Gratis software wordt echte business
Geld verdienen met gratis producten? Het kan. De ontwikkelaars van vrije software zijn volop bezig dat te bewijzen. Een gigantische bende vrijwilligers ontpopt zich tot stevige ondernemingen. Moet Microsoft buigen?
De conventie van ontwikkelaars van opensourcesoftware, Fosdem, was vorige maand met meer dan 4000 bezoekers weer een van de grootste concentraties van nerds in Europa. Op de ULB-campus Solbosch knabbelde een bonte collectie jeans en T-shirts aan vette hamburgers en Belgian frites. Maar Fosdem is maar één gezicht van de opensourcebeweging, de avant-garde, de bleeding edge. Aan de andere kant staan ietwat alternatieve ondernemers, die geld verdienen met het programmeren van vrije software. Vergelijk ze met de biolandbouwers, de ontwikkelaars van schone energie of de verstrekkers van microkrediet.
Open source of vrije software zijn programma’s waarvan de broncode vrij consulteerbaar is. Het besturingssysteem Linux is de bekendste toepassing, maar ondertussen zijn al talloze programma’s geschreven voor de meest diverse toepassingen. Vaak worden ze gratis verspreid en wordt iedereen uitgenodigd om mee te werken aan de verdere ontwikkeling. Dat is een grote tegenstelling met de klassieke softwarebouwers, die de broncode als een bedrijfsgeheim beschouwen, dat liefst in een kleine kring wordt bewaard.
Forse bedragen
“Vroeger zag je opensourcetoepassingen in beveiliging en hier en daar in een webserver”, zegt consultant Kris Buytaert, gespecialiseerd in de materie. “Vandaag zit open source in de kern van bedrijven, in de databases en de toepassingsservers. De volgende stap zijn zakelijke toepassingen.”
Het is een misvatting dat open source vandaag nog alleen een zaak van vrijwilligers is. “FreeBSD betaalt 41 % van zijn programmeurs, Eclipse meer dan 65 % en MySQL zelfs meer dan 85 %”, zegt Kris Ven van de Universiteit Antwerpen, die over open source doctoreert.
Dat met open source geld te verdienen valt, blijkt ook uit de bedragen die voor dergelijke bedrijven worden betaald. Sun kocht vorig jaar het Zweedse MySQL voor 675 miljoen euro. Nokia bood in januari 107 miljoen euro voor het Noorse Trolltech.
En de bedrijfjes vinden ook hun weg naar de kapitaalmarkt. In december haalde een team rond de Antwerpenaar Dries Buytaert, de hoofdarchitect van de ‘sociale’ contentmanagementsoftware Drupal, 5,1 miljoen euro op voor zijn Amerikaanse start-up Acquia.
Vrijesoftwareproducenten als het Amerikaans-Britse Alfresco of het Amerikaanse Pentaho zijn opgezet door voormalige topmanagers van gevestigde bedrijven, zoals Documentum en AppSource. Ook klassieke softwarefirma’s investeren zwaar in open source. Sun gaf het Javaplatform en zelfs zijn OpenSPARC-chipsontwerp vrij en is de motor achter OpenOffice, de voornaamste – en gratis – concurrent van MS Office, het immens populaire pakket van Microsoft. Sun investeerde al zo’n 2 miljard dollar in open source (dan nog zonder de MySQL-overname mee te rekenen), zegt Rudy Van Hoe van Sun. IBM publiceerde het ontwikkelingsplatform Eclipse als vrije software. Oracle verkoopt databases op Linux als een slimme manier om Microsoft bij zijn klanten buiten te houden.
En dan is er de zoekrobot Google. Kris Buytaert: “Google kan niet zonder open source. Het draait op MySQL en Linux. Maar Google geeft ook veel terug. Het stelt zijn eigen tools ter beschikking en legt ook uit hoe je ze kan gebruiken.”
Belgen manifesteren zich
Opensourcebedrijven werken bijna per definitie internationaal en hun belangrijkste programmeurs zitten overal ter wereld. Dat betekent dat er meer Belgen een rol spelen in de beweging dan uit het kleine aantal Belgische opensourcebedrijven blijkt. “Alleen dankzij open source konden we zo snel groeien”, zegt Fabien Pinckaers, de Waverse zaakvoerder van Tiny. Dat bedrijf ontwikkelt TinyERP, een vrije concurrent voor de software van bijvoorbeeld SAP om zakelijke processen te stroomlijnen. “Vijf jaar geleden begon ik op mijn eentje. Vandaag zijn we met 65. We hebben een vestiging in Québec en in India. In de afgelopen vier jaar verdubbelden we telkens onze omzet. Dat was niet mogelijk geweest als we proprietary (bedrijfseigen) software hadden verkocht”, zegt Pinckaers.
Dries Buytaert begon met Drupal toen hij aan de Gentse universiteit studeerde, maar de groep is intussen grotendeels Amerikaans.
De Ninovenaar Matt Casters werkte al tien jaar als consultant voor business intelligence, toen hij in december 2005 een programma online zette voor data-extractie, -transformatie en -loading. “Ik dacht op termijn daar een firma rond te cre-eren, maar toen belde Pentaho”, zegt hij. Die onderneming uit Florida haalde al 20 miljoen dollar durfkapitaal op en breidt uit naar Europa, met referenties als de Duitse ziekenkas GEK, de Italiaanse bank UnionFidi of, dichter bij huis, Verkeerscentrum Vlaanderen. Cronos, de systeemintegrator uit Kontich die vorig jaar meer dan 100 miljoen euro omzet boekte, helpt met de commercialisering in België.
Pure opensourcedienstenbedrijven, zoals Nixsys, Better Access of Inuits, zijn meestal klein van omvang. De trend is echter dat systeemhuizen en integratoren zoals EDS, Cap Gemini of Cronos diversifiëren in open source.
Overheid grote afnemer
Marktstatistieken geven geen eenduidig beeld over open source. Zo is het bijvoorbeeld moeilijk om het belang van het besturingssysteem Linux te kennen. Volgens de marktonderzoeker IDC groeide Win-dows vorig jaar 12,8 % in serveromzet in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Linux won 8 %. In het vierde kwartaal had Win-dows een marktaandeel van 35,7 %. In omzet stijgt het marktaandeel van het Microsoftsysteem dus.
Dirk Tombeur van Microsoft maakte op een seminarie van de ICT-gebruikersorganisatie eigen cijfers over België bekend. Volgens hem groeide Windows in ons land vorig jaar met 3 procentpunten tot 82 %, gemeten naar het aantal servers. Linux ging ook 3 procentpunten vooruit, tot 9 %, wat dus wel een groei van 50 % betekent. Volgens Microsoft groeit Linux in België in beveiliging, webservers (een marktaandeel van meer dan 50 %) en in servers voor communicatie en samenwerking. Het verliest terrein in databases.
Volgens een ander onderzoek, van het Nederlandse MarketCap in april 2007 bij bedrijven met meer dan 50 personeelsleden, zijn er grote regionale verschillen in België. Slechts 7,9 % van de Vlaamse bedrijven had een lokaalnetwerkserver onder Linux, tegen 13,6 % in Brussel en 14,2 % in Wallonië. In Vlaanderen liep Linux terug, in Brussel was de groei 27 % en in Wallonië zelfs 34 %.
Ook sectoraal zijn er grote verschillen. Volgens de recentste cijfers van MarketCap, uit juli 2006, groeide open source meer dan 20 % bij banken en verzekeringen, productie en gezondheidszorg. Meer dan 40 % van de onderwijsinstellingen had Linux in huis en meer dan 20 % van de ICT-bedrijven en overheidsinstellingen. Het is vooral in die sectoren dat Linuxbedrijven succesvol zijn. Het Brusselse Open Products, Networks & Software (OPNS) levert bijvoorbeeld aan het ministerie van Justitie.
Businessmodellen in soorten
Van ver lijkt de opensourcebeweging een monolithisch blok, maar er zitten verschillende zakelijke strategieën achter. Het Waverse Tiny is opmerkelijk omdat het met zijn ERP-pakket zo radicaal voor vrije software kiest. Tiny publiceert zijn software onder GPL, de GNU General Public License, ook bekend als copyleft (een knipoog naar copyright). Die licentievorm is de meest populaire, zegt advocaat Maarten Truyens van DLA Piper in Brussel. Ze verplicht de gebruikers van de software hun eventuele eigen verbeteringen aan de opensourcegemeenschap terug te geven, letterlijk publiek te maken. Software onder GPL mag gratis verspreid worden, maar kan ook tegen gelijk welke prijs worden verkocht, al zit daar in de praktijk een forse beperking op. Truyens: “Je kan enkel beperkingen of verplichtingen opleggen aan je directe klant. Maar die staat het wel vrij om je software vervolgens gratis weg te geven.”
Dat lijkt geen goed businessmodel voor een softwarebedrijf, maar Tiny publiceert onder GPL en komt ermee weg. “Wij zijn uitgever. Wij doen weinig aan consultancy”, zegt Fabien Pinckaers. Een netwerk van partners en gebruikers zorgt voor de verkoop van TinyERP, maar ook voor financiering en knowhow bij de ontwikkeling. De firma draait op het gentlemen’s agreement dat de kopers van de softwaremodules die niet gratis weggeven vooraleer de ontwikkelingskosten zijn gedekt. “We betalen ons personeel. Daarna blijft er niet veel over, maar we hebben onze groei altijd uit eigen middelen gefinancierd”, zegt Pinckaers over de financiële positie van zijn uitdijende praktijk. Uiteindelijk leeft zijn team van advies en support.
Veel andere uitgevers van opensourcesoftware laten hun klanten meer vrijheid. “Wij gebruiken de ‘lesser GPL’-licentie”, zegt Matt Casters van Pentaho. “Bedrijven kunnen onze softwarebibliotheken gratis gebruiken.” Lesser GPL komt tegemoet aan de wensen van klanten die wel met vrije software willen werken, maar tegelijk hun ontwikkelingen voor zichzelf willen houden. “Onder GPL zouden ze verplicht zijn om de modules waarin GPL-software zit, vrij te geven”, zegt Maarten Truyens van DLA Piper.
Het Gentse Outerthought publiceert Daisy, een contentmanagementsysteem voor handleidingen en kennisbeheer onder de Apachelicentie. “Wij proberen onze software zo toegankelijk mogelijk te maken. Hoe meer bedrijven hem gebruiken, hoe meer dienstverlening we kunnen verkopen”, zegt Steven Noels, die Outerthought zes jaar geleden samen met Marc Portier oprichtte. Net als bij Tiny en de meeste ‘klassieke’ softwarehuizen, komen de nieuwe ontwikkelingen van Outerthought er vooral op vraag van klanten, die er dan ook voor betalen. Het bedrijfje heeft een referentielijst – VRT, drukkerij Schaubroeck, Elia, de Canadese Coast Guard – die u niet achter zijn kleine 300.000 euro omzet zou zoeken. Outer-thought verwacht dit jaar meer dan een kwart te groeien.
Deeltje gratis, deeltje betalen
Andere vrijesoftwareproducenten, zoals MySQL of Trolltech, publiceren één versie van hun software onder GPL. Daarvan geven ze alle ontwikkelingen opnieuw vrij. “Maar daarnaast hebben ze ook nog een eigen product, met commerciële licenties, extra diensten en soms meer recente code en features”, zegt Kris Ven van de Universiteit Antwerpen.
En dan is er nog een groep die eigenlijk vooral gebruikers van vrije software zijn. Het Waverse Escaux is daar een voorbeeld van. “We gebruiken GPL-applicaties zoals Asterisk en SIP Express Router, maar die staan als het ware naast onze software”, zegt medeoprichter Jordi Nelissen. “Zelf werken we enkel onder een commerciële licentie.” Toch wordt de opensourcegemeenschap hier beter van, stipt hij aan. “Correcties en verbeteringen aan GPL-programma’s stellen we ter beschikking. We betalen ook ontwikkelaars van opensourceprojecten voor extra features. Die komen dan wél in het publieke domein.” Escaux won onlangs nog een groot communicatieproject voor de provincie Namen.
Ook andere en zelfs grote softwarebedrijven zien voordelen in het gebruik van opensourcemodules in hun pakketten, al willen ze dat niet aan de grote klok hangen. “Wij zijn een grote voorstander van open source. Maar ik zie niet hoe je ervan kan leven”, zegt de gedelegeerd bestuurder van een Vlaamse informaticadienstengroep, die zijn bedrijven liever niet met open source geassocieerd ziet. worden. “Als je weinig betaalt voor de licentie, betekent dat wellicht dat je veel betaalt voor de diensten”, denkt hij. Een redenering die Steven Noels van Outerthought prompt omdraait: “Ook voor klassieke software heb je vaak een aanzienlijk implementatietraject. Met open source is de klant blij dat hij tenminste de licentiekosten al niet hoeft te betalen.” Het moet gezegd dat onze anonieme ondernemer aanzienlijk hogere winsten boekt dan Outerthought.
Microsoft dekt zich in
Dat durfkapitalisten zoveel interesse hebben voor open source, kan een bedreiging vormen voor het model. “Alle bedrijven waarin durfkapitaal zit, worden vroeg of laat verkocht. Die fondsen zijn altijd op zoek naar een exit”, zei Dirk Tombeur van Microsoft op het ADM-seminarie. Maar voor Matt Casters van Pentaho – die zelf aandelenopties heeft – betekent dat niet dat de vrije software daarna weer bedrijfseigen zal worden. “Wij hebben een community achter ons die ons eerlijk houdt. Als we een richting inslaan die hen niet zint, kopiëren ze onze software en doen ze elders voort”, zegt hij.
De sterkste bevestiging van de impact van open source komt misschien wel van de grootste tegenstander, Microsoft. De Amerikaanse softwaregigant is een broeierig samenwerkingsakkoord aangegaan met Novell, de eigenaar van het opensourceplatform SuSE Linux. Microsoft betaalde Novell een goed jaar geleden 348 miljoen dollar in het kader van die nauwe samenwerking, die zowel technisch, juridisch als commercieel is. De dominante softwareproducent publiceerde op 21 februari ook een flink aantal interfaces onder de ‘Open Specification Promise’, een belofte dat ontwikkelaars ze “gratis en gemakkelijk, nu en altijd” zouden kunnen gebruiken. Kris Buytaert zou het niet verbazen mocht Microsoft zich inderdaad een aantal strategieën van de vrijesoftwarebeweging eigen maken.”Microsoft moet zichzelf heruitvinden”, zegt hij. “Vijf jaar geleden vroeg je aan een starter wie zijn gevaarlijkste concurrent was en het antwoord was Microsoft. Vandaag zouden de meesten zeggen: Google.”
(T)
Door Bruno Leijnse/Illustratie Debora Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier