Griekenland blijft beroeren
De Europese instanties hebben Syriza de oorlog verklaard. Ze willen niets horen van alternatieve voorstellen. Griekenland zal de afgesloten overeenkomsten moeten naleven. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, vatte het laconiek samen: “Er kan geen democratische keuze bestaan tegen de Europese verdragen.”
Het gesprek tussen de ministers van Financiën van Duitsland en Griekenland zijn op een sisser uitgedraaid. Niemand wil terrein prijsgeven. De Europese Centrale Bank (ECB) besloot de Griekse noodlijdende banken de toegang tot haar goedkope faciliteiten af te snijden, onder het mom dat het Grieks staatspapier, dat als onderpand wordt gebruikt, onvoldoende waarborgen verschafte. Wel moest de ECB het plafond van haar andere faciliteiten verhogen om onderhands de Griekse banken te blijven steunen. Een centrale bank kan nooit een noodlijdende bank onder haar toezicht in de steek laten.
Halsstarrig Duitsland
De halsstarrigheid van de Duitse regering zal averechtse effecten uitlokken. Een centrale bank moet de meerwaarde die ze realiseert op de effecten die bij haar in pand worden geleverd aan de staat doorspelen. De Griekse regering eist daarom, terecht, de storting van een kleine 2 miljard euro (EUR) die de ECB het schiereiland schuldig is. Nu maakt de ECB wel deel uit van de Trojka (samen met de Europese Commissie vertegenwoordigd door de Eurogroep en het Internationaal Monetair Fonds) en ze zou in die hoedanigheid dat geld kunnen bevriezen als voorschot op toekomstige terugbetalingen. Dat zou een precedent scheppen, want het zou betekenen dat de ECB niet langer als centrale bankier handelt, maar wel als schuldeiser voor een groep. Ze zou haar verplichtingen dus niet langer naleven.
De Europese instanties spelen het spel dus keihard, met de bedoeling om de Griekse regering te doen buigen. De Griekse regering bezit andere troeven en die ten gepaste tijde zeker zal gebruiken. Het meest voor de hand liggend is een audit van de schuld. De Trojka organiseerde zo’n audit al in 2008, maar ten behoeve van haar doelstellingen. Deze keer zouden de rollen omgekeerd zijn en zou de audit zich toespitsen op de vraag of de aangegane schulden in het voordeel zijn van de Grieken dan wel van enkele geldschieters.
Vaststaat dat in de huidige context Griekenland onmogelijk zijn schulden kan aflossen. Het heeft ook geen zin het land uit de eurozone te duwen. Het feit ook dat de bevolking het geld van haar bankrekeningen weghaalt, betekent dat het bankstelsel niet langer oppermachtig over de liquiditeiten toeziet. Wat natuurlijk de inmenging van Europese instanties zal bemoeilijken. De Europese leiders denken vermoedelijk dat de tijd in hun voordeel speelt – in de veronderstelling dat Griekenland al zijn verplichtingen zal moeten naleven. Maar dat is precies de achilleshiel van de financiële constructie.
Vraag om schuldherschikking
Varoufakis, de Griekse minister van Financiën, vraagt niets anders dan een schuldherschikking. Die moet gepaard gaan met nieuwe economische maatregelen die de groei moeten aanzwengelen. Zijn voorstel om een deel van de bestaande schuld te vervangen door nieuwe obligaties waarvan de aflossing rechtstreeks gekoppeld wordt aan de groeiprestaties is niet alleen een uiting van gezond verstand, maar tevens het beste alternatief voor de schuldeisers. Het bewijst dat de nieuwe regering hoegenaamd niet van plan is om haar verplichtingen te ontwijken.
Politiek is de regering- Tsipras atypisch. Dat betekent dat geen enkele Europese organisatie haar onder druk kan zetten en dat ze niet onder de indruk zal zijn van om het even welke instantie. Griekenland in het nauw drijven is geen oplossing. Het zou heel duidelijk bewijzen dan de Unie niet solidair is, en dus ook niet sociaal. Op het ogenblik dat u dit leest, zal eerste minister Tsipras zijn regeringsverklaring hebben afgelegd. We zullen precies weten welke houding hij tegenover de Europese instanties inneemt.
Euro blijft overeind
De Griekse crisis – eigenlijk meer die van de Europese Unie – heeft de markten zoals voorspeld verstoord. Niet dat er paniek heerste, maar iedereen stelt zich de vraag hoe het verder moet. Uiteindelijk gaat het om de toekomst van de euro (EUR). Voorlopig profiteert de munt van de nakende monetaire expansie. Er wordt massaal staatspapier gekocht, met een verdere daling van de renteschalen als gevolg. Door minder aantrekkende conjunctuurcijfers vanuit de Verenigde Staten ging de EUR probleemloos omhoog. De trend veranderde bruusk van richting afgelopen vrijdag, toen bekend raakte dat de werkgelegenheid in het land boven de verwachtingen uitkwam. De dollar (USD) verloor niettemin 1,2 % de voorbije week. Het lichte herstel in de grondstoffenprijzen speelde in het voordeel van de Russische roebel (RUB), die 4 % verstevigde. Ook de Noorse kroon (NOK) profiteerde daarvan en won 3,1 %. De Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) herwon 1,2 %, de Braziliaanse real (BRL), daarentegen, zakte met 4,5 %.
Op de kapitaalmarkt was geen duidelijke trend merkbaar. Soeverein papier wordt nog steeds gretig opgenomen, toch stelde men een verzwakking van het langetermijnpapier vast – zeker in EUR. In USD moest het merendeel van de winst van de week afgestaan worden op vrijdag, nu de kans toeneemt dat de Amerikaanse centrale bank (Fed) haar tarieven zal optrekken. Men telde per saldo dubbel zoveel dalende stukken dan omgekeerd. Russische emittenten presteerden overal vrij goed.
Drukke primaire markt
De primaire markt blijft overspoeld met nieuwe uitgiften. Die trend zal zich zeker voortzetten tot het midden van het jaar, als de groeiverwachtingen in de Verenigde Staten blijven aanhouden. De meeste nieuwe uitgiften richten zich tot kapitaalkrachtige beleggers. Voor de kleine kwam er weinig interessants in EUR uit. Enkele uitgiften in exotische munten zullen particuliere beleggers aanspreken. In Nieuw-Zeelandse dollar (NZD) zijn de twee uitgiften van Belgische banken technisch correct. We verkiezen echter het opgegeven alternatief (alt. 2), dat kwalitatief hoogstaander is en vlotter verhandelbaar. De uitgiften in USD van supranationale emittenten kunnen benut worden om posities te verlengen, mits u de munt effectief gebruikt (geen wisselrisico).
KBC Ifima (A) raden we af, omdat het over een gestructureerde lening gaat die de eerste drie jaar een coupon uitkeert van 2,75 %, om nadien over te gaan tot drie keer het verschil tussen de tienjarige en de tweejarige swaprente, zonder dat het lager dan 1 % noch hoger dan 4,5 % kan uitkomen. Het rendement ligt dus tussen 1,63 en 3,3 %. De lening, zoals alle KBC-leningen, draagt een bail-inclausule die de bank toelaat om haar aflossing ogenblikkelijk te staken de dag dat ze in financiële moeilijkheden vertoeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier