GROEI & GLOBALISERING
Globalisering is iets als regen of zon. Je kunt daar moeilijk tegen zijn. Regen valt, zon brandt. Punt. Maar je kunt wel gaan schuilen onder het afdak.” Die opmerking valt te lezen in het jongste schrijfsel van Geert van Istendael.
De schrijver en publicist (1) worstelt met de begrippen ‘groei’ en ‘economische globalisering’. Het is volgens hem erg moeilijk om te genieten van de geneugten van een steeds meer internationaal wervelende economie en tegelijk de sociale aberraties ervan onder ogen te zien. Alsof je medeplichtig bent. In die dolle tredmolen van sociale afbraak – zo is de perceptie – willen mensen niet meestappen. Dus groeit de aversie.
Een verhaaltje om dit te illustreren. Een bezorgde pa en ma stappen naar de huisarts met hun zoon van één meter negentig. “Wat is het probleem?” vraagt de dokter. “Hij groeit niet meer,” zeggen de ouders. “Verbaast dat u?” lacht de dokter. “Eerlijk gezegd: ja,” antwoordt de vader. “Het verontrust ons.” En hij vraagt of groeihormonen niet de remedie kunnen zijn. De dokter plooit dubbel van het lachen en verklaart hen kierewiet.
Het verhaal maakt duidelijk wat velen denken, namelijk dat groei overbodig is geworden. Voor vele Belgen is groei ofwel een luxe ofwel een bedreiging. Van Istendael ziet enerzijds de man die in een BMW rondrijdt en klaagt dat zijn rijkdom niet snel genoeg groeit, en anderzijds de linkse, milieubewuste jongeling die vindt dat er een einde moet komen aan die groei.
Beiden botsen op een keiharde realiteit. De realiteit van snel groeiende landen zoals India, China, Rusland, Brazilië, Mexico en Vietnam. Ga de inwoners van die landen maar eens vertellen dat economische groei een gevaar is voor de mensheid. Of maak een kleine entrepreneur in Hongkong maar eens wijs dat zijn welvaart een gevaar is voor de onze.
Het boekje van Van Istendael vervloekt en bezweert de noodzaak van groei en globalisering, maar steeds op een onbevangen manier – dat is ook de charme. Even droomt de schrijver weg bij de ‘stop de groei’-mythe. Het trappistenbier van West-Vleteren, dat is uitgeroepen tot het beste van de wereld. De paters verhogen echter hun volume niet en trekken zich niets aan van wat de markt vraagt. De regel is beperking.
Halleluja. Het klinkt als de hemel op aarde. Maar hoeveel extra banen heeft de abdij van West-Vleteren de jongste tijd opgeleverd? En bezit de abdij niet het unieke monopolie op dit bier? Weigeren te groeien als de vraag stijgt en nauwelijks moeten optornen tegen concurrentie, die luxe hebben de meeste bedrijven niet.
De noodzaak van groei is simpel. Een economie waarin de output per inwoner stabiel blijft – dus waar er geen groei is – zorgt voor een sociaal immobiele of ‘dode’ maatschappij. Wie in een dergelijke economie omhoog wil klimmen, doet dit ten koste van anderen. Wie in een groei-economie beter wil worden, kan dit samen met de anderen. Iedereen wint.
Groei en globalisering zorgen echter ook voor sluipende onzekerheid. Duizenden banen bij Volkswagen Vorst (en toeleveranciers) die plotsklaps sneuvelen, de leegloop van industriële fabrieken, de instroom van goedkope arbeidskrachten. “Je kunt niet blijven doen alsof mensen die ziek worden van onzekerheid allemaal achterlijke idioten zijn,” schrijft Van Istendael.
Dat klopt. Maar ook de industriële revolutie destijds leidde tot grote veranderingen. De agrarische productiemaatschappij werd gedecimeerd, de verstedelijking trok aan, maar uiteindelijk leidde dit tot een bredere verspreiding van democratie en een wereldwijde commerciële cultuur. Precies hetzelfde proces doet zich nu voor op een grotere schaal.
Niet alleen globalisering, maar ook onwetendheid leidt tot onzekerheid. Uit wereldwijd onderzoek (2) blijkt bijvoorbeeld dat het aantal mensen in extreme armoede in Oost-Azië – met minder dan 1,08 dollar per dag – in de periode 1987-1999 daalde van 418 miljoen naar 279 miljoen. Hetzelfde gebeurde in China (van 304 naar 222 miljoen). Dat proces verliep niet zonder horten of stoten. In 1990 werd er nog een stijging genoteerd (tot respectievelijk 486 en 376 miljoen).
Dit bewijst dat je niet eenzijdig kan kijken naar het fenomeen. Globalisering creëert ook kansen, niet het minst voor de komende generatie, zowel in het Westen als in het Oosten. Of zoals Geert van Istendael schrijft: “Jonge mensen moeten de hemel bestormen, gulzig het leven induiken, keihard werken, keihard lachen en gretig genieten.”
Zijn besluit is het onze. Als dat in ons type economie niet meer kan, zitten we grondig fout.
(1) Geert van Istendael, ‘Alfabet van globaliserng’, Atlas, 2006, 126 blz.
(2) Martin Wolf, ‘Why Globalisation Works’, Yale University Press, 2005, 398 blz.
piet depuydt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier