Groeperingen verzekerd
1997 mag dan al voor grote verschuivingen hebben gezorgd in de verzekeringssector, de verzekeraars hadden zeker geen reden tot klagen.
Met een winstcijfer dat in totaal met twee derden toenam, mocht het jaar 1997 er best zijn voor verzekeraars. Daar kon de versnelling van de concentratiebeweging in de sector niets aan veranderen. Net zomin trouwens als de grotere concurrentie die in 1997 aanleiding was voor een zekere uitverkoop bij de industriële risico’s, of de blokkering van het aanvullende pensioenstelsel, of de rentedaling – waardoor het moeilijk werd om de gewaarborgde rente van 4,75% voor levensverzekeringen nog verder te beheren.
De belangrijkste bewegingen in de sector waren uiteraard gekoppeld aan de toenadering tussen de groepen Cera en KB. Dit proces wordt gekenmerkt door een reeks van fusies en afgesplitste activiteiten, waarvan sommige pas in 1999 van kracht zullen worden. Net zoals voor de banken, hebben we er hier ook voor gekozen om de belangrijkste marktspelers in ons klassement te laten, hoewel sommige onvermijdelijk van het toneel zullen verdwijnen. Wanneer we niet op deze manier tewerkgaan, krijgt u een vertekend beeld van het geheel.
Hieronder vindt u een bondig overzicht van de activiteiten van de koplopers. Cigna en Chubb realiseren slechts een fractie van hun omzet in ons land. Zij werden niet in dit overzicht opgenomen. We willen nogmaals beklemtonen dat deze klassementen betrekking hebben op maatschappijen, niet op groepen.
AG 1824.
Het premiebedrag van 58 miljard ligt 4,5% hoger. Daarmee blijft AG 1824 nog altijd ‘s lands grootste individuele onderneming. Deze groei is evenwel alleen te danken aan de tak leven, waar het nieuwe Top Life-product een onmisbaar succes kende. De twee andere sectoren – schade en arbeidsongevallen – deden het slechter. AG verkoopt zijn producten nagenoeg uitsluitend via het kanaal van de zelfstandige makelaars. AG wil de kwaliteit van haar makelaarsnet optrekken en opende daarvoor een school die in 1997 van start ging.
AG had ook gehoopt om dochteronderneming Het Belgisch Verhaal te kunnen verkopen aan Naviga, dat deel uitmaakt van de groep CMB. Een paar maanden eerder had Naviga al een andere dochter – De Medische – overgenomen. Beide maatschappijen geraakten het echter niet eens over de prijs. Uiteindelijk was het de Nederlandse verzekeraar Ohra die in maart 1998 de controle verwierf over De Medische.
ASLK VERZEKERINGEN.
Met bijna 60% hogere brutopremies verdringt ASLK Verzekeringen Royale Belge van de tweede plaats. Daarmee staan tweepionnen van de groep Fortis bovenaan het klassement. Deze explosieve groei is vooral te danken aan de lancering van nieuwe financiële producten: het in april 1997 gelanceerde Fund Plan biedt elke spaarder de kans om te beleggen in functie van zijn financiële draagkracht, zijn situatie en het gewenste risicoprofiel. Op acht maanden tijd werden zowat 24.000 nieuwe contracten onderschreven die de ASLK bijna 19 miljard opleverden. Dat verklaart zowat het hele verschil in premie tussen de twee boekjaren. Hiermee is de ALSK de grootste bankverzekeraar van ons land.
Met de integratie van Generale Bank in de groep Fortis zal haar situatie nog sterker worden. Zal het daarvoor de prijs van een naamsverandering moeten betalen? Waarschijnlijk. Frère-Orban, de stichter van deze eerbiedwaardige instelling, moet zich in zijn graf omkeren. Maar wat wil je, op internationaal niveau zal de naam ASLK-CGER niet echt aanslaan.
ASLK Verzekeringen en AG 1824 zijn allebei eigendom van Fortis. De verzekeringsactiviteit van deze Belgisch-Nederlandse reus komt in ons land dan ook neer op meer dan 100 miljard. Daarmee vergeleken is de 9 miljard inbreng van Alpha Life, een dochter van de Generale Bank, niet meer dan “peanuts”.
ROYALE BELGE.
Royale Belge werd van de tweede plaats verdrongen. Maar treuren doet de maatschappij niet: dankzij de meerwaarde van 14 miljard die ze realiseerde op de verkoop van haar belang in BBL, werd het boekjaar 1997 het beste uit haar geschiedenis. 1997 was ook een overgangsjaar. In mei werd het lot van Royale Belge definitief bezegeld met de fusie tussen de Franse maatschappijen AXA en UAP. Daarna hoefde Claude Bébéar er alleen nog maar voor te zorgen dat Albert Frère zijn belangstelling voor deze verzekeraar verloor (15 miljard in cash en 16 miljard in effecten van AXA) en een OBA te lanceren op de effecten die nog in handen van het publiek waren. Prijskaartje van de operatie: 120 miljard. Royale Belge realiseerde 88% van zijn omzet via zelfstandige tussenpersonen. Bovendien opent IPPA voor haar ook de deur naar bankverzekeringen. Veel agenten-afgevaardigden van deze bank zijn immers ook verzekeringsmakelaars. Om deze bankpoot te versterken, heeft Royale Belge onlangs Anhyp overgenomen, de bank die na een diepgaande grote kuis weer presentabel is geworden.
OMOB.
Deze discrete groep met zetels in Luik en Hasselt verloor haar paradepaardje, de Pensioenkas. In 1996 was er een toevloed van eenmalige premies die door belangrijke aangeslotenen in het kader van hun pensioenverplichtingen werden gestort. Zij zorgden voor een premiestijging van 28%, maar nu blijft Omob ter plaatse trappelen. In juni 1998 besloten het Gemeentekrediet en Omob samen een nieuwe eenheid op te richten. Hierin werd niet alleen de Pensioenkas ondergebracht, maar ook Mega Life, de levensverzekeraar die beide groepen op een 50/50 basis controleren. Omob brengt in deze nieuwe eenheid haar knowhow als verzekeraar in, meerderheidsaandeelhouder (51 %) het Gemeentekrediet levert zijn knowhow inzake activabeheer.
KBC VERZEKERINGEN.
De verzekeringsactiviteiten van de groep KBC zijn geconcentreerd rond ABB, die na de integratie van verzekeraars Omniver en Omniver Leven voor de gelegenheid werd omgedoopt tot ABB Nieuw. De producten van deze beide verzekeraars werden uitsluitend via het bankverzekeringskanaal verkocht (KB, Crédit Général). In 1997 leverden zij een incasso op van 45 miljard. De nieuwe ABB bezit 48% van Fidelitas, die na de opslorping van AVM werd omgedoopt tot Fidea. In 1997 realiseerde AVM 1,2 miljard aan premies bij particulieren en zelfstandigen. Dochterondernemingen Delphi en Delphi Leven zullen binnenkort wellicht hetzelfde lot ondergaan. De nieuwe ABB wordt dan omgedoopt tot KBC Verzekeringen.
AXA BELGIUM.
De levensverzekeringsactiviteiten van deze Franse verzekeraar hebben een opmerkelijke vooruitgang geboekt. De schadepremies deden het dan weer 400 miljoen minder goed. De Kortrijkse Verzekering en Juris behoren eveneens tot de groep AXA Belgium en leverden in België een premiebedrag op van 23 miljard. Wanneer we daar ook nog de premies van de groep Royale Belge in ons land bijtellen, komen we op een totaal bedrag in België van 73 miljard.
DE VADERLANDSCHE.
Na de overname van BBL eind 1997 werd België de tweede thuismarkt voor ING, de Nederlandse moedermaatschappij van De Vaderlandsche. In deze nieuwe context wordt De Vaderlandsche een belangrijke pool voor de exploitatie van het belangrijke potentieel dat ons land voor ING betekent. We denken dan uiteraard aan bankverzekeringen. ING wil evenwel niet op één paard wedden en zal zijn activiteiten ook via de drie traditionele distributiekanalen verder uitbouwen: makelaars (De Vaderlandsche), mensen met een bediendencontract (RVS) en directe verkoop.
MERCATOR-NOORDSTAR.
Mercator-Noordstar is een dochter van de Zwitserse groep Bâloise. De maatschappij sloot haar eerste boekjaar na de fusie af met meer dan 2 miljard winst. Dat is het driedubbele van het jaar daarvoor en een stijging die boven het sectorgemiddelde ligt. Met de Antwerpse HBK-bank als partner besloot Mercator-Noordstar om zich op zijn beurt te lanceren in bankverzekeringsactiviteiten.
WINTERTHUR.
Wat moet je doen wanneer een distributiekanaal zomaar eensklaps wordt afgesloten? Razendsnel op zoek gaan naar iets anders. Ofwel via samenwerking, ofwel door een overname. Met de plotse komst van ING in het kapitaal van BBL verloor Winterthur Europe een bevoorrecht verkoopkanaal. Deze tegenslag is evenwel nergens terug te vinden in de cijfers. Na de integratie van Josi werd op geconsolideerd niveau voor het eerst een bedrag van net geen 20 miljard gerealiseerd. De andere markante gebeurtenis van het boekjaar is de fusie tussen Winterthur en Crédit Suisse. Deze fusie heeft onder meer geleid tot de groepering van de industriële schadeactiviteiten van grote ondernemingen bij een gespecialiseerde verzekeraar, Winterthur International UK. Concreet betekent dit dat de portefeuille industriële risico’s van Winterthur Europe op 1 januari 1999 wordt overgelaten aan de Belgische succursale van Winterthur International.
AGF/ASSUBEL.
Een onaangename verrassing voor Allianz, de nieuwe eigenaar van Assubel, die de verzekeraar voor zowat 30 miljard Franse frank overnam van AGF. Na een eindeloos durend proces stelde het hof de aanklagers in het gelijk. Zij beschuldigden Assubel-Leven ervan fondsen te hebben verduisterd ten voordele van een andere eenheid van de groep die toen in slechte papieren zat. Hoeveel dit alles de verzekeraar zal kosten is nog niet precies geweten, maar de kosten worden nu al tussen 5 en 20 miljard Belgische frank geraamd.
DVV.
De Volksverzekering (DVV) heeft eindelijk de wind in de zeilen. De maatschappij wil nog verder blijven groeien. Daartoe werden de bestaande synergie-akkoorden met Bacob uitgebreid tot Artesia, de vroegere Paribas Bank, die naar de Bacob groep verhuist. Corona, dat recentelijk werd overgenomen, zal binnen de groep nieuwe verkooptechnieken implementeren.
TONY COENJAERTS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier