GROEP AHLERS. Leysen & Leysen

Duits, Vlaams, Duits, Vlaams. De groep Ahlers wipt haasje over tussen twee landen, tussen twee kulturen, tussen twee tradities. Met de uitstoting van de Duitse meerderheidsaandeelhouder, Stinnes, werd Ahlers opnieuw een Leysen-bedrijf. 1945 en 1995. De familie Leysen op een dieptepunt en de familie Leysen op een hoogtepunt. Een blik op de wereld en heden en verleden vanop de Ahlers Toren.

“Na 1989 zijn wij op Sint-Petersburg beginnen varen. Eigenlijk gaat het erom om in moeilijke tijden snel goede posities in te nemen, ” zegt Christian Leysen. “Eens een land ontsloten is, kan iedereen transport organizeren of handel drijven. En grote investeerders wachten hoe dan ook af tot de kust veilig is. ” Dit citaat zet de toon. Christian Leysen ontbolstert als een scheepvaartbaas met gedurfde oogmerken. “Ahlers is geen holding. Het is een kwaliteitslabel boven een verbond van performante internationaal opererende KMO’s, ” typeert Christian Leysen zijn bedrijvengroep. Van een Duitse agentuur in Antwerpen groeide het verbond uit tot een gediversifieerde Vlaamse scheepvaartgroep met wereldwijde vestigingen. Een agentuur vertegenwoordigt een rederij in een vreemde haven. Rond Ahlers-maritiem zweven de computerfirma Xylos en het milieubedrijf Ecolas.

Vijf business units telt Christian Leysen : scheepsagenturen & brokerage, landlogistiek, lijndiensten, scheepsmanagement en consultancy. Christian Leysen : “Rond deze vijf polen wensen wij ons verder uit te bouwen. Wij hebben de ambitie om méér te zijn dan een agenturen-netwerk. Zo volgt elk van onze buitenlandse steunpunten een eigen koers. In Rusland hoopten wij een agentuur uit te bouwen, maar de aandacht verschuift naar de biezonder moeilijke én noodzakelijke organizatie van de landlogistiek. Shanghai is dan weer meer gericht op consultancy, terwijl wij in Bombay, India, de nadruk leggen op scheepsmanagement. ” Buiten deze drie landen vallen nog niet onmiddellijk nieuwe initiatieven te verwachten. “Deze vestigingen leggen voorlopig meer dan genoeg beslag op ons managementtalent, ” stelt Christian Leysen.

Voor 1994 geeft Ahlers geen gekonsolideerde cijfers meer vrij. “Irrelevante informatie, ” zo heet het. In 1993 bedroeg die omzet nog 1,7 miljard frank, terwijl de gefaktureerde omzet (inclusief de vrachten geboekt voor rekening van buitenlandse rederijen en het aandeel pro rata in de omzet van de joint ventures) 8,6 miljard frank bedroeg. Voor 1994 komt die gefaktureerde omzet uit op 9,1 miljard frank. Voor de omzet tekenen 300 medewerkers (waarvan 10 % buitenlanders) en 800 zeelieden. Het eigen vermogen bedraagt na de uitkoop van Stinnes 1,1 miljard frank.

De groep Ahlers drijft weg van het etiket agentuur. “Een agentuur ging vroeger nogal vaak uit van een aanbodbenadering. We keken naar de diensten rederijen, trafieken, scheepvaartlijnen die wij in portefeuille hadden en de klanten mochten daar indien zij er behoefte aan hadden gebruik van maken. Het zoeken van lading stond dus centraal, ” vertelt Albert Weynen, lid van het direktiekomitee van de Ahlers Groep en managing director van Ahlers Agency, het onderdeel Agenturen & Brokerage van de groep. “Nu kijken wij in de eerste plaats naar wat de klant wil. Onze taak is het om op een kreatieve manier zijn transportprobleem op te lossen. Toegevoegde waarde leveren, is voor ons van levensbelang : advies, begeleiding, kontrole… Wat de klant maar wenst. “

GEWIJDE GESCHIEDENIS.

Oorspronkelijk groeide de groep uit een scheepvaartagentuur. In 1909 vertegenwoordigden twee zonen van direkteur Ahlers van de Duitse rederij Hanse enkele buitenlandse rederijen in Antwerpen. De Vlaamse havenstad stond in die tijd sterk in de trafiek van en naar het Indische subkontinent (met onder meer de invoer van jute) en het Midden-Oosten. Tot in de jaren vijftig blijft Ahlers een agentuur. In 1951 neemt André Leysen, ondertussen in de familie Ahlers ingetrouwd, de agentuur in handen. Met details over die periode is Christian Leysen karig : “Dat is Gewijde Geschiedenis. ” André Leysen bouwde de agentuur om tot een scheepvaartgroep met lijndiensten op Skandinavië en met belangen in het scheepsmanagement. Daarbij was onder meer de samenwerking met de Nationale Investeringsmaatschappij (NIM) belangrijk.

“De groep Ahlers mag dan Duitse wortels hebben, wij zijn wel uit die Duitse sfeer weggegroeid, ” benadrukt Albert Weynen. “Hapag Lloyd heeft nu een eigen vertegenwoordiging in Antwerpen, en van de traditionele Duitse rederijen behoort enkel nog Deutsche Nah-Ost Linien (DNOL) tot onze opdrachtgevers. ” Momenteel vertegenwoordigt Ahlers via Ahlers Agency de containers van de rederijen Lykes Lines, de eerste klant op de Schelde-containerterminal, KNSM (een onderdeel van het Nederlandse Nedlloyd) en de Indische staatsrederij Shipping Corporation of India. “Vergis u niet in de staatsrederijen. Die bedrijven gaan de laatste tijd vrij agressief de markt op, ” zegt Albert Weynen.

Voor multi-purpose en breakbulk (het stukgoed) werkt Ahlers samen met onder meer Chipolbrok (een Pools-Chinese joint venture), opnieuw de Shipping Corporation of India, de Braziliaanse rederij Norsul, de Deutsche Nah-Ost Linien, Ewax (Afrikaanse trafieken), CNAL (Lybië), de Noorse rederij Hoegh Lines, die een dienst verzekert naar de westkust van Zuid-Amerika. De agentuur Eiffe, waarmee operationeel wordt samengewerkt, vertegenwoordigt de Bangladesh Shipping Corporation, de Portline containerdienst naar Angola en de Kaapverdische eilanden, de Iraanse staatsrederij IRISL (de belangrijkste reder in het breakbulk verkeer), de Maleisische rederij MISC en de Argentijnse rederij Elma. “De schepen van Hoegh Lines brachten vroeger woudprodukten uit Zuid-Amerika naar Europa maar keerden leeg terug. Wij zorgen nu voor retourvracht en dat heeft al geleid tot het in de vaart brengen van bijkomende scheepstonnage, ” illustreert Albert Weynen de werkwijze van de scheepsagenturen.

Het eerste doel blijft : schepen vullen in opdracht van de reder. En het tweede : transportoplossingen zoeken voor de klanten. “Veel van onze klanten drijven handel in en tussen vreemde kontinenten. Via makelaardij kunnen wij hen helpen, ” aldus Weynen. De makelaardij verloopt via de bevrachtingsmarkt. Christian Leysen : “Antwerpen is nog géén maritiem centrum zoals Hamburg en Londen. Deze havens behandelen zelf kleinere volumes maar kontroleren meer lading dan Antwerpen. Kijk, ofwel speel je thuis, ofwel speel je uit. Wij kozen voor de tweede optie. Wij doen niet alles, overal en voor iedereen, maar waar wij iets doen, willen wij het goed doen. En belangrijk daarbij is dat wij onze klanten volgen. ” Albert Weynen : “Doorgaans verschepen wij staal voor een belangrijk Europees producent naar China of andere courante bestemmingen. Nu kregen wij 5000 ton metalen platen voor de bouw van kaaimuren voor Gordon Key op Jamaïca te vervoeren. Wij hebben ter plaatse een ponton voor het lossen moeten organizeren, en dat is gelukt. “

Naast de agenturen en de makelaardij (samen goed voor 20 % van de toegevoegde waarde, die voor 1994 uitkomt op 822 miljoen frank tegenover 803 miljoen in 1993) zijn voornamelijk de lijndiensten met 30 % van de toegevoegde waarde belangrijk voor Ahlers. De eigen lijndiensten, georganizeerd binnen Ahlers Lines International, koncentreren zich op de trafieken tussen de Noordzee-havens en de havensteden in het Balticum : Antwerpen, Rotterdam, Sint-Petersburg, Riga, Ventspils en Skandinavische bestemmingen. Deze afvaarten worden zowel door eigen als door gecharterde schepen bediend. De lijndiensten waren in 1994 goed voor een tachtigtal afvaarten vanuit Antwerpen naar de Baltische Zee.

TABAK.

“Vandaag beschikt Astros, onze maatschappij in Sint-Petersburg, over een ploeg van twintig man. Onze mensen staan daar vooral in voor de uitbouw van de dienstverlening. Verder doen wij er aan stockage, onder meer voor een belangrijke tabaktrafiek en voor bedrijven als Rank Xerox en Caterpillar. Tenslotte verzorgen wij ook de supervisie op verdere transport naar het binnenland. En in Riga werkt onze maatschappij Ausma Logistics met tien mensen die dezelfde opdracht hebben. Maar alles bijeen is het moeilijk, je moet ter plaatse mensen hebben die én vakkennis hebben én lokaal kunnen presteren. Dat trekt lading aan. Wij zijn pioniers, maar kunnen zekerheid bieden. Vanuit die voorposten haalt Ahlers tevens trafiek naar Antwerpen. En wij kunnen er ook als agent optreden voor andere lijnen en ladingen, ” getuigt Christian Leysen.

De agentuuraktiviteiten zorgden in 1994 voor een trafiek van 2 miljoen ton doorheen de Antwerpse haven, grofweg 2 % van de totale trafiek, waaronder 100.000 TEU (Twenty Feet Equivalent Units), het ekwivalent van honderdduizend twintig-voetcontainers. Op het vlak van de landlogistiek (13 % van de toegevoegde waarde van de groep) werden in Gent en Antwerpen respektievelijk 560.000 ton en 300.000 ton behandeld, en dit via de eigen bedrijven Astra Logistics en De Baerdemaecker, gefuzeerd sedert januari 1994.

Scheepsmanagement vormt de vierde van de vijf pijlers onder de Ahlers-groep. Deze afdeling was goed voor 27 % van de toegevoegde waarde van de groep. Op het einde van 1994 beheerde deze pijler de vijf eigen schepen van Ahlers en werden tevens diensten aan derden verleend : volledige bemanningen voor 29 schepen en gedeeltelijke bemanningen voor een bijkomende 27 schepen, en daarbovenop nog eens technisch-nautisch management voor 13 schepen. De divisie scheepsmanagement opereert voornamelijk vanuit Antwerpen (Ahlers Shipping), Luxemburg (European Maritime Services) en Bombay (Ahlco Shipping).

“Gemengd Europese/Aziatische bemanningen worden de norm, ” zegt Leysen over de toekomst. “En dat hoeft geen kwaliteitsverlies met zich mee te brengen. Wij werken volgens de modernste normen, Iso 9001-9004, wij volgen de Det Norske Veritas-regels voor Safe Ship Operation & Pollution Prevention… Wij voelen dat er voor Europese zeelui nog steeds vraag is, maar de tijd van de Euro Only Crew is voorbij. Of het belangrijk is Vlamingen in de internationale koopvaardij te hebben ? Ja, niet alleen voor promotiedoeleinden en voor de imago-opbouw van ons land, maar ook als toelevering voor andere maritiem gebonden funkties, zoals bijvoorbeeld loodsen. Alleen zou het aanbod van zeelui uit eigen land niet verloren mogen gaan. “

Onder andere aktiviteiten, goed voor 10 % van de toegevoegde waarde van de groep, staan naast het containerherstellingsbedrijf Belrepair voornamelijk consultancybedrijfjes : via Delta Consultancy in eigen land en via Sibelcon in Shangaï, China. “Alle business units hebben hun autonomie en verantwoordelijkheid voor de eigen resultaten, ” betoogt Christian Leysen. “Ahlers vormt een verbond van KMO’s die samenwerken indien nodig en waarbij de groepsnaam als kwaliteitslabel telt. Of met andere woorden, Ahlers is een relatienetwerk zonder zware superstruktuur. Slechts een zestal mensen staan in voor de begeleiding en de coaching van de groep. “

Wie enkele bedrijfsnamen of BTW-nummers op de computer van een handelsinformatieleverancier invoert, krijgt meteen een waslijst van firma’s, resultaten en mandaten voor zich. “U wil een overzicht van de juridische struktuur van de groep ? Kan u niet voor een dag terugkomen ? ” grapt Christian Leysen tijdens het interview. En hij voegt eraan toe : “De groepsstruktuur wordt opgefrist, onder meer naar aanleiding van de reorganizatie van ons aandeelhoudersschap. Er waren immers steeds wel commerciële, technische of financiële redenen om NV’s op te richten. Nu gaan wij ons ook juridisch rond onze vijf kernaktiviteiten bundelen. “

UITKOOP.

De Duitse trading- en transportfirma Stinnes, zelf een onderdeel van de Veba-groep (energie, vervoer) had sedert 1970 een meerderheidsparticitipatie van 75 % in Ahlers : André Leysen koos er in die periode voor om nieuwe uitdagingen aan te gaan. De 25 %-minderheid werd gekontroleerd door de holding Anbemar, waarboven we Leysen & Co. terugvinden.

Stinnes werd nu uitgekocht (wat het eigen vermogen van Ahlers NV verminderde van 3,3 miljard naar 1,1 miljard frank) en viel terug op 20 %. Anbemar bezit vandaag dus 80 % van Ahlers en heeft een optie op de resterende 20 %. “Het is vast en zeker de bedoeling ook dat pakket over te nemen, ” verzekert Leysen.

De financiële middelen waren grotendeels afkomstig van de verkoop een drietal jaar geleden van de 12,5 %-participatie van Ahlers in CMB. Technisch gebeurde de uitkoop van Stinnes door de afsplitsing van een deel van de financiële activa van Ahlers NV in de nieuwe maatschappij Stinnes Belgium NV en het onderbrengen van de rechten van Ahlers op de lijndiensten naar Finland in Poseidon Belgium NV, die nu beide in handen zijn van Stinnes.

Kijken wij even van Anbemar uit naar boven : hier is met de uitkoop van Stinnes niets veranderd. Anbemar luistert voor 35,3 % naar Anacom, een financiële maatschappij onder leiding van Christian Leysen, en naar een groep rond deze financier (goed voor 16,3 %). Minderheidspartner is Sofinim (48,3 %), dat via een 52 %-participatie van de Nationale Investeringsmaatschappij eigendom is van de Antwerpse holding Ackermans & van Haaren.

“In 1970 zag Stinnes zijn participatie in Ahlers als een stap naar internationalizering. Maar achteraf bekeken, hebben zij ons daarvoor niet nodig gehad. Daarop rees de vraag voor hen en voor ons, integreren wij beide groepen of gaan wij terug uit elkaar ? ” beschrijft Leysen de terugkoop. “Uiteindelijk hebben wij dat tweede scenario gevolgd. In alle vriendschap. “

LUDWIG VAN LIERDE

CHRISTIAN LEYSEN MET ENKELE TOPMEDEWERKERS Achter Leysen, v.l.n.r. : Eric Otten, Luc Matton, Herwig Nicolay en Albert Weynen.

DE BEKENDE AHLERS-TOREN AAN DE NOORDERLAAN In 1945 aan de grond, in 1995 een groeiende scheepvaartonderneming.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content