Grote uitdagingen wereldwijd
Als voorzitter van de Europese Onderzoeks- en Innovatie Adviesraad heb ik vorige week in China gedebatteerd met Chinese collega’s over de mogelijkheden om het onderzoek over de grote maatschappelijke uitdagingen meer internationaal te organiseren. Volgens de Europese Commissie wordt de hele wereld met deze grand challenges geconfronteerd. Bijvoorbeeld een gezonde vergrijzing; voedselzekerheid en duurzame landbouw; veilige, schone energie en groene mobiliteit; klimaatverandering enzovoort.
Om bij ons vooruitgang te boeken met deze globale uitdagingen, is ook elders vooruitgang nodig. En wie elders in de wereld zegt, denkt in de eerste plaats aan China. Bovendien wordt ook het wetenschappelijke onderzoek steeds internationaler. De vroegere directeur van de Amerikaanse National Science Foundation, Subra Suresh, formuleerde het als volgt: ‘Good science anywhere is good for science everywhere.‘Na samenwerking met Amerikaanse en Japanse onderzoekers volgt logischerwijs samenwerking met de Chinezen.
Uit nieuwsgierigheid wilde ik ook van de Chinese participanten horen wat zij de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen vinden. Zo liet ik iedereen op een velletje papier zijn drie grote, prioritaire maatschappelijke uitdagingen invullen.
Als belangrijkste maatschappelijke uitdaging kwam niet verwonderlijk, zelfs voor de buitenlandse bezoeker die slechts enkele dagen in Peking rondhangt, de problematiek van snelle urbanisering en de stedelijke luchtverontreiniging naar voren. Stedelijke verkeerscongestie en luchtvervuiling zijn ook bij ons een groot probleem, maar niet te vergelijken met China.
De dagelijkse meting van de luchtverontreiniging in Peking brak in februari nog een record door boven het maximaal meetbare niveau uit te stijgen. Expats en heel wat gewone Chinezen maken zich grote zorgen over de impact van de zware stedelijke luchtverontreiniging op de gezondheid van hun kinderen. De autocongestie neemt toe en er rijden nog altijd weinig auto’s met een start-stopsysteem. Als een van de weinige landen ter wereld had China, dankzij zijn centraal geleide politiek, de kans zich te ontwikkelen in een andere, autoluwe, groene mobiliteitsrichting. Maar dat is niet gebeurd, met alle gevolgen van dien.
Veel verrassender waren de tweede en derde prioritaire grote maatschappelijke uitdagingen: de problematiek van de snel toegenomen ongelijkheid in de Chinese maatschappij en het gebrek aan vertrouwen in de centrale overheid. Chinese grand challenges die niet op onze lijst van Europese uitdagingen voorkomen, maar die er wel heel goed in zouden passen… Als er iets is dat Europa de afgelopen decennia gekenmerkt heeft, dan is het wel de sterk toegenomen ongelijkheid in inkomen en het groeiende wantrouwen tegenover de overheid.
Inkomensongelijkheid, zo wordt ook steeds meer door internationale economen erkend, lijkt intrinsiek verbonden te zijn met het kennisintensieve groeiproces van diensten zoals dat zich het afgelopen decennium in zowat alle landen ter wereld ontwikkeld heeft. Nationale overheden lijken machteloos te staan om deze ongelijkheid aan te pakken, omdat zowel het kapitaal als het menselijke talent dat gepaard gaat met deze toegenomen internationale handel zelf ook mobiel is. Slechts internationale afspraken tussen landen, zoals die nu pas langzaam op gang komen, kunnen hier soelaas bieden. En ook wantrouwen ten opzichte van de overheid is iets dat op dit ogenblik ook binnen Europa een breed gevoelde zorg is.
Kortom, we kunnen hier in Europa het nodige leren van de Chinese grand challenges, die toch wel ook heel Europees lijken.
De auteur is rector van de Universiteit Maastricht.
LUC SOETE
We kunnen in Europa nog heel wat leren van China.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier