Grand Cru Flamand

De Thienpont-dynastie

Vieux Château Certan, Le Pin, Château Labégorce Zédé, Château Puygueraud en Châteaux Laclaverie. Al deze wijnen hebben één ding gemeen : ze worden gemaakt door een Thienpont, afstammelingen van Georges Thienpont, die in de jaren ’20 in Pomerol neerstreek. Een unieke familie van Vlaamse wijnboeren : Etikhove aan de Gironde.

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S : MARNIX VAN ESBROECK

Het is een op zijn minst merkwaardig verhaal dat zo’n 150 jaar geleden begonnen is. De Thienponts vormden een respectabele familie van rechters en advocaten in Oudenaarde. Het is bekend dat in deze middens op zondag na het copieuze middagmaal vaak een goeie fles werd gekraakt en een dikke sigaar werd gerookt. Jean-Ignace Thienpont wiens naam nog op de Congreskolom prijkt omdat hij na de onafhankelijkheid mee de grondwet van België heeft opgesteld boog zich niet alleen over juridische teksten, maar was tevens een fervent wijnliefhebber. Een paar keer per jaar dokkerde hij met de diligence naar Bordeaux om er zijn inkopen te doen. Zijn zoon Camille Thienpont zette deze traditie naarstig verder en haalde hele vaten op in Pomerol, Saint Emilion en andere beroemde wijndorpen. Zijn vrienden lustten ook een glas en wilden graag bevoorraad worden. En zo kwam hij in 1842 op het idee om een wijnhandel te beginnen. Tot hiertoe de logica zelve. De wijnhandel bestaat trouwens nog en is steeds gevestigd in het mooie 16de-eeuwse Hof te Cattebeke in Etikhove, nabij Oudenaarde. Wijnhandel Thienpont verdeelt vanzelfsprekend ook de wijnen van de familie.

Georges Thienpont, de kleinzoon van Camille, was eveneens door de wijnmicrobe gebeten en ging nog een stap verder na de Eerste Wereldoorlog. In 1921 kocht hij het beroemde Château Troplong Mondot in Saint Emilion, drie jaar later voegde hij ook Vieux Château Certan in Pomerol aan zijn bezit toe. In die tijd kon men een wijngoed voor een ‘prikje’ kopen, vergeleken met de huidige waarde. Georges Thienpont boerde een tiental jaren heel goed met zijn twee kastelen. Vier opeenvolgende misoogsten in het begin van de jaren dertig en de nasleep van de crash van Wall Street noopten hem echter tot de verkoop van één van zijn domeinen. Het werd een moeilijke keuze. Hij behield Vieux Château Certan en verkocht Troplong Mondot aan de familie Valette die het nog steeds in bezit heeft. Tot voor enkele jaren werd de helft van de productie van Troplong Mondot in België verkocht. De wijn dankte zijn Belgische populariteit nog steeds in grote mate aan Georges Thienpont.

De Thienponts

waren niet alleen wijnliefhebbers wat dat betreft zijn de appelen niet ver van de boom gevallen maar ook stichtten ze grote gezinnen met soms 12 of 13 kinderen. Wat een enorme versnippering van het bezit meebracht en het zeker niet makkelijker maakte bij de overgang van de ene generatie op de andere. Georges Thienpont had 6 kinderen, die goed waren voor 44 kleinkinderen. Na de dood van Georges in 1962 bleven enkele kinderen in de wijnbouw actief. George (zonder ‘s’) nam Château Puygueraud dat in 1946 door zijn vader gekocht werd, voor zijn rekening. In 1985 kwam daar Château Laclaverie bij, dat door zijn zoon Nicolas gerund wordt. Léon werd gerant van Vieux Château Certan, bleef dat tot aan zijn dood in 1985 en werd opgevolgd door zijn zoon Alexandre. Gérard ging de wijnhandel in Etikhove leiden. Marcel Thienpont maakte carrière in de zakenwereld, was voorzitter van het Brussels Verbond van Ondernemingen en werd vooral bekend om de hoofdrol die hij speelde bij de Kredietbank. Twee van zijn kinderen gingen zich op hun beurt met de wijn bezighouden : Luc, de huidige gerant van Labégorce Zédé, en Jacques, quasi alleen-eigenaar van Le Pin, het kleine maar exclusieve pomeroldomein dat in 1979 gekocht werd. Een herschikking van de aandelen in juni 1995 heeft meegebracht dat de tak van Marcel Thienpont, met zijn vijf kinderen, zowel de châteaus Labégorce Zédé en Le Pin bezit, als een meerderheid van de aandelen in Vieux Château Certan heeft.

Op een zaterdagnamiddag

vallen we bij George Thienpont binnen in het veertiende-eeuwse kasteel, waar ooit de ridders van Malta vertoefd hebben. We hebben die middag niets gegeten en bedelen als schooiers om een stuk brood. Wat de gastheer meteen de gelegenheid geeft ons zijn beroemde gerookte ham te laten proeven. Hij snijdt een paar plakken hesp en schenkt een Château Puygueraud van 1985. De dag kan niet meer stuk. “Ik maak die ham volgens een recept dat minstens 150 jaar oud is”, vertelt ‘filosoof’ George Thienpont, genietend van zijn eigen wijn. “Het recept moet uit Bordeaux naar Vlaanderen zijn overgewaaid met mijn overgrootvader. Maar hier in de streek is men het vergeten. De hesp moet in de eerste plaats van goede zwijnen komen, en die worden zeldzaam. Ik leg ze in zout in, met een twintigtal verschillende kruiden, en pekel ze met wijn en most. Voor acht hespen heb ik twintig liter wijn nodig. Dan rook ik ze en hang ze te drogen. Ze zijn zo lekker dat men er een paar weken geleden zeventien van de haak heeft geplukt. De dieven hebben er eentje laten hangen. Dat is toch vriendelijk.”

George Thienpont leidt ons met de auto rond door zijn domein, 250 hectare groot, in het glooiende landschap van de Côtes de Francs. Behalve 30 hectare wijn (merlot, cabernet franc, cabernet sauvignon en een beetje malbec), heeft hij ook kiwi’s en koolzaad aangeplant en houdt hij koeien, de beroemde blondes d’Aquitaine (“Mijn blondjes”). Hij is negenenzeventig, maar zit nog boordevol plannen. Zo wil hij volgend jaar bosgronden aankopen om zijn jachtgebied uit te breiden. “Want : jagers zijn drinkers.” Hij is bezig met de aanleg van vijvers om zoetwaterkreeftjes te kweken… omdat hij die zo graag lust. “En ooit begin ik nog met truffels. Om dezelfde reden.”

Hij vertelt met genoegen over zijn oudste zoon, die dokter in de rechten en de wijsbegeerte is, maar liever boer werd. Hij vertelt over zijn overgrootvader Jean-Ignace die in zijn kelder 52 vaten wijn staan had. “Hij had grote dorst.” Elke donderdag hield hij ‘table ouverte’ en mocht iedereen van het dorp komen eten (en drinken). Hij vertelt over zijn vader die als een echte flandrien de kasseien trotseerde en met de fiets van Etikhove naar Bordeaux reed om zijn buik kwijt te geraken. George Thienpont heeft zich vlak na de oorlog in Frankrijk gevestigd om te beginnen boeren. Tevoren had hij een paar jaar als advocaat gepleit. “Maar : het stinkt in de rechtbank. Ik ben gelukkig dat ik voor dit leven gekozen heb.” Of hij zijn vertrek uit Vlaanderen (“Dat ik lief heb”) nooit betreurd heeft ? “Het enige waar ik spijt van heb, is dat mijn kinderen geen Nederlands kennen.”

Een tweede fles komt op tafel. “Goede wijn, en aan een christelijke prijs.” De ham en de wijn smaken goddelijk. “Een fles bij het middageten en een fles ‘s avonds. Daar blijft een mens gezond van. Maar het moet goeie wijn zijn, die blijft boeien tot de fles leeg is.”

Wanneer we afscheid nemen, drukt hij zijn vrouw fier tegen zich aan. “We zijn 51 jaar getrouwd en ze heeft dertien kinderen gebaard. Zou je niet zeggen, hé.” En hij besluit : “In de sponde moet men altijd dezelfde vrouw aantreffen, in de wijnkelder is plaats voor verschillende flessen…”

Van Puygueraud naar Pomerol

is amper tien minuutjes rijden. Vieux Château Certan is een van de mooiste kastelen in het wijndorp. De naam is ook het meest verbonden met de Thienponts. De gerant is Alexandre Thienpont, veertig, in Frankrijk geboren en Franstalig. “Ik veronderstel dat ik de dubbele nationaliteit heb. Belg of Fransman zijn, dat interesseert me niet. Ik ben Europeaan.” Vanop het kasteel heeft men een magnifiek uitzicht op wijngaarden die tot de beroemdste der aarde behoren. Alexandre laat zijn wijsvinger over het landschap dwalen en somt zijn buren op : “Van links te beginnen : Pétrus, L’Evangile, La Conseillante, Petit Village, Le Pin, Certan-Demay, Certan-Giraud. Het is half september en Alexandre heeft zijn Merlot als enige binnengehaald voor het beginnen regenen is. “Bij het maken van wijn zijn twee dingen van belang : zichzelf voortdurend in vraag stellen, en een tikkeltje intuïtie hebben. Bovendien gaat de wijn na enige tijd op de wijnmaker lijken.” Het jonge sap schuimt in de kelder. “C’est une année qui mousse : 1995 zal een zeer groot jaar worden.” Vieux Château Certan heeft 60 procent merlot, 30 procent cabernet franc en 10 procent cabernet sauvignon. “Over een wijnstok praten, is niet praten over een ding, maar over een levend wezen.” Het domein is 13 hectare groot. Dat vertegenwoordigt een enorm kapitaal. De naakte grond heeft een waarde van 4 miljoen Franse frank per hectare. En dan hebben we het niet eens over de wijnstokken, het kasteel en de naam van het huis. “Ik heb geen enkele verdienste”, zegt Alexandre. “Ik pluk de vruchten van de arbeid van de vorige generatie. Zij hebben de revolutie in de wijnkelder meegemaakt, de grote technologische vernieuwingen, de nieuwe oenologische inzichten.”

Vieux Château Certan heeft een facelift gekregen. Het millésime 1995 zal anders smaken : minder hard, soepeler, makkelijker drinkbaar. “De mensen willen wijn die sneller kan gedronken worden. De pers speelt een belangrijke rol in het bepalen van het modebeeld en dringt haar wil op.” In de kelder proeven we een 1993 van de oude stijl. De geur van het korenveld, smaaktoetsen van cassonadesuiker en zoethout. Een grote pomerol voor een grote tafel, een beetje medocachtig door de aanwezigheid van vrij veel cabernetdruiven. In tegenstelling tot Pétrus, dat honderd procent merlot gebruikt.

Amper honderd meter verder

ligt Le Pin, minder bekend, maar zeer gegeerd bij de kenners. Het domein telt amper twee hectare. Jacques Thienpont maakt hier 6000 tot 8000 flessen per jaar, naargelang van het millésime. De prijs in de winkel of in het restaurant is om van te duizelen. In de Bar de la Poste op het pleintje voor de monolithische kerk van Saint Emilion kan je een dubbele magnum Le Pin 1986 bestellen voor 12.000 Franse frank, dat betekent 3000 FF per fles. Op een veiling bij Christies haalde een fles Le Pin van 1982 23.000 Belgische frank. In Amerika ging het tot 40.000 frank. We proeven de 1994 van het vat. Heerlijke druppels van goud.

Toen Jacques Thienpont (49) het domein in 1979 kocht, werd de wijn en vrac verkocht aan plaatselijke wijnhandelaars. In 1994 werd Le Pin door het gezaghebbende blad Wine Spectator op de vierde plaats gerangschikt onder de bordeauxwijnen, na Château Margaux, Château Mouton Rotschild en Château Pétrus, maar voor Château Lafite-Rotschild en vele andere grote namen. Het bijhorende commentaar van James Suckling en Thomas Matthews : “Le Pin is wildly expensive, incredibly scarce and extraordinarily good.” De Zwitserse oenoloog René Gabriel schreef het volgende : “Le Pin is de meest sensationele ontdekking die ik in mijn wijncarrière heb gedaan. Een totaal onbekend wijngoed vinden dat in één ruk tot de wereldelite opklimt, is een belevenis waar een wijnproever alleen maar kan van dromen. Le Pin maakte deze droom voor mij waar. De productie is zo klein dat de wijn nog meer gegeerd zal worden dan Pétrus. Ik heb mijn voorzorgen genomen. Ik heb de grootste collectie Le Pin-flessen van Zwitserland.”

Jacques Thienpont, die voortdurend pendelt tussen Frankrijk, Etikhove en Schelle aan de Schelde, maakt zijn wijn met de hulp van een Hollandse herbergier (ex- Oude Poort in Hingene) die in de herfst wat komt helpen en een Fransman die na zijn uren de wijnstokken verzorgt, in ruil voor kost en inwoon in het kleine château. “Als klant zou ik mijn wijn nooit kopen”, zegt Jacques Thienpont. “Voor de prijs van één fles Le Pin, koop ik vijf andere goede flessen. Maar elk jaar is mijn wijn op een half uur verkocht. Dat bewijst dat ik zeker niet te veel vraag, volgens de mechanismen van de markt.” Onlangs werden de jaargangen 1979 tot 1990 van Château Pétrus en Le Pin met elkaar vergeleken tijdens een verticale blindproeverij. Negen keer op twaalf kwam Le Pin als winnaar uit de bus. “Beangstigend”, zegt Jacques Thienpont. “Ik fiets liever in het peloton dan op kop te moeten rijden.”

Met de veerboot

vanuit Blaye varen we de Gironde over en kronkelen door de Médoc naar het kleine dorp met de grote naam, Margaux. De druivenpluk is net begonnen bij Labégorce Zédé. De vendangeurs zijn met 101, bijna allemaal Belgen. Er moet 38 hectare geoogst worden (29 ha appellation Margaux en 9 ha appellation Bordeaux). Het werk zal zeven of acht dagen duren. De plukkers verdienen 175 Belgische frank netto per uur, kost en inwoon gratis, en niet onbelangrijk wijn à volonté. “1987 was een zwaar jaar”, herinnert Luc zich. “Toen werden tijdens de vendange vier vaten van 225 liter gedronken. Het kost me meer om Belgen aan het werk te zetten dan Fransen. Maar zij zijn mijn toekomstige klanten.” Zestig procent van de wijn wordt naar België uitgevoerd. De plukkers behoren tot twee categorieën : studenten en studentinnen enerzijds, en de anciens die al vele jaren komen. Twee man verzorgen de keuken en zij doen dat al tien jaar. Na het avondmaal wordt er flink geboemeld : het begint met landwijn, het eindigt met vele glazen bier in Café des Sports. De porteurs en coupeurs of coupeuses vergeten de rugpijn aan de toog. De aanwezigheid van jonge Deense pluksters van een naburig kasteel, kan de pret alleen maar vergroten. “We hebben al verscheidene huwelijken gevierd van vendange-koppeltjes”, lacht Luc, een schuimende pint in de hand. Hij zal zijn Vlaamse afkomst niet verloochenen. Wanneer hij een tournée générale geeft, is het hek van de dam. “1995 wordt zeer goed”, zegt hij nog. In Frankrijk zegt men : “Elk jaar is een groot millésime… voor de wijn verkocht is”.

Luc Thienpont (43) is reeds aan zijn zeventiende oogst toe. Hij is het prototype van de wijn’boer’. Met zijn verweerde kop met de zware wenkbrauwen, zijn handen als kolenschoppen en zijn brede schouders en borstkas lijkt hij zo weggelopen uit een doek van Permeke. Behalve wijn heeft hij nog 100 hectare maïs. “En het is niet uitgesloten dat ik ooit in België een landbouwproject opzet”, zegt hij geheimzinnig. “Zonder dit te laten vallen, uiteraard.”

Zijn zoontje van zeven een van zes kinderen zit met ons aan tafel. Hij haalt een kruik wijn en bedient iedereen, zichzelf inbegrepen. Behoedzaam zet hij het glas aan de lippen en laat de wijn in de mond walsen. “Niet slecht, maar het kan beter”, klinkt het kritisch. De opvolging is verzekerd bij Labégorce Zédé.

Vieux Châteaux Certan : een van de mooiste kastelen van Pomerol. Alexandre Thienpont : C’est une année qui mousse : 1995 zal een zeer groot jaar worden.

Jacques Thienpont van het kleine, zeer exclusieve wijngoed Le Pin dat Château Pétrus in vele jaargangen overtreft : Elk jaar is mijn wijn op een half uur verkocht.

Luc Thienpont van Château Labégorce Zédé in Margaux, tijdens de druivenpluk : Elk jaar is een groot millésime… voor de wijn verkocht is.

‘Peetvader’ George Thienpont en zijn Château Puygueraud. De advocaat die wijnboer werd. Ik ben gelukkig dat ik voor dit leven gekozen heb.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content