocratie en de chaos onder Yeltsin grijpt het land naar een oud recept: een verlichte dictatuur. Is Vladimir Poetin de Pinochet die Rusland nodig heeft? Investeerders menen van wel.
Maar grijp niet onmiddellijk naar de telefoon. Luister eerst even naar Jeffrey Tayler, historicus, zakenman, journalist, en vooral een man die de voorbije twintig jaar nagenoeg ononderbroken in Rusland heeft doorgebracht (hij huwde een Russische). Enkele maanden terug publiceerde hij onder de titel Russia is finished een felbesproken essay in The Atlantic Monthly. “Rusland,” zo herhaalt Tayler bij het ontbijt in New York, “zal weldra niets méér voorstellen dan een groot ontwikkelingsland. Als grootmacht verdwijnt het land onherroepelijk van de kaart. Interne contradicties in de duizendjarige geschiedenis van het land maken dat het demografisch zal krimpen, economisch zal verzwakken en territoriaal uit elkaar zal vallen. Het Poetin-tijdperk zorgt hooguit voor een adempauze in die vervalbeweging.” Goed dat we u hebben gewaarschuwd.
De wildste grens van het kapitalisme
Tien jaar geleden, meer bepaald op 19 augustus 1991, verijdelde Boris Yeltsin een militaire staatsgreep tegen het regime van Mikhail Gorbatsjov. Het land werd een ‘democratie’ en het centralistische sovjetmodel zakte als een pudding in elkaar. Wat volgde was totale chaos. De Canadees-Poolse journalist Mathew Brzezinski noemt de jaren negentig in zijn boek Casino Moscow “het verhaal van geldzucht en avontuur op de wildste grens van het kapitalisme”. Maffia-experte Virginie Coulloudon van het Davis Center for Russian Studies aan Harvard University wijst erop dat bij de start van de hervormingen enkel de communistische partij, de KGB en de georganiseerde misdaad over geld beschikten.
Onder Yeltsin kwam een massale privatisering op gang. In principe werden de aandelen van staatsbedrijven verdeeld onder de bevolking. “Maar voor de meeste Russen was het deelbewijs slechts een stuk papier, dat ze met plezier ruilden voor een paar dollars of een fles vodka,” aldus Brzezinski. Hoewel de vroege jaren negentig zich kenmerkten door hyperinflatie en voedselpaniek, was er ook hoop. Sommige analisten voorspelden toen dat het Russische inkomen per capita in 2010 dat van de Spanjaarden zou overstijgen. De buitenlandse investeringen bleven echter uit. Op tien jaar daalde het Russische bruto nationaal product (BNP) officieel met 45%. Dat cijfer moeten we nuanceren, want hoe reëel was het BNP-cijfer van 1989 of 1990? In 1994 was de federale schatkist totaal leeg.
Yeltsin stond op het punt bij de nieuwe presidentsverkiezingen te verliezen van een linkse of een rechtse extremist. Dat was het signaal voor een verdere uitverkoop onder de privatiseringsminister Anatoly Chubais (zie kader: De Harvard-maffia). Een consortium van de grootste Russische banken onder voorzitterschap van de oligarch Vladimir Potanin ( Onexim Bank) leende de Schatkist in 1995 het geld om haar verplichtingen na te komen, en kreeg de aandelen van de grootste Russische ondernemingen als onderpand. Yeltsin werd herverkozen na een massale propagandaslag door ‘bevriende ondernemers’, de staat kon het geld niet terugbetalen en de gruppa semi _ de groep van zeven bankiers die de lening had toegestaan _ legden tegen soldenvoorwaarden beslag op de helft van de geprivatiseerde Russische economie.
Ene maffia is de andere niet
Het bankirschchina (rijk van de bankiers) werd vereenzelvigd met de Russische invulling van het begrip maffia, “het synoniem van politieke macht, minder van de georganiseerde criminaliteit zoals in het Westen”, aldus Coulloudon. Volgens de criminologe Svetlana Glinkina namen deze clans het staatsbeheer over van de politici. Bankiers en zakenlui vochten over de controle van olie, gas, aluminium, diamant en goud. Russen noemen hen de “maffia van de bovenverdieping”. Straatcriminelen leveren slechts de huurmoordenaars die de akkoorden afdwingen. Tijdens de Grote Gangsteroorlog (1992-1995) verloren 300 bankiers hun leven door autobommen en huurmoorden. Een mix van gewezen KGB-officieren en leden van de Organizatsija (vaak dezelfde personen) leverden aan zakenlui een beschermend dak, bekend als krysha, waaronder ze veilig konden opereren. “Zij leverden toen diensten, die de staat _ bij gebrek aan het bestaan van de staat zelf _ niet kon leveren. Voor alle duidelijkheid: die tijd is voorbij,” zegt Henk Van Gelderen van Interbrew.
Het buitenlandse geld dat in 1997-1998 werd opgepot in aandelen en obligaties van Russische bedrijven, verdween als sneeuw voor de zon tijdens de financiële crisis en de devaluatie met 50% op 17 augustus 1998. De banken stonden op de rand van het failliet en de regering staakte haar schuldaflossingen. “Het land is nog steeds _ en onterecht _ de paria voor westerse financiers,” zegt André De Rijck, de Vlaamse Economische Vertegenwoordiger die sinds 1990 in Moskou werkt. “Ook Vlaamse bedrijven die schuchtere stappen hadden gezet in Rusland, verlieten ontmoedigd de nieuwe markt.”
Toch waren er blijvers. Interbrew, bijvoorbeeld, tekende een week voor de devaluatie een contract voor de overname van de tweede grootste Russische brouwerij. Henk Van Gelderen: “Omdat buitenlandse goederen onbetaalbaar werden voor de gemiddelde Rus, greep hij naar oude vertrouwde producten.” De roebeleconomie herleefde bij gebrek aan buitenlandse concurrentie. Met lokale huismerken palmde Interbrew 15% van de Russische biermarkt in. Sinds kort is het eveneens lokaal gebrouwen Stella Artois trouwens als luxebier zichtbaar aanwezig in de cafés rond het Rode Plein. “We zijn ervan overtuigd dat er weer een voldoende grote markt is voor luxe,” zegt Van Gelderen. “Wij hebben vertrouwen in Rusland. Het is de snelst groeiende markt ter wereld en de belangrijkste buitenlandse poot van Interbrew.”
Maar Interbrew is een uitzondering. Buitenlandse bedrijven zijn weggebleven uit Rusland en lieten de economie over aan de oligarchen, die hun winsten massaal naar het Westen verscheepten. Officiële schattingen leggen de kapitaalvlucht vast op 200 miljard dollar. Jeffrey Tayler lacht dat cijfer weg: “Sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie is minstens 600 miljard dollar de grens overgestoken.”
Hoe dan ook, Leonid Abalkin, hoofd van de Economische Faculteit van de Russische Wetenschappelijke Academie en gewezen topadviseur van Gorbatsjov, ziet met lede ogen aan hoe dat geld opgepot blijft. Want sinds Rusland een witwaswet heeft, mag dat geld niet eens worden gerecupereerd. “Heel wat Russische ondernemers die op een voor westerlingen minder conventionele manier geld hebben verdiend, willen hun winsten repatriëren om respectabele bedrijven op te zetten. Een jurist zal zeggen dat dit onwettelijk is. Maar ik ben een econoom. En die econoom zegt dat geld geen reuk heeft. We kunnen elke roebel gebruiken om onze economie op te krikken,” zegt Abalkin.
Vier premiers in drie jaar
Leonid Abalkin pleit voor een voorzichtig expansief monetair beleid en geleidelijke liberalisering van de kapitaalmarkten: “Onder president Poetin gaat het die kant op. Als deze regering zo kan verder werken, wordt Rusland een modern land. Een en ander staat overigens los van de dagjespolitiek. De voorbije drie jaar heeft Rusland vier premiers gehad. Het economische scenario bleef echter hetzelfde. De groei is het resultaat van de politiek van één centrale bank.”
Tussen eind 1998 en medio 2001 stegen de reserves van de bank van 10 miljard dollar naar 35 miljard dollar. Rusland heeft nog zo’n 48 miljard dollar buitenlandse schulden, die vanaf 2003 moeten worden afgelost. Russische exporteurs moeten 75% van hun dollarinkomsten omzetten in roebel (dit zou overigens worden verminderd tot 50%). Door deze opgelegde vraag naar roebels is er een naar Russische normen stabiele munt. De inflatie bleef in 2000 beperkt tot 20%.
Voor het eerst sinds de val van het communisme heeft het land een sluitende begroting, een handelsoverschot en een groeiende economie. De onlangs geformuleerde doelstellingen van de federale regering ogen ambitieus. President Poetin droomt ervan dat zijn land snel het economische niveau van Portugal bereikt. Een ruwe berekening leert dat Rusland dan tot 2016 elk jaar een groei van 8% moet realiseren. Vorig jaar was er een groei van 8,3%. Wellicht een eenmalig cijfer, want de devaluatie in 1998 (dus een hoge export) en de stijgende olieprijzen geven een vertekend beeld. Poetins topadviseur Andrei Illarionov spreekt in dit verband van de ‘Nederlandse ziekte’, verwijzend naar de gasbel bij onze noorderburen. Makkelijk geld van de natuurlijke rijkdommen houdt de roebel (ook nu nog) kunstmatig hoog. Dat houdt de rest van de economie in een wurggreep, vreest Illarionov.
Buitenlandse investeerders kwamen in 2000 amper naar Rusland. Wat houdt het kapitaalverkeer tegen? “De belangrijkste domper op de investeringen is de Russische bureaucratie en het gebrek aan rechtszekerheid en managementervaring,” stelt professor Alexander Nekipelov, directeur van het Instituut voor Internationale Economie en Politieke Studies. “We zitten rotsvast. Een zwakke staat leidt tot rechtsonzekerheid en schrikt buitenlandse investeerders af. Door de economische laagconjunctuur en de zwakke administratie ontbreekt het de regering aan fiscale inkomsten. Wat ertoe leidt dat de onderbetaalde staatsinstellingen niet functioneren. Een vicieuze cirkel.”
Ook in commerciële relaties bestaat er amper rechtszekerheid. “Het risico dat je bedrogen wordt, blijft reëel,” aldus onze Economische Vertegenwoordiger De Rijck. “Daarom is het noodzakelijk dat je de juiste, betrouwbare partner vindt.” Ook volgens Van Gelderen kunnen KMO’s beter het zekere voor het onzekere nemen en lokale mensen inschakelen. Hoe vind je die? “Eenvoudig,” zegt Van Gelderen. “Net als in elk andere normaal land: via internationale banken, gereputeerde advocatenkantoren of de ‘Big Five’.”
Een recent artikel in het Britse weekblad The Economist signaleert wel degelijk een kentering in het zakenleven. “De meeste Russische bedrijven zijn nog nooit zo goed _ of liever: nog nooit zo weinig slecht _ geleid dan nu,” schrijft het blad. “Omdat ze zelf voldoende rijkdom hebben vergaard, voeren de managers eindelijk een langetermijnstrategie. De revolvers blijven weg uit de directievergaderingen. Zakenlui maken zich zorgen over de zwakheden in tot voor kort ongekende disciplines als financiën en marketing. De meeste grote bedrijven publiceren hun jaarrekening naar westers model.”
Nieuwe generatie oligarchen?
Het is niet helemaal duidelijk welke houding de nieuwe politieke klasse zal aannemen tegenover de oligarchen. De helft van de Yeltsin-clan verdween al van het toneel. Boris Berezovsky en Vladimir Gusinky leven in ballingschap. Tegen vastgoedmagnaat Pavel Borodin loopt een Zwitsers onderzoek naar omkooppraktijken en witwascircuits, maar hij werd vreemd genoeg ‘vrijgekocht’ door de Russische regering. Poetin degradeerde Gazprom-topman Rem Vyakhirev. Yevgeny Adomov, die de nucleaire industrie als zijn privé-bezit beheerde, en olietopman Viktor Kaluzhny verdwenen naar de achtergrond.
Van Gelderen ziet de situatie positief in: “De toplui van de gewezen staatsbedrijven zijn vandaag normale zakenlieden, die hun boekhouding voeren volgens de GAAP-normen. Een bedrijf als Shell doet zaken met Gazprom. Zo’n Britse multinational eist van zijn partners dat alles proper verloopt. De tijd van de grijpgrage oligarchen behoort tot het verleden.”
Professor Ruslan Grinberg, directeur van het Instituut voor Sociale Economie en een specialist in Russische holdings, is minder optimistisch: “Niemand weet of de ploeg rond Poetin gewoon zijn mannetjes aan de top wil plaatsen, of dat het de bedoeling is dat die politiek-economische machtscenakels zich gaan gedragen als normale ondernemingen”. Ook Marshall Goldman, adjunct-directeur van het Davis Center for Russian Studies, blijft op zijn hoede: “Russische zakenlui gaan tot het uiterste om hun eigenbelang te dienen. Ze nemen daarbij geregeld hun toevlucht tot praktijken waar zelfs de hardste westerse zakenman voor zou terugdeinzen”.
Omdat belastingontduiking een nationale plaag is, noemt Marshall Goldman de vervanging van een sterk progressieve belastingschaal door een flat tax van 13% een van de betere ingrepen van de jongste maanden. Professor Grinberg is het daar niet mee eens: “Die lagere belasting heeft geleid tot 56% fiscale meeropbengsten, maar toch vind ik het principe fundamenteel onrechtvaardig. De topondernemingen zijn allemaal gewezen staatsbedrijven met een monopoliepositie in hun sector. Het lijkt me normaal dat die ter compensatie een monopoliebelasting betalen.” Grinberg verwijst naar Gazprom, het grootste bedrijf ter wereld (ongeveer 1000 miljard dollar waard), dat echter weigert omzet- en winstcijfers te publiceren.
Nekipelov en Grinberg zijn het dan ook grondig oneens met Illiaronov en andere adviseurs van Poetin, die het aandeel van de overheid op het BNP (37%) met de helft willen verminderen. Beiden bepleiten een moderne staat, die wettelijke structuren creëert en behoedt. Grinberg: “Zonder die structuren laat je de vrije hand aan illegale methodes om bijvoorbeeld conflicten op te lossen en voordelen te verkrijgen. Een actief industrieel beleid mag evenmin een taboe zijn. Slechts zo kunnen we een einde maken aan het casinokapitalisme.”
“Smeergeld is geen corruptie”
De rechtsonzekerheid hangt samen met een ander euvel waaraan de Russische administratie lijdt: corruptie. André De Rijck: “Corruptie vind je op alle echelons: bij de straatpolitieagent die systematisch dure auto’s laat stoppen om een fooi te innen tot de toppoliticus die een investering blokkeert terwijl hij zijn handje ophoudt”. Als reactie op een recent onderzoek, waaruit bleek dat 70% van de Russische ambtenaren corrupt was, antwoordt Vladimir Rushailo, hoofd van de Veiligheidsraad op het Kremlin, “dat het ontvangen van smeergeld niet mag worden gelijkgesteld met corruptie”.
Criminologe Glinkina stelt vast dat “zakenlui nog steeds beweren dat het onmogelijk is om illegale activiteiten van wettelijke operaties te scheiden, en dat elke onderneming een zekere graad van onwettelijkheid vereist”. Van Gelderen wijst erop dat Interbrew de westerse principes ook rigoureus toepast op het vlak van ethiek en lobbying. Er gaat geen enkele zwarte kopeken van Interbrew naar politici of ambtenaren. Is dat haalbaar? Van Gelderen: “Interbrew is op dat vlak heiliger dan de paus. Het woord corruptie is in ons handboek een absoluut taboe.” En als de Interbrew-kaderleden een suggestie in die richting krijgen, spelen ze het hard. Het bedrijf laat dan verstaan dat de investering (dus de stabiele werkgelegenheid en de fiscale opbrengsten voor die regio) zal wegvallen. Dat helpt.
André De Rijck wijst erop dat het voor bepaalde onderdelen van de bedrijfsvoering nuttig kan zijn een beroep te doen op gespecialiseerde onderaannemers. “De expeditie van goederen verloopt heel wat vlotter via Russische partners,” zegt hij sarcastisch. Vroeger deden buitenlandse ondernemingen ook een beroep op lokale ‘veiligheidsspecialisten’ die (andere?) maffieuze types uit het bedrijf hielden.
Van Gelderen lacht de vrees weg als zou geen enkel westers bedrijf in Rusland kunnen opereren zonder de kas van een of andere lokale maffia te spijzen. “De krysha, het beschermende dak, behoort nu tot het land van de fabels,” beweert hij. “Onze beveiliging gebeurt niet door een of ander duister bedrijfje, maar gewoon door Group 4 Secu.” Ook De Rijck drukt erop dat dit soort praktijken veel minder bestaat. Hoofdschuddend merkt hij trouwens op dat Vlaamse investeerders in het verleden vaak zelf moeilijkheden zochten: “Bedrijfsleiders zakten af naar Moskou met de vraag waar ze protectiegeld moesten betalen om gevrijwaard te blijven van chantage,” zegt hij. “Geen wonder dat bepaalde groeperingen gretig op deze open invitatie ingingen.”
Jeffrey Tayler spreekt de Vlamingen categorisch tegen: “Geen enkele onderneming die openlijk werkt en handel drijft in Rusland kan zonder krysha. De meeste veiligheidsfirma’s zijn trouwens in handen van de maffia. Het gaat wel wat subtieler dan vroeger. Nu zorgen de bendes er gewoon voor dat ze bijvoorbeeld een of meerdere mensen op de boekhoudafdeling van bedrijven hebben.”
Een sympathieke dictator?
Niemand beweert dat de georganiseerde misdaad verdwenen is uit Rusland. Toch hebben de meeste waarnemers de indruk dat onder Poetin “de boel wordt opgeruimd”, zoals De Rijck het stelt. De gewezen KGB-chef startte onder het motto dat hij de dictatuur van de wet vertegenwoordigt. In de Russische nieuwspraak heet dit de ‘consolidatie’, maar Yelena Bonner (weduwe van sovjetdissident Andrei Sacharov) vertaalt dit als “modern Stalinisme”. Professor Grinberg repliceert: “Poetin levert goed werk en wordt gesteund door de bevolking. Maar ik vrees dat de klok wordt teruggedraaid op democratisch vlak. De tweede schoktherapie die wordt voorgesteld, houdt weinig rekening met de mensen en de grondwettelijke vrijheden. Heeft Rusland nood aan een soort van Pinochet, een populaire president die in een snel tempo extreem-liberale hervormingen doorvoert? Ik zet me af tegen zo’n marktgeoriënteerde dictatuur. De noodzakelijke hervorming is een saaie, langdurige operatie, die moet worden begeleid door voorzichtige politici met de steun van een geduldige bevolking.”
Ook Marshall Goldman besluit met een noot van twijfel: “Vladimir Poetin is door en door een KGB-product. De man zal nooit een echte democraat worden. Hij zal altijd excuses vinden in de stijl van: ‘Ik wil democratie, maar daarvoor moeten we eerst rijker worden’. Wij Amerikanen vertonen de neiging om te kritisch en te achterdochtig te staan tegenover de Russen, jullie Europeanen zijn echter te naïef. Al is Poetin wellicht het minst slechte wat Rusland na Yeltsin en zijn kleptocratie kon overkomen.”
Hans BrockmansJohan Van Overtveldt
Johan Van Overtveldt
“Rusland zal weldra niets méér voorstellen dan een groot ontwikkelingsland.” [Jeffrey Tayler]
Voor het eerst sinds de val van het communisme heeft het land een sluitende begroting, een handelsoverschot en een groeiende economie.
“Poetin zal nooit een echte democraat worden.” [Marshall Goodman, Davis Center for Russian Studies]
“Het risico dat je bedrogen wordt, blijft reëel.” [André De Rijck]
“Geld heeft geen reuk. We kunnen elke roebel gebruiken om onze economie op te krikken.” [Leonid Abalkin]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier