Greenspan valt van zijn voetstuk
Tot voor kort was Alan Greenspan, de 81-jarige voormalige president van de Amerikaanse Federale Bank, nog een gevierde held zoniet een cultfiguur in financiële kringen. Het hoogtepunt was ongetwijfeld de publicatie van zijn boek The Age of Turbulence. Maar zijn ster daalt snel omdat Greenspan medeverantwoordelijk is voor de turbulentie op de huizenmarkt, die Amerika in een recessie dreigt te drukken.
De ex-bankier is op brute wijze van zijn voetstuk gehaald door verschillende critici die hem onder vuur nemen. Eén van hen is de Republikeinse senator uit Kentucky, Jim Bunnings, die Greenspan afschildert als een eigenwijze, hardhorige bankier. “De belangrijkste factoren van de crisis op de huizenmarkt zijn de mislukte monetaire politiek van Greenspan en zijn falen als toezichthouder op de financiële markten”, schreef Bunnings eind vorig jaar in de Wall Street Journal. De aanval kwam hard aan bij de welhaast ongenaakbare centrale bankier.
Bunnings schreef dat Greenspan in 2000 een crisis, de zogenoemde dotcom bubble, probeerde te bezweren met aanhoudende renteverhogingen om inflatie te voorkomen. Het ongewenste gevolg van dit deflatiebeleid was een recessie. Om uit de malaise te komen, gooide hij het stuur volledig om en verlaagde de rente naar 1 %.
Drie jaar lang bleef deze beneden de 2 %, waarmee Greenspan een ‘goedkope geld economie’ had geschapen. Dit was het fundament voor een boom op de huizenmarkt omdat kopers bereid bleken grote risico’s te nemen en geldschieters een systeem van ‘roekeloos lenen’ opzetten. Amerikanen kochten huizen, ook al konden zij zich die niet meer veroorloven zodra de rente steeg.
In 2005 steeg de rente, maar geldschieters bedachten nieuwe trucs om kopers te overtuigen. Er was geen adequaat overheidstoezicht. Ed Gramlich, toenmalig gouverneur bij de Federale Bank, waarschuwde Greenspan voor de turbulente hypotheekmarkt. Greenspan deed daarop het verkeerde. Hij adviseerde kopers hypotheken te nemen met ‘marktconforme rentepercentages’. Daarna verhoogde hij de rente zeventien keer. Ontelbare huiseigenaren kwamen in moeilijkheden en konden hun hypotheken niet meer afbetalen. Er ontstond een golf van gedwongen verkoop. De gulle geldschieters hadden intussen hun commissies opgestreken en lieten zich niet meer zien. Kortom: Greenspan heeft een puinhoop achtergelaten.
Hij probeerde zich te verdedigen met het argument dat de lage rente het gevolg was van grote spaaroverschotten op de wereldmarkt. Hij voegde eraan toe dat de Federale Bank niet de geschikte instelling was als toezichthouder op de hypotheekmarkt. “De bank is niet bevoegd als het gaat om roekeloze geldverstrekkers of fraudeurs. Dat is een zaak van Justitie”, zei Greenspan.
Zijn verdediging is echter niet overtuigend, te meer omdat hij eind vorig jaar toetrad tot het bestuur van het hefboomfonds Paulson & Co, dat een portefeuille van 700 miljard dollar beheert. De firma heeft vorig jaar grote winsten gemaakt omdat het tijdig inspeelde op een dalende huizenmarkt. Zij had een beter zicht op de markt dan Greenspan, die achter de feiten aanliep.
Er zijn overtuigende bewijzen dat de voormalige topman van de Amerikaanse Federale Bank de ontwikkeling op de huizenmarkt verkeerd heeft ingeschat.
Al in 2000 benaderde bankgouverneur Gramlich, die in september vorig jaar overleed, Greenspan met de opmerking dat de hypotheekmarkt werd overspoeld met ‘dubieuze praktijken’ van geldmakelaars in de sector van minder kredietwaardige kopers. Gramlich wilde een onderzoek, maar Greenspan wees dit af.
Ook op het Amerikaanse ministerie van Financiën ontstond bezorgdheid over de kwaliteit van de leningen op de hypotheekmarkt. Topambtenaar Sheila Blair stelde een plan voor om een stelsel van best practises te introduceren in de sector. Maar de banken en consumentengroepen wilden daar niets van weten. Greenspan had evenmin interesse.
Uiteindelijk pleitte hij voor marktconforme hypotheekrentes, als remedie voor de onhoudbare boom op de huizenmarkt. Daarmee voedde hij het monster, want geldschieters voerden ‘lokrentes’ in waarmee kopers werden verleid met lage rentes voor de eerste jaren, waarna de marktrente zou volgen.
Greenspan, zelf een expert op het gebied van huizenmarkten, sloeg alle adviezen in de wind en zei nog in 2004 dat een ‘nationale huizencrisis’ zeer onwaarschijnlijk was. Hij hield het op enkele regionale fricties. Greenspan moest deze analyse bijstellen, maar verzuimde de markt voor onkredietwaardige hypotheken door te lichten.
In 2007 breekt dan een nationale huizenmarktcrisis uit met gevolgen voor de financiële wereld op globale schaal. Intussen zaten ook grote investeringsfondsen voor honderden miljarden in de Amerikaanse hypotheekmarkt. De markt voor onkredietwaardige kopers bleek een ondoorzichtig kluwen; vol met contracten die worden gekenmerkt door list en bedrog. Twee miljoen Amerikanen verloren hun huizen. Greenspan sloeg de plank mis.
Hoe kan dat? Hij waande zich na ruim 15 jaar als bankier zetelend naast God – de dollar – ongenaakbaar. Hij werd hardhorig en betweterig. Zijn vermeende kennis van de huizenmarkt werd een obstakel omdat hij de realiteit niet zag. Wat het fundament van de Ownership Society moest worden, werd een Baken van Onteigening. Wellicht is het toch beter de ambtstermijn van een president van de Federale Bank te beperken tot maximaal tien jaar. Niemand is onfeilbaar. (T)
De auteur is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de verenigde staten.
Derk Jan Eppink
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier