Grote schoonmaak van bedrijfsterreinen
De sanering en herwaardering van oude fabrieksterreinen lost het dwingendste tekort aan industrieruimte in Vlaanderen op.
De auteur is redacteur van Trends.
V laanderen kampt met een ernstig tekort aan indu-striezones. Het ruimtelijk structuurplan voorziet tegen 2007 in de creatie van 7000 hectare nieuwe bedrijfsterreinen. Maar na de afbakening van de ecologische netwerken blijkt amper nog plaats vrij te zijn. Gelukkig kunnen brownfields soelaas bieden. Brownfields zijn verlaten en verontreinigde industriegronden, die na een grondige schoonmaak weer gebruikt worden.
Op de Ondernemingsconferentie van november 2003 lanceerde Ludo Sannen ( Groen!) zijn voorstel om de eigenaars van brownfields tijdelijk vrij te stellen van onroerende voorheffing. Zo hoopt de Vlaamse minister van Leefmilieu saneringen aan te sporen, de vraag naar bijkomende industriezones op te vangen, en duizenden jobs bij te creëren. Daarnaast plant hij samen met minister van Economie Dirk Van Mechelen ( VLD) de oprichting van een Ecologisch Fonds als dochter van de Participatiemaatschappij Vlaanderen. De overheid reserveert 55 miljoen euro voor de herontwikkeling van vervuilde sites tot nieuwe bedrijfsterreinen. Daarnaast plant de regering nog de opschorting van de leegstandsheffing en financiële steun aan de lokale overheden via milieusamenwerkingsovereenkomsten. Die toelagen kunnen oplopen tot 187.500 euro per project. Negen jaar na de goedkeuring van het bodemsaneringsdecreet pakt de regering het probleem van de brownfields eindelijk structureel aan.
Ook voor woonprojecten
Eind 2000 zette de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij ( Ovam) de eerste stap met de oprichting van een stuurgroep rond brownfieldontwikkeling. Vandaag loopt een dertiental proefprojecten, zoals Willebroek Noord en Fasiver in Zwijnaarde. Duurzame ontwikkeling zorgt daarbij voor een verstandig gebruik van hulpbronnen, bevordert het hergebruik van goederen, en streeft naar geïntegreerde oplossingen voor economische, maatschappelijke en ecologische problemen.
“De nieuwe activiteiten op de site mogen geen enkel risico op milieuverontreiniging of schade aan de openbare gezondheid veroorzaken,” zegt Walther Van Aerschot, projectleider bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek ( Vito). “Het zogenaamd eco-industrieel park ( EIP) is een geïntegreerde samenwerking tussen bedrijven, waarbij de partners elkaars bijproducten – zoals energie, afval en water – uitwisselen om een minimum aan afval over te houden. Die aanpak resulteert in een optimaal gebruik van de grondstoffen met een substantiële vermindering van de emissies. Alle deelnemers worden er beter van.”
In Vlaanderen past chemiereus BASF dit EIP-principe toe binnen haar eigen groep. Nergens ter wereld vind je zo’n energetische state of the art-fabriek als in Antwerpen. De Duitsers noemen dit een Verbund-productiecentrum. Dat principe komt erop neer dat, vertrekkend van enkele grondstoffen, een hele reeks chemische producten in verschillende stappen wordt gemaakt op één en dezelfde vestigingsplaats. Het eindproduct van de ene installatie is de grondstof voor een ander productieproces. Zo wordt het afval tot een minimum beperkt.
Daarnaast saneerde Eurinpro voor 600.000 vierkante meter aan brownfields in ons land. Zo vormde de Mechelse projectontwikkelaar de voormalige sites van British Leyland (auto) en Akzo Nobel (verven) – goed voor zo’n 100.000 vierkante meter – om tot Mechelen Intercity Business Park. Daarnaast werd de oude kazerne Kwartier De Witte omgetoverd tot Mechelen Campus, goed voor 60.000 vierkante meter aan hightech- en kantoorruimten. Andere projecten volgden: AvestaSheffield (staal) in Vilvoorde, Bonna (Mechelen), Papeteries Anversoises (Duffel), Remy (Leuven) enzovoort.
Maar dit is nog maar een eerste stap in wat mogelijk is. In het Verenigd Koninkrijk plant de overheid 60 % van de nieuwe huisvesting op hergebruikte gronden. Daarvoor worden lokale ontwikkelingsmaatschappijen opgericht, de zogenaamde urban regeneration companies. Die organisaties verzamelen alle actoren rond de tafel en coördineren de hele operatie, inclusief de sociale herwaardering van het gebied. Alleen als de publieke en particuliere sector constructief samenwerken, hebben brownfields kans op succes.
Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier