Groeicracks

Het is allicht een teken des tijds dat heel wat bedrijven die een snelle groei kennen uit de informaticasector komen. En het gros van de ondernemingen in deze hitparade is Vlaams.

Chagrijnige types zullen misschien zeggen dat “een fondrijder niet meedoet aan de sprint”. Toch heeft, in deze tijden van rationalisering en inkrimping van de activiteit, de zoektocht naar bedrijven met een sterke groei iets verfrissends.

Zoals in de vorige uitgaven, hebben we de ondernemingen vijf jaar gegeven om hun omzetblazoen op te poetsen. We maakten een uitdraai van de gegevensbanken van 1992 en 1996 van onze Top 30.000, waarvan de nieuwe editie in de loop van de maand januari verschijnt.

Om in aanmerking te komen, moesten de bedrijven hun jaarrekeningen voor die jaren dus neergelegd hebben binnen een aanvaardbare termijn. Dat is lang niet altijd het geval. Het is dus mogelijk dat sommige ondernemingen door de mazen van het net geglipt zijn.

AL TIEN JAAR.

Omdat niets zo bedrieglijk is als een percentage hebben we gewoontegetrouw de ondernemingen onderverdeeld in drie categorieën volgens de omzet van het beginjaar 1992. De bedrijven die in 1992 een omzet realiseerden tussen 20 en 100 miljoen werden ondergebracht bij de “kleine ondernemingen”. Bij de “middelgrote ondernemingen” werden de bedrijven gestopt die in dat jaar tussen 100 en 500 miljoen omzet draaiden. Wie in 1992 boven het half miljard zat, kwam bij de “grote bedrijven” terecht. We hebben uiteraard enkel rekening gehouden met reële groei, intern of extern, en niet met transfers tussen bedrijven van dezelfde groep.

Er kwamen uiteindelijk 30 bedrijven uit de bus, tien per categorie. In de volgende bladzijden presenteren we er daarvan negen. Vooral bij de grote bedrijven is er een duidelijk overwicht van de informaticasector. Dat illustreert een tendens die al lang aan de gang is. Ingram Micro bijvoorbeeld, was al een “groeicrack” in onze hitparades van 1993 en 1995 en Compaq in die van 1994 en 1995. Geen informaticabedrijven, maar wel groeicracks zijn Looza (al van de partij in ’94) en Janssen Biotech (aanwezig in ’94 en ’95). Met andere woorden : die bedrijven kennen al tien jaar lang een versnelde groei.

De huidige Top-30 toont nogal wat groeikrampen in tegenstelling tot de vorige edities. De verliezen die Anixter Belgium (distributie van elektriciteitskabel en aanverwante) opstapelde, zijn zo aanzienlijk dat enkel een steunbrief van het Amerikaanse moederbedrijf kon vermijden dat de onderneming de pijp aan Maarten gaf. Kruidvat, de Nederlandse cosmeticaketen, begon met drie jaar “aanloopverliezen”. Xeikon moest tot 1996 wachten om de eerste positieve cashflow te kunnen noteren. Zelfs een zo banale activiteit als de plaatsing van sigarettenautomaten ( Tabaccomat) kan, als ze aanzwengelt, tot verlies leiden. Op twee jaar tijd heeft dat filiaal van het Duitse Reemtsma 33 miljoen frank verloren. Het lijkt er dus op dat snel groeien steeds meer kost.

T.C.