GOUD BLINKT OPNIEUW

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer. Reacties: visienoels@trends.be

(1) http://realestate.theemiratesnetwork.com/developments/dubai/palm_islands.php (2) Gold and Economic Freedom, Alan Greenspan, 1967 (3) Blueprint for a gold standard, Alan Greenspan in The Wall Street Journal, 1/9/1981

Als hoofdeconoom is het moeilijk om te ontsnappen aan een aantal presentaties voor beleggingsclubs. Van Antwerpen tot Charleroi verzamelen dan doe-het-zelfbeleggers om hun vrije avond op te offeren aan het bekijken en becommentariëren van allerhande grafieken. Dankzij computer en internet hebben die hobbyisten-beleggers (we noemen ze ook wel eens boursicoteurs) de kloof met de institutionelen kleiner gemaakt. En ja, ze hebben dikwijls méér passie en gedrevenheid dan de professionelen…

Meestal worden, helemaal op het einde van zo’n beleggingsavond, enkele schuchtere vragen gesteld over beleggen in goud. Het zijn typisch ook de wat oudere beleggers die ermee op de proppen komen. Beleggen in goud wordt immers bekeken als beleggen in wijn en postzegels: leuk om te hebben, maar het verdient geen plaats in de categorie ‘serieuze beleggingen’. Ernstige economen nemen er dus maar beter afstand van. Goud is zoiets als de muziek van Abba: stiekem vind je die wel aantrekkelijk, maar dat toegeven voor een zaal van tweehonderd man, is net een stap te ver.

In januari 2003 schreef ik al in een bijdrage voor de krant De Standaard – Trends wilde toen nog geen wekelijks risico’s nemen – dat de goudprijs net een slapende vulkaan is die enkele malen per eeuw uitbarst. Ik besloot dat goud kopen of de dollar verkopen op hetzelfde neerkwam. Een correcte analyse, tot enkele maanden geleden… (zie grafiek rechts).

Zwart goud duwt echt goud. De (linker)grafiek toont de evolutie van het zwarte en het echte goud sinds 1974. Beide zijn dikwijls verbonden geweest, bijvoorbeeld omdat de stijging van de olieprijs in de jaren zeventig inflatie veroorzaakte waartegen goud dan weer bescherming bood. Maar goud en olie zijn ook op een andere manier verbonden. Hebt u zich al eens de vraag gesteld waar al die petrodollars naartoe gaan? De Saudi’s alleen al zien vandaag hun reserves met 160 miljard dollar per jaar toenemen. Een groot stuk van die opbrengsten vloeit naar Amerikaanse obligaties. De aandelenmarkten kunnen dat geld niet slikken: de Saudische beurs verdubbelde al dit jaar. En de obligatiemarkten in de wereld hebben het al even moeilijk om al die petro- en sinodollars te recycleren. Het overvloedige geldaanbod heeft de langetermijnrente misschien met 1,5 % naar beneden gehaald. Je zou dus kunnen stellen dat China en de organisatie van olieproducerende landen Opec het de Amerikanen makkelijker hebben gemaakt om hun oliefactuur te betalen: de VS kan vandaag immers goedkoper lenen.

En nog is het geld niet op. De Arabische Emiraten bouwen dan maar kunstmatige luxe-eilanden (1). Ook de Chinezen hebben 200 miljard aangroei van reserves. Nu ze genoeg Amerikaanse obligaties hebben, willen ze échte activa kopen, olie bijvoorbeeld. Je kan niet voor miljarden dollar wijn of postzegels kopen, maar je kan er wél goud mee aanschaffen. En als Azië en de Opec massaal goud kopen, wordt het edele metaal door economen misschien eindelijk wél au sérieux genomen…

Goud als belegging? Tot voor enkele jaren geloofde niemand dat de olieprijs hoger zou klimmen dan 30 dollar. Beleggen in olie was iets voor oudjes, voor nostalgici. Wie kocht nu het saaie Koninklijke Olie als je sexy hightechaandelen kon kopen? Met goud is het net zo. Zoals gezegd, duwt het zwarte het echte goud mee hoger. Die twee zijn ook reële activa, geen papieren beloftes op groene biljetten. Als olie boven 60 dollar blijft, dan gaat de goudprijs gegarandeerd richting de records van de jaren tachtig (boven de 650 dollar per ons, tegenover 470 vandaag). Goud is dus geen marginale belegging. In een portefeuille bezit het edele metaal vrij unieke eigenschappen: zo biedt het bescherming tegen zowel deflatie als inflatie. Tussen 2001 en 2003 steeg de goudprijs wegens deflatievrees (goud steeg in de jaren dertig met 70 %). Recent speelt de vrees voor inflatie. Goud is dus tegelijk een call en een put op de obligatiemarkten. Het vormt een ultieme bescherming voor kapitaalbehoud. Nadeel dan weer is dat je er geen dividend of coupon voor krijgt, dus moet je goud vooral zien als een diversificatie binnen een gespreide portefeuille.

Goudverkopen door centrale banken. De grote verkopers van goud vandaag zijn de westerse (vooral Europese) centrale banken. Ook onze Nationale Bank van België verkocht de voorbije jaren massaal goud. De Aziatische centrale banken en ook de Russische centrale bank dan weer zijn kopers van goud. Zelfs Argentinië heeft zijn lesje geleerd en kocht onlangs 50 ton goud.

Pittige anekdote: een grote verdediger van de zogenaamde goudstandaard in 1967 (2) en 1981 (3) was… Alan Greenspan. De huidige voorzitter van de Amerikaanse centrale bank stelde dat een goudstandaard noodzakelijke economische discipline brengt. De westerse centrale banken verkopen vooral goud om te diversifiëren en opbrengsten uit hun reserves te puren. De vraag is of die (geringe) rente-inkomsten op dit moment de wisselkoersrisico’s (bijvoorbeeld dollar) wel dekken. Ooit zullen onze centrale banken spijt hebben van die massale goudverkopen. Goud is dus ondergewaardeerd en ongeliefd. De fundamenten voor een verdere appreciatie zijn aanwezig. Dat men u een zonderling zal vinden als u goud wil kopen, moet u er voorlopig maar bij nemen.

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content