Hans Maertens: ‘De lagere werkgeversbijdragen moeten sneller worden toegekend’

© Jelle Vermeersch
Alain Mouton

Na de taxshift zijn in deze legislatuur nog andere grote hervormingen nodig, zegt Voka-topman Hans Maertens. Dat de hogere btw op elektriciteit in de index wordt doorgerekend, vindt hij jammer, maar die maatregel kan worden gecompenseerd.

“Het akkoord over de taxshift is de belangrijkste hervorming sinds het Globaal Plan van wijlen Jean-Luc Dehaene begin jaren negentig”, zei CD&V-voorzitter Wouter Beke begin deze week. Voka-topman Hans Maertens daarentegen bestempelde de taxshift vorige maand als “een voetnoot in onze geschiedenis”. Maertens blijft bij zijn standpunt: “Ik bedoelde daarmee dat er nog veel grotere hervormingen nodig zijn. De taxshift van deze federale regering heeft wel degelijk een grote verdienste. Dat de werkgeversbijdrage wordt verlaagd van 33 naar 25 procent, is historisch.”

“Maar deze maatregelen zetten onze economie niet definitief op het juiste spoor. Ik geef een paar voorbeelden. De taxshift hervormt de personen- en de vennootschapsbelasting niet. Ja, het tarief van 30 procent in de personenbelasting valt weg, maar alle aftrekken en het ingewikkelde kluwen dat eigen is aan ons stelsel, blijven bestaan. De pensioenen worden hervormd en er wordt bespaard in de gezondheidszorg, maar er is meer nodig om de vergrijzingskosten op te vangen.”

De loonkostenhandicap die België sinds 1996 met de buurlanden heeft opgebouwd, wordt wellicht weggewerkt, maar de historische handicap van daarvoor blijft bestaan. Is dat een probleem?

HANS MAERTENS. “Gemeten vanaf 1996 is de loonkostenhandicap aan het verdwijnen. We zakken van een historische loonkostenhandicap van 11,6 naar 9,6 procent. Maar door de indexering van de btw-verhoging op elektriciteit stijgt die historische Belgische loonkostenhandicap opnieuw naar 10 procent. België kampt duidelijk met een concurrentienadeel.

De taxshift heeft een grote verdienste, maar zet onze economie niet definitief op het juiste spoor.

“De loonkosten blijven een groot probleem voor de ondernemers. Onze bedrijven concurreren niet alleen met Frankrijk, Nederland en Duitsland, maar ook met Oost- en Zuid-Europa en de groeilanden. Dat concurrentienadeel kun je nooit volledig wegwerken. De wet op het concurrentievermogen moet trouwens worden herzien. Daarover zal nog grondig gediscussieerd moeten worden.”

Vindt u het jammer dan de hogere btw op elektriciteit wordt doorgerekend in de index?

MAERTENS. “De lonen zullen daardoor twee tot drie maanden vroeger stijgen. Dat toont aan dat we de discussie over de automatische indexering opnieuw moeten voeren. Sinds de jaren tachtig is het stelsel regelmatig gewijzigd, bijvoorbeeld door de invoering van de gezondheidsindex. Er wordt nu een debat gevoerd over de keuze tussen een koopkrachtstijging en de versterking van het concurrentievermogen van de bedrijven. Ik zou het debat willen opentrekken: is het systeem van automatische indexering nog van deze tijd?

“Vanuit Voka zijn we niet gelukkig met de indexering van de hogere btw op elektriciteit, maar het maakt deel uit van de politieke deal. Een deel van de taxshift wordt daardoor tenietgedaan. Maar die maatregel kan voor de bedrijven worden gecompenseerd door de geplande verlaging van de werkgeversbijdragen, die gespreid tot 2020 wordt ingevoerd, sneller toe te kennen.”

Hans Maertens: 'De lagere werkgeversbijdragen moeten sneller worden toegekend'
© Jelle Vermeersch

Denkt u dat er deze legislatuur nog een taxshift mogelijk is?

MAERTENS. “Er moeten deze legislatuur nog een aantal discussies worden opgestart. Ik mis langetermijndenken. Iedereen spreekt van een hervorming van de personenbelasting, maar de belastingbrief wordt steeds ingewikkelder. Idem voor de vennootschapsbelasting. Oké, deze regering neemt maatregelen om de pensioenen betaalbaar te houden, maar er moeten nog verdere stappen worden gezet.

“Ook over de rol van de overheid wordt te weinig gediscussieerd. Bij het uittekenen van het beleid wordt het beste eens nagedacht hoe de regeringen kunnen inspelen op de belangrijke economische tendensen van de komende jaren.”

Welke zijn die tendensen?

MAERTENS. “Ik zie er drie. De verdere internationalisering en globalisering van de economie; de digitalisering, die verder gaat dan een vierde industriële revolutie; en nieuwe vormen van ondernemerschap, zoals het serial entrepreneurship. De overheid en sociale partners moeten nadenken hoe ze daarmee omgaan.”

Er wordt soms geklaagd over het gebrek aan een ondernemingsvriendelijk klimaat, maar er zijn toch veel Vlaamse bedrijven die op die tendensen inspelen. Ik denk aan de biotech en de 3D-sector.

MAERTENS. “Gelukkig maar. Als ik zeg dat er hervormingen nodig zijn, doe ik dat niet uit defaitisme. We moeten meer vertrouwen hebben in ons kunnen. Ik verwijs naar het Voka-onderzoek van een paar jaar geleden dat de stille kampioenen in kaart bracht. Ik zat vorige week samen met zeven bedrijven uit de textielsector. Elk van die bedrijven was in een niche marktleider. Onze onderzoeksinstellingen hebben wereldfaam.”

Zijn de nog altijd hoge Belgische loonkosten de enige bekommernis van de bedrijven?

MAERTENS. “Ondernemingen vragen een goed functionerende arbeidsmarkt. Daaraan gekoppeld zijn ze bezorgd over het tekort aan voldoende geschoold personeel. Bedrijven vinden ook niet altijd de weg naar instellingen als het IWT, het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie.”

Het IWT en het Agentschap Ondernemen smelten samen. Is dat belangrijk voor Voka?

MAERTENS. “Het is belangrijk dat bedrijven één aanspreekpunt hebben. Maar nog belangrijker is dat er een veel coherenter beleid in de maak is. Ook voor de groeibedrijven verwachten we meer en efficiëntere middelen voor opleiding en innovatie.”

Hoe kijkt u aan tegen het sociaal klimaat? Begin oktober volgt een nieuwe vakbondsbetoging.

MAERTENS. “Het sociaal overleg komt uit een turbulente periode. De kans is reëel dat het net als vorig jaar een hete herfst wordt, al verwacht ik toch dat het vakbondsprotest zal afnemen. Ik begrijp hun ongenoegen niet goed. Die taxshift is er om banen te creëren.

De wet op het concurrentievermogen moet worden herzien.

Hoe kunnen de vakbonden daartegen zijn? Ze moeten toch op lange termijn denken? Het sociaaleconomische beleid is zoals tuinieren: je moet snoeien, af en toe sproeien, dan kan de tuin bloeien en kun je oogsten. Zo eenvoudig is het. Maar blijkbaar is dat snoeien voor sommigen een probleem. Maar het is wel de bedoeling om een betere tuin te hebben. Anders noem ik het knoeien.”

Hoe is de relatie met de Groep van 10?

MAERTENS. “Voka zetelt niet in de Groep van 10. Dat is historisch gegroeid. Maar Voka heeft informele en structurele contacten met Unizo en VBO. Voka is lid van de raad van bestuur en het directiecomité van het VBO. Nu, het sociaal overleg van de komende decennia zal verschillen van het huidige.”

Hoe bedoelt u? Neemt het gewicht van Voka toe in het sociaal overleg, nu er met de zesde staatshervorming een aantal arbeidsmarktbevoegdheden zoals het doelgroepenbeleid worden overgeheveld naar de deelstaten?

MAERTENS. “Ik ben hier een neofiet in, al heb ik dat vroeger als journalist gevolgd. Ik merk dat het Vlaamse sociaal overleg vooral beleidsadviserend is. De Vlaamse regering vraagt adviezen aan de SERV en die komen er ook. Als men spreekt van een Vlaams sociaal akkoord, dan is dat geen cao of een pact met rechten en plichten zoals bij de Groep van 10, maar beleidsadviserend. Ik denk dat dit met de zesde staatshervorming verandert en dat we echte volwassen sociale akkoorden zullen kunnen afsluiten. Maar dan zullen alle sociale partners voor een deel moeten kunnen loskomen van hun federale afhankelijkheid.”

Wordt de concrete invulling van het doelgroepenbeleid de eerste testcase voor het nieuwe Vlaams sociaal overleg?

MAERTENS. “Dit voorjaar besloot de Vlaamse regering om de 28 doelgroepen terug te brengen tot drie: jongeren, 55-plussers en mensen met een handicap. Het ontwerp van decreet ligt klaar, maar de korting van de lastenverlaging ligt nog niet vast. Evenmin weten we al op welke lonen die maatregelen van toepassing zullen zijn.”

Hoe evalueert u het eerste jaar van de regering-Bourgois?

MAERTENS. “Het invoeren van het duaal leren is een goede zaak. Dat vangt een van onze bekommernissen op: meer en goed geschoolde jongeren afleveren voor de arbeidsmarkt. Er is nu ook een doorbraak in de omgevingsvergunning, waarbij bedrijven de bouw en de milieuvergunning kunnen combineren. Mobiliteit blijft een groot probleem: Oosterweel, de Brusselse Ring, een aantal missing links. Ik houd mijn hart vast voor het najaar en de mobiliteitsproblemen die op ons afkomen.”

Is de Vlaamse regering een investeringsregering of vooral een besparingsregering?

MAERTENS. “In Trends heeft Geert Bourgeois gezegd dat de begroting dit jaar of volgend jaar in orde krijgt, en dat de regering extra geld zal gebruiken voor investeringen. Dat is de goede aanpak. Eerst snoeien, dan groeien. Het SERV-advies dat vrijdag (morgen 3 september, nvdr) wordt goedgekeurd, gaat die richting uit. Extra budgettaire ruimte gebruiken voor investeringen is geen probleem.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content