GROND VOOR WERK
140 hectaren nieuwe industrieterreinen moeten nieuwe industriële activiteiten naar Oostende halen. En als dat lukt, komt de nieuwe zeesluis er misschien toch.
“De ontwikkeling van 140 ha deels watergebonden industrieterreinen, het Plassendale-project, staat of valt niet met de aanleg van een nieuwe zeesluis,” zegt Paul Gerard, gedelegeerd bestuurder van het Autonoom Gemeenbedrijf Haven Oostende ( AGHO) en van dochterbedrijf Plassendale nv. In 1993 en 1994, toen de Vlaamse regering in het kader van het wegsaneren van de RMT ( Regie voor Maritiem Transport) besliste een nieuwe 10.000 ton-zeesluis te bouwen tussen de Oostendse handelshaven en het kanaal naar Gent, ging men daar nog wel van uit. Maar die investering, geschat op een 5 miljard frank, botste op budgettaire beperkingen en bleef in de schuif liggen. Elke beschikbare frank ging naar de Voorhaven, waarvan de totale renovatie in 2000 rond zal zijn.
“De nieuwe sluis is voorlopig niet onmisbaar, maar zal wel een belangrijke ondersteunende functie voor een deel van het Plassendale-project vervullen. Als de bedrijfsactiviteiten op de nieuwe terreinen toenemen, zal de bestaande 3500 ton-sluis moeten meegroeien,” meent Gerard.
Het hele Plassendale-project betreft de ontwikkeling van nieuwe terreinen in de Oostendse Achterhaven en bestaat uit vier delen. Plassendale I is een driehoek van 90 ha grenzend aan het kanaal en is in de eerste plaats bestemd voor watergebonden activiteiten. Hier worden na de verbreding van het kanaal een insteekdok met 300 m kaailengte en nieuwe kaaimuren gebouwd. Aan de overzijde van het kanaal is 12 ha beschikbaar op Plassendale II. Nummer III, met een bruikbare oppervlakte van 25 ha, beschikt over een aantal mooie zichtlocaties op de E40 terwijl op Plassendale IV nog 16 ha kmo-gronden beschikbaar komen. Zowel over de weg als via het spoor en het water is de ontsluiting van deze terreinen uitstekend.
Maar hoe zit het met de interesse voor deze nieuwe industriegronden? “Met het Plassendale-project verdubbelt Oostende zijn areaal aan industrieterreinen. De vraag is er wel, maar het aanbod van nieuwe gronden was de voorbije jaren vrij zwak: vorig jaar konden in heel West-Vlaanderen amper 24 ha verkocht worden,” gaat Gerard verder. “Wat Plassendale betreft, hopen wij vanaf volgend jaar de eerste bedrijven binnen te halen, het grootste deel van de gronden zal echter pas vanaf 2000 beschikbaar zijn. Op termijn rekenen wij erop dat Oostende er 3000 arbeidsplaatsen bij krijgt.” Blijft nog wel de vraag of havengebonden bedrijven wel kiezen voor terreinen achter een sluis: in Zeebrugge blijven heel wat terreinen achter de Vandamme-sluis voorlopig ongebruikt.
Een forse toename van de werkgelegenheid is zeer zeker welkom. Op dat vlak was de Oostendse regio toch wat achtergebleven ten opzichte van de rest van West-Vlaanderen. Dat had onder meer te maken met de eenzijdige oriëntatie van stad en haven op ferryverkeer en toerisme. Mede onder impuls van Paul Gerard en minister Johan Van de Lanotte mikt Oostende nu meer op kustvaart en RoRo-verkeer, aangevuld met diverse industriële activiteiten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier