Gratis kost geld
De Internet-industrie is toe aan de zoveelste swingende trend: het aanbieden van gratis toegang. Maar is dit een houdbare business case?
Tot voor kort betaalden de meeste Belgische Internet-gebruikers twee rekeningen. Bovenop de telefoonkosten die Belgacom aanrekende (30 tot 35 frank per uur in de daluren en 120 frank in de piekuren), kwam het abonnementsgeld dat ze aan hun access provider betaalden voor het eigenlijke surfen op Internet. Dat abonnementsgeld beliep, afhankelijk van de provider en de gekozen formule, zo’n 1000 tot 10.000 frank per jaar. De uitzondering op de regel vormen de kabelmaatschappijen à la Telenet en TVD, die hun klanten een all in-bedrag – vanaf 1499 frank of 1850 frank per maand – aanrekenen voor de verbinding naar én op het Net, ongeacht tijdstip en duur van het surfen.
Maar sinds begin augustus
is de situatie grondig gewijzigd. Freebel (zie Trends, 19 augustus 1999, blz. 16) liet toen als eerste aanbieder de abonnementsgelden vallen en lokte met gratis Internet-toegang 18.000 abonnees op drie weken tijd.
Het voorbeeld is snel gevolgd vanuit heel diverse sectoren. Het Gemeentekrediet biedt nu gratis toegang aan de klanten van zijn Netbanking-diensten. Voor pc-fabrikanten als Packard Bell, Compaq en Dell is het aanbieden van gratis Internet-toegang een uitstekende toegevoegde waarde bij de verkoop van hun toestellen.
Mobistar hoopt met gratis Internet zijn bestaande klanten beter te binden en ook nieuwe klanten te lokken. Daarnaast wil de telecomoperator ook het Internet-gebruik meer integreren met het gsm-gebruik. Via de speciale inbelpunten van Wanadoo, de Internet-dienst van zusterbedrijf Euronet Internet, biedt Mobistar goedkopere Internet-verbindingen aan voor gebruikers van een gsm die met hun toestel willen surfen.
VT4 wil met gratis toegang min of meer hetzelfde businessmodel volgen als bij zijn televisie-uitzendingen. De Britse zender hoopt dagelijks een grote groep surfers te lokken naar zijn website en wil daar geld uit puren door reclame en de verkoop van allerlei producten aan de surfers. Ook Freebel en “klassieke” toegangsleveranciers als Planet Internet en World Online volgen dit model voor hun gratis Internet-toegang.
Het grote verschil
De trend naar gratis toegang tot Internet komt overgewaaid uit Groot-Brittannië. Daar begon Dixons, een grote elektro-winkelketen, in september vorig jaar met de gratis Internet-dienst Freeserve. Freeserve had op minder dan een jaar tijd meer dan 1 miljoen abonnees, zowat het dubbele van grote concurrent AOL die nog steeds met betalende abonnementen werkt. Bovendien is bijna de helft (42%) van de Freeserve-abonnees nieuw op Internet. Intussen kreeg Freeserve navolging van bijna honderd andere bedrijven, waaronder warenhuisketen Tesco, telecomoperator British Telecom en voetbalclubs als Arsenal.
Gratis Internet-aanbieders
speculeren op drie bronnen van inkomsten:
Interconnectievergoedingen. De Internet-aanbieders hangen hun toegangspoorten aan het netwerk van alternatieve operatoren. Die ontvangen dan voor het afwerken van de (betalende!) oproepen van de surfers naar het Internet een terminating fee van Belgacom (29 frank per uur in de daluren en 35 frank in de piekuren, inclusief BTW). Volgens insiders wordt typisch 50% van die fee door de alternatieve operator doorgestort naar de Internet-aanbieder, na aftrek van zijn kosten (1 tot 5 frank per uur volgens Belgacom). Dit systeem levert Internet-aanbieders dus waarschijnlijk minimum 12 frank per uur per oproep op. Freebel-baas Vincent Muylle beweert dat hij al na tien dagen de kritische massa had bereikt om met deze doorgestorte interconnectievergoedingen uit de kosten te raken. Alexander Van de Rosteyne van Planet Internet (een filiaal van telecomoperator KPN Quest) is sceptisch: “Als hij daar in slaagt, moet ik hem feliciteren. Met de investeringen die de grote providers hebben gedaan in hun netwerk, kunnen ze er niet in slagen om dit snel met de gelden van de interconnectie te recupereren.”
Probleem is
dat Belgacom klaagt dat het geld verliest aan Internet-toegang in de daluren. De nationale operator ontvangt immers zelf “maar” 35 frank per uur (voor het eerste uur) van wie ‘s avonds inbelt naar Internet. Na aftrek van 29 frank interconnectievergoeding laat dat de operator maar 4,74 frank (na aftrek van BTW) om zijn kosten te dekken. Belgacom dreigt er daarom mee om de kosten van het bellen naar Internet vanaf 1 november op te trekken naar 45 frank per uur in de daluren. Het alternatief – speciale “Internet”-nummers – zal het knusse samenspel tussen Internet-aanbieders en alternatieve operatoren opblazen. Als compensatie biedt Belgacom aan om zijn eigen inkomsten rechtstreeks met de Internet-aanbieders te delen. Zeker is dat de Internet-aanbieders over enkele maanden minder inkomsten uit het interconnectiesysteem zullen beuren. De interconnectietarieven vanaf 2000, waarover momenteel wordt onderhandeld, zullen naar verwachting 10% tot 20% lager liggen.
Reclame. Gratis toegangspakketten worden zodanig geconfigureerd dat surfers altijd starten op de homepage van de aanbieder. Adverteerders kunnen op die pagina hun boodschap kwijt aan de cybernauten. De surfers kunnen meestal ook een gratis e-mailadres aanvragen, maar moeten hun mail consulteren op de site van de Internet-aanbieder. Daar krijgen ze niet alleen de hele tijd advertenties te zien. Het tikt ook lekker aan voor de interconnectievergoedingen (de terminating fee). De abonnee moet immers on line zijn om zijn mail te lezen.
Daarnaast krijgen adverteerders bij aanbieders als Freebel ook de mogelijkheid om commerciële e-mails te richten aan de abonnees. Freebel vraagt bij de registratie van zijn abonnees immers naar heel wat persoonlijke gegevens en speelt op vraag van de adverteerder een lijst met e-mailadressen door van abonnees die beantwoorden aan de segmenten die de adverteerder wil bereiken. “We beseffen dat we onze abonnees niet kunnen overstelpen met zulke commerciëlee-mails,” vertelt Vincent Muylle van Freebel. “Daarom zullen we dit aantal per abonnee beperken tot maximum twee per maand. Bovendien proberen we aan zulke e-mails ook prijzen te koppelen die de klanten kunnen winnen als ze naar de site van de adverteerder surfen.”
Probleem is
dat de on line-reclamebudgetten momenteel nauwelijks iets voorstellen. In 1998 registreerden reclameregies voor een totaal van 84 miljoen frank aan reclamegelden voor de hele Belgische Internet-industrie. Analisten als Forrester Research verwachten wel een quantumsprong: tegen 2004 zou in Europa 5% van het reclamebudget naar Internet gaan. Ter referentie: in het eerste semester 1999 werd in België volgens de (overschatte) cijfers van MediaMark en Carat/Crystal ruim 33 miljard frank aan reclame uitgegeven (zie Trends, 26 augustus, blz. 65). Managing partner Erwin Jansen van Webvision (ex- LDVBates Digital, zie Trends, 26 augustus, blz. 72) verwacht dat op termijn “hoogstens 20%” van de kosten van de gratis Internet-diensten door reclame kan worden gedekt.
Elektronische handel. De meeste aanbieders van gratis Internet hopen op hun site producten te kunnen slijten aan de surfer. Dit is het model dat grote Internet-diensten als Yahoo! of Amazon volgen.
Probleem is
dat het winkelen via Internet in België nog geen hoge vlucht heeft genomen. Volgens het onderzoeksbureau Insites, voorjaar 1999, heeft 35% van de Belgische surfers al ooit een product gekocht via Internet. Zeventien procent van die deelgroep (dit is bijna 6% van de surfers) zegt wekelijks iets te kopen. Surfers tot shoppers maken “is een werk van lange adem,” geeft ook Alexander Van de Rosteyne van Planet Internet toe. “En ik verwacht dat wij onze adem minstens twee jaar zullen moeten aanhouden.”
Sterke merken
En dan is er nog de factor concurrentie. In Groot-Brittannië nemen vele surfers een abonnement bij verschillende gratis providers. De Internaut is geen trouwe minnaar en vlindert makkelijk van de ene aanbieder naar de andere. Hoe hem binden? “De concurrentie zal niet langer meer gespeeld worden op toegang, maar wel op inhoud ( nvdr – informatie, amusement…),” voorspelt Van de Rosteyne. De relatief onbekende aanbieder Gate 71 probeert zich met extra diensten – in casu gratis Internet-opleidingen – te onderscheiden.
Sterke merken zullen een belangrijke differentiator worden, stelt Erwin Jansen van Webvision, iets wat ook door het “e-branding” onderzoek van Insites is bevestigd. Gemeentekrediet, VT4 en Mobistar, onder meer, kunnen hiervan profiteren. Een provider als World Online probeert zijn relatieve onbekendheid daarom te compenseren door zijn gratis Internet-dienst te commercialiseren via de krant De Morgen, die haar lezers op deze manier trakteert op gratis Internet.
Zoals de investeringen in Yahoo!, Amazon of ExciteATHome bewijzen, is het creëren van een aantrekkelijke portaalsite met loyale bezoekers iets voor heel grote jongens. Wie op dit model speculeert, zal diepe zakken moeten hebben. Ervaring elders toont alvast dat de vraag naar gratis toegang bestaat. “Het is geen rage. In het buitenland blijft het fenomeen groeien,” zegt algemeen directeur Marc Van Aken van Internet-provider UUnet.
KRISTOF VAN DEN BRANDEN/BNL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier