Gratie voor minifraudeurs?

Vanaf 1 januari 2002 kan de kleine fiscale sjoemelaar zijn zwarte franken witwassen in euro’s. Sommigen vrezen dat vooral de winkeliers de miljoenen zwarte briefjes van 10.000 frank gepresenteerd zullen krijgen. Gevolg: acuut gebrek aan wisselgeld in de distributie. De enige oplossing, zegt professor Jef Vuchelen, is een tijdelijke opheffing van de antiwitwaswetgeving.

Vluchten kan niet meer. Tussen 1 januari en 28 februari 2002 zullen uw zakken gevuld zijn met zowel franken als euro’s. In die periode kan iedereen de nationale munten inruilen voor Europese valuta. Haalt u tijdens de lenteschoonmaak toch nog enkele muntstukken of biljetten van onder het stof: geen nood. De banken en De Post zullen tot eind 2002 franken gratis omwisselen. Bovendien blijft de Nationale Bank dit voor muntstukken doen tot eind 2004. Biljetten aanvaardt de bank “tot in de eeuwigheid”.

Het Belgische Commissariaat-generaal voor de Euro hoopt dat wij ons “rationeel” zullen gedragen tijdens deze overgangsperiode. Rationeel betekent dat we allemaal het uitgestippelde plan netjes, stap voor stap, volgen. Met de Spaarpotactie van 15 oktober tot 15 november 2001 hoopt de overheid bijvoorbeeld het gros van de munten te incasseren en om te zetten in deposito’s. Maar elders vertoont het scenario gaten. Het houdt amper rekening met het zwarte geld dat een uitweg zal zoeken tijdens de omwisseling. Ook wordt de snelheid onderschat waarmee de opgepotte biljetten zullen bovenkomen.

De 349 miljoen biljetten die circuleren kunnen niet worden geruild in die periode. “Zij bezorgen de overheid terecht geen logistieke kopzorgen,” zegt Jan Smets, commissaris-generaal voor de euro. “De fysieke impact is gering. Alle munten tezamen wegen 16.000 ton, de biljetten één vijftigste. Voor de inzameling en het transport gaat onze aandacht dus uit naar de munten.”

Biljetten: wisselen of bewaren?

Voor het gros van de biljetten blijven voor de consument maar twee inruilopties over. Ofwel besteedt hij ze in een winkel en moet de winkelier wisselgeld in euro teruggeven. Ofwel zet hij het geld op de bank. Het commissariaat hoopt dat de consument de distributie vermijdt en zijn opgepotte geld niet allemaal in die eerste twee maanden op de bank zal zetten. De overheid zal de burger via campagnes informeren over de mogelijkheid van het uitstel.

Jef Vuchelen, professor aan de Vrije Universiteit Brussel, ziet hier al een probleem: “En als de houder van opgepot geld nu eens niet wil wachten?” Antwoordt een zelfverzekerde medewerker van het commissariaat: “Hij zal wachten. De lange files aan de bankloketten zullen de klant ontmoedigen en naar huis doen terugkeren.”

De professor gaat ervanuit dat er miljarden zullen vrijkomen tussen 1 januari en 28 februari 2002. Hij maakt een rekensom. Een kleine 8% (27,5 miljoen stuks) van alle biljetten in omloop bestaat uit briefjes van 10.000 frank. Dit percentage vertegenwoordigt meer dan de helft van de totale waarde van alle bankbriefjes – 275 miljard frank op 543,5 miljard. Twee derde van de biljetten van 10.000 frank zijn opgepot, zo’n 18 miljoen in getal. Elke Belg vult dus een sok met 1,8 biljetten van 10.000 frank.

Gesteld dat deze 18 miljoen biljetten terechtkomen bij 75.000 verkooppunten in de periode van twee maanden, dan betekent dat 4,6 biljetten per verkooppunt per dag. Peter Haegeman van Fedis, de beroepsfederatie voor de distributiesector: “Met de helft komt een KMO al in de problemen. De winkelier is niet in staat het gepaste wisselgeld te geven. Het gevolg: een cash crash. Bovendien ontstaan files aan de kassa. De mensen zien van hun aankopen af en de distributie derft inkomsten. Als iedere klant een halve minuut langer aan de kassa staat, kan dit leiden tot een inkomstenverlies van 15%.”

“Wie gaat er nu met een briefje van 10.000 frank naar de bakker,” vraagt Mark Maréchal, medewerker van het kabinet van de minister van Financiën Didier Reynders (PRL), zich af. Het antwoord op deze vraag is betrekkelijk eenvoudig: iedereen die zijn zwarte geld op een niet-traceerbare manier wil omruilen tegen het nieuwe eurogeld.

Omruilen is witwassen

Volgens Vuchelen verhindert de antiwitwaswetgeving dat de kleine sjoemelaar zijn geld via banken inruilt. De witwaswetgeving stelt immers dat elke verdachte transactie moet worden gemeld aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (de ‘witwascel’). Bovendien moet elke klant die meer dan 400.000 frank wenst in te wisselen zijn identiteit vrijgeven. En daar knelt het schoentje. Biljetten van 10.000 frank worden net gebruikt vanwege hun liquiditeit en anonimiteit. Geschat wordt dat meer dan de helft van de 27 miljoen 10.000 frank-biljetten in het zwarte circuit circuleren.

“Eigenlijk zijn deze contanten voor de kleine man wat de offshorebanken zijn voor de gesofistikeerde fraudeur: anonieme geldmiddelen die amper traceerbaar zijn,” schetst een onderzoeker van de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie ( CDGEFID), de gerechtelijke onderzoekseenheid die wordt ingeschakeld voor zware fraude die door de witwascel wordt gerapporteerd. “Alleen heeft de klant van die banken het voordeel dat zijn geld van de ene dag op de andere in euro wordt omgezet. Geen kat die erachter komt.”

Fiscalist-advocaat Victor Dauginet vult aan: “Het zwarte geld van de grote vermogens zit veilig weggeborgen in offshorestructuren. De rekening in pond of Zwitserse frank blijft bestaan, ver van de eurozone. De aandelenrekening in Luxemburgse frank wordt van de ene dag op de andere een rekening in euro, zodat ook daar geen probleem is.”

En de kleine fraudeur? Die heeft geen ander alternatief dan de winkel, meent Vuchelen. De overheid weigert haar eigen logica door te trekken. Hoewel zij concludeert dat grote bedragen zijn opgepot of zich in het zwarte circuit bevinden, stelt zij geen oplossing voor om deze gelden op te vangen. “Ofwel organiseert de regering een fatsoenlijk scenario dat de omwisseling van gelden uit de zwarte of criminele sector aanpakt, ofwel laat men de antiwitwaswetgeving achterwege bij de omschakeling. Nu verschuift men de problemen enkel naar andere sectoren zoals de distributie.”

Vanuit de banksector en de overheid reageert men verontwaardigd op dit voorstel van een feitelijke fiscale amnestie voor de sjoemelende kleine man. “We zullen zelfs extra voorzichtig zijn in verband met mogelijke frauduleuze operaties aan onze loketten,” zo reageert een ferme André Coux, hoofd van het betalingsverkeer van Bank Nagelmackers.

Paniek bij kleine sjoemelaars

Meester Dauginet heeft al een aantal paniekerige reacties geregistreerd van mensen die begin 2001 een Gutt-operatie vrezen (de massale omruiloperatie na de Tweede Wereldoorlog om winsten uit de collaboratie weg te werken). “Eigenlijk is het zeer eenvoudig,” stelt hij. “Wie zwarte bedragen in cash heeft liggen en die naar boven brengt, is volgens de letter van de wet een witwasser.”

In principe wordt de informatie van de bank doorgegeven aan de witwascel, die ze kan doorspelen aan de rechercheurs van de CDGEFID. Commissaris-generaal Smets nuanceert: “De antiwitwaswetgeving tracht het geld uit criminele sectoren op te sporen. Het gros van de Belgen hoeft zich geen zorgen te maken. Als de banken elke omwisseling van grote spaargelden als verdacht zouden signaleren, betekent dit dat het aanhouden van spaargelden a priori als een verdachte handeling zou worden beschouwd. Deze redenering gaat niet op voor mensen die hun spaarpot komen inruilen. Die moeten niet vrezen dadelijk onder verdenking te worden geplaatst. Tenslotte is in België elke persoon die een rekening aanhoudt bij een financiële instelling verplicht zijn identiteit vrij te geven. Wie naar zijn reguliere bank stapt om gelden om te wisselen, geeft zijn identiteit sowieso vrij, of het nu een transactie onder of boven 400.000 frank betreft.”

Ook Victor Dauginet benadrukt dat de banken autonoom beslissen – elk volgens hun eigen interne rapporteringregels – wanneer een financiële verrichting moet worden gemeld aan de witwascel. De identificatie op zich is wel verplicht voor transacties boven de 400.000 frank, maar als de bank meent dat het geen verdachte operatie is, kan ze beslissen de informatie voor zich te houden. “Als de boetiek om de hoek bijvoorbeeld met honderd briefjes van 10.000 frank aankomt na de koopjesperiode, kan dat gerust afkomstig zijn van de verkopen tijdens de drukke feestdagen. Als een nobele onbekende aan het loket 600.000 frank in kleine coupures presenteert voor een wisselverrichting, zullen de alarmlichten gaan knipperen, met alle gevolgen vandien.”

Victor Dauginet meent niet dat de klanten er zo makkelijk mee wegkomen. “Vergeet niet dat elke loketbediende op zich een intern witwascelletje is dat er zijn eigen politiek op nahoudt,” meent hij. “Hoe verdacht een transactie lijkt, zal soms afhangen van de waakzaamheid van die bediende op dat kritieke moment. Allesbehalve een criterium om de financiële planning van dit soort gelden van af te laten hangen, met andere woorden.”

Vuchelen ziet niet in hoe banken nog vertrouwen bij hun klanten kunnen inboezemen. “Jarenlang hebben zij de klanten ontmoedigd om hun zaken rechtstreeks met de bankbediende af te handelen. Alles moet via de automaten. De vertrouwensrelatie met de bankier is helemaal zoek. Bovendien kan of durft geen enkele bediende zijn nek nog uit te steken na de KB Lux-affaire.”

Oma kan op twee oren slapen

Maar zelfs áls de zaak wordt doorgegeven, is er amper een probleem. “De ervaring leert dat witwassen – zeker die door de kleine particulier – geen prioriteit is voor het parket,” sust Dauginet. “Om het risico van een gerechtelijk onderzoek te beperken, kan men dat geld best netjes aangeven aan de fiscus. Die zal inderdaad een belasting heffen, afhankelijk van de zaak. Van de ene dag op de andere is dat geld dan officieel, zonder dat er financiële acrobatentoeren moeten worden uitgehaald. Voor veel mensen zal de omschakeling naar de euro op die manier een zuivering van de ziel betekenen. Eindelijk is men van zijn zorgen af. Eindelijk zullen ze op een normale manier van hun geld kunnen genieten.”

De soep moet niet zo heet worden gedronken als ze wordt geschonken, klinkt het ook bij de CDGEFID. “Alleen zware fraude komt bij ons terecht,” aldus een misdaadbestrijder. “Wij gaan ons niet bezighouden met het schaduwen van oude dames die de successierechten van hun overleden echtgenoot hebben achterovergedrukt.”

Er zijn ook andere, creatievere oplossingen om de zwarte bedragen om te zetten in euro. Smurfen, bijvoorbeeld. Door de bedragen onder de notificatiedrempel te houden, vermijdt de klant dat de bank een en ander doorspeelt. Dauginet: “De Belgische individuen met niet al te veel zwart geld – een paar miljoen, laten we zeggen – reizen op een voormiddag naar Luxemburg om her en der drie- tot vierhonderdduizend frank te beleggen in aandelen, obligaties en fondsen. Zo lang hoeft dat allemaal niet te duren.”

“Als buitenlandse deposito’s een oplossing zouden zijn, waarom zijn er dan nog zoveel briefjes van 10.000 frank in circulatie,” vraagt Vuchelen zich echter af. “Door de briefjes cash aan te houden, derft men belangrijke rente-inkomsten. Om een of andere reden wordt er de voorkeur aan gegegeven baar geld aan te houden. Dat zal in de toekomst niet veranderen.”

De omruiling kan ook romantischer. Vlak voor de inruilperiode zijn er feestdagen. Misschien hét moment om luxegoederen aan te kopen met het zwarte geld. “Heel wat Vlaamse vrouwen zullen zich in de kerstperiode mogen verheugen op een mooie collier, aangekocht met geld dat naar boven moet komen tijdens die mini-Gutt,” glimlacht Dauginet. “De Antwerpse diamantairs en juweliers zullen tevreden zijn.” De bijzonder nuchtere kabinetsmedewerker Maréchal gelooft ook dit scenario niet: “Wie gaat er nu nutteloze inkopen doen om zijn geld wit te wassen?”

Volgens Vuchelen zullen niet de juweliers, maar vooral de bakkers en supermarkten worden overstelpt met grote coupures. “De truc bestaat erin om met een zo laag mogelijke prijs, bijvoorbeeld voor een brood, zoveel mogelijk wisselgeld in euro te ontvangen. Natuurlijk kan men niet elke dag bij de kruidenier om de hoek met een briefje van 10.000 frank aankomen. Men zal dan naar de grootwarenhuizen trekken waar men voor een anonieme en onverschillige kassierster komt te staan.”

De medewerker van het commissariaat-generaal vindt het hele scenario ridicuul: “Het biljet van 10.000 frank is helemaal geen courant betaalmiddel.” De terugkeerfrequentie – een indicator die onder meer aangeeft hoe courant een betaalmiddel wordt gebruikt – van het biljet van 10.000 bij de Nationale Bank is zeer laag: 1,8 tegen 4,4 voor het biljet van 1000 frank. Hieruit kan worden afgeleid dat het briefje van 10.000 frank eerder als spaar- dan als betaalmiddel wordt gebruikt. “Waar maakt men zich zorgen om?”

Is er een alternatief?

CVP-fractieleider Yves Leterme poogde onlangs via een vraag in de Kamer het probleem van de briefjes van 10.000 frank aan te kaarten bij minister van Financiën Reynders. Verder dan enkele toelichtingen bij getallen en wetgevingen kwam Reynders – naar eigen zeggen nochtans een intelligent man – echter niet. In tegenstelling tot Spanje, dat de antiwitwaswetgeving versoepelde en zijn burgers toelaat grotere bedragen in te ruilen zonder zijn identiteit weer te geven, doet de minister of zijn neus bloedt. “Ik kan niet voorspellen wat de probabiliteit van een cash crash is,” zegt Vuchelen. “Maar al die biljetten van 10.000 frank zullen een weg naar de oppervlakte zoeken. Als de overheid zich geen zorgen maakt over die opmars, moet zij maar eens concreet openbaren hoe zij die stroom van biljetten gaat opvangen of hoe zij de distributie hierin zal helpen. Voor mij is de enige oplossing in het huidige klimaat het opheffen van de antiwitwaswetgeving, opdat de banken als eerste aanspreekpunt gaan dienen.”

Voor Peter Haegeman van Fedis is deze oplossing niet voldoende: “De Europese Centrale Bank moet de vervroegde aanschaf van eurobiljetten toelaten en niet wachten tot 1 januari 2002. Men zou het als een reis naar euroland moeten promoten, waarbij de reiziger zich op tijd voorziet van de vreemde munt.”

Waarom de ECB de vervroegde verspreiding van biljetten verbiedt, is onduidelijk. “De ECB wil geen verwarring scheppen,” getuigt Vuchelen, “maar de verspreiding van biljetten op 1 december 2001 in plaats van 1 januari 2002 zou geen verschil mogen maken.”

Andere oplossingen zoals het weigeren van grote coupures door de winkeliers of het slechts aanvaarden van het briefje dat net boven de aankoopprijs ligt – bijvoorbeeld een aankoop van 236 frank mag enkel betaald worden met een briefje van 500 frank – zijn voor Haegeman uitgesloten. “Dergelijke toepassingen zijn niet bepaald klantvriendelijk,” getuigt hij. “Wij wachten op een fundamentele oplossing van de ECB. Momenteel zijn wij nog zwaar ontgoocheld.”

De kans op een wijziging van het scenario, vervroegde verspreiding of aanpassing van de antiwitwaswetgeving, is volgens Vuchelen klein: “Dan zouden ze moeten toegeven dat ze al jaren verkeerd bezig zijn,” verklaart hij.

Volgens commissaris-generaal Jan Smets zal er ook niets meer veranderen: “Als alle actoren hun medewerking blijven verlenen, sluit ik geen ongemakken maar wel een chaos of een crash uit. Wat mij betreft, is het scenario definitief afgesloten.”

An Goovaerts Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content