Gouden palm
We kunnen gerust aannemen dat de naam Wilmar International geen belletje doet rinkelen. U moet al actief zijn in de landbouwsector om ervan gehoord te hebben, en dan nog. Traditioneel had men het in het westen over een kwartet multinationals dat de productie- en verwerkingsketen in de agribusiness beheerste. Het viertal stond bekend onder de naam ‘ABCD’, waarbij de ‘A’ staat voor het u wel bekende Archer Daniels Midland, ‘B’ voor Bunge, ‘C’ voor Cargill en ‘D’ voor Dreyfus. Specifiek voor de ‘reuzen’ in de agribusiness is hun brede geografische bereik en vooral hun aanwezigheid in de volledige productie- en verwerkingsketen: van het zaad over het transport van de velden naar de verwerkingseenheden (vooral ‘crushing’, het persen) over de distributie naar de winkels tot de verkoop en marketing van eindproducten zoals margarines. Eigenlijk ging die opsomming voorbij aan de opkomst van deze Aziatische tijger uit Singapore. Wilmar International is echt wel een gigant, met eind vorig jaar 90.000 mensen in dienst in 50 verschillende landen, een jaaromzet van 44,1 miljard USD en een beurskapitalisatie van 16,6 miljard USD. We kunnen de Aziatische groep best vergelijken met Archer Daniels Midland (ADM), dat met 16,4 % overigens ook de grootste aandeelhouder is. Zelfs een grotere participatie dan de topman (CEO) Kuok Khoon Hong (12 %). Toch zijn er 2 essentiële verschillen. Vooreerst geografisch. Bij Wilmar ligt de klemtoon, logisch, op Azië, maar ook op Afrika, terwijl bij ADM Noord- en Zuid-Amerika en Europa de basis voor de activiteiten uitmaken. Daarnaast is er de basis voor de verwerking. Bij ADM zijn dat granen, op de eerste plaats maïs en soja. Bij Wilmar ligt de klemtoon overduidelijk op palmolie. Van de jaaromzet van 2013 kan 44 % gelinkt worden aan palmolie, 28 % aan granen en 8 % aan suiker. Ongeveer 15 % zijn consumentenproducten op basis van verschillende landbouwgrondstoffen. ADM en Wilmar zouden zo perfect matchen. In een aantal aspecten is Wilmar zelfs nog meer geïntegreerd dan, bijvoorbeeld, ADM. Zo is Wilmar een van de grootste eigenaars van palmolieplantages ter wereld, met eind vorig jaar een totaal beplante oppervlakte van 241.000 hectare (ha), waarvan 71 % in Indonesië, 24 % in Maleisië en 5 % in Afrika. Een ander opvallend aspect aan Wilmar is dat de groep over een eigen vloot aan schepen beschikt voor het vervoer van droge (9 schepen eind vorig jaar) en vloeibare (34 schepen) bulk. Die vloot staan in voor een deel van het transport. De rest wordt aangevuld met het charteren van schepen. Wilmar was tussen 2004 en 2010 een rijzende ster op de beurs van Singapore. De koers vertwintigvoudigde(!) van 0,35 naar 7 Singaporese dollar (SGD). Maar sinds 2010 is de koers iets meer dan gehalveerd en hij kabbelt nu al een tweetal jaren rond hetzelfde niveau. De grafiek van Wilmar op die van de palmolieprijs leggen, geeft mooie gelijkenissen. De volumes stijgen nog stevig, maar door lagere prijzen voor landbouwproducten (op de eerste plaats palmolie) stagneert de omzet en daalt de winst. De groep diversifieert volop richting suiker en kocht ook 50 % van de Australische topper in bakkerijproducten Goodman Fielder. Nu het aandeel zowat uit de (internationale) beleggersbelangstelling is verdwenen, is de waardering tegen 13,5 keer de verwachte winst 2014 en vooral 1 keer de boekwaarde weer erg redelijk geworden. We kiezen voor de notering op de Amerikaanse OTC omdat die beurs toegankelijker is dan Singapore.
Conclusie
We starten de opvolging van Wilmar International met een positief advies op basis van een, historisch gezien, lage waardering en de gunstige perspectieven op langere termijn. Een nieuwkomer voor de ‘Inside Selectie’, voor het thema ‘landbouw’.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier