Golfen op 1 mei
De grote Interclub-finale bewees opnieuw dat het de Belgische golfsport voor de wind gaat.
F rancis Lelièvre (52), sinds april de secretaris-generaal van de Belgische golfbond, klonk tevreden na de Interclub-finales van 1 mei. De Belgische golfsport boert inderdaad goed. De grote clubs hebben een nieuwe formule aanvaard, maar Lelièvre nuanceert: “We hebben eigenlijk niet zoveel veranderd in vergelijking met 2003. We hebben de ‘beperkte formule’ van drie wedstrijddagen behouden, en we programmeerden de grote finale gewoon op 1 mei, terwijl we vorig jaar pas na de zomer die finale speelden, in september. Dit is natuurlijk een hele organisatie die veel energie vereist, maar het is ook een leuk feest. En dat we in de lente speelden, bleek geen probleem: het terrein van Het Zoute lag er perfect bij en de deelnemers haalden een heel degelijk niveau.”
Er was ook veel lof voor het niveau dat de deelnemers haalden. Terwijl Nicolas Colsaerts stilaan doorbreekt in het Europese profcircuit, bereiden de beste amateurs van het land zich voor op de Europese en wereldkampioenschappen van deze zomer. Het nieuwe sportbeleid van het Belgian Team, uitgedokterd door bondscoach Michel Vanmeerbeek, moet na drie seizoenen de verhoopte resultaten opleveren.
“Iedereen is heel enthousiast,” verklaarde Lelièvre. “De vele vragen die werden gesteld na de splitsing in december 2001 zijn allemaal verdwenen. De clubs doen het goed, hun leraars leveren uitstekend werk met de jeugd, en de twee gewesten – de VVG en de AFG – vervullen perfect hun rol. Ondertussen draaien de beste spelers mee in de nationale ploeg. Er is sprake van een soort bewustwording: we weten dat België op het internationale toneel resultaten kan neerzetten. Ondertussen worden bepaalde Vlaamse clubs ook niet meer bedreigd door juridische problemen. Ja, het gaat de Belgische golfsport voor de wind. Vorig jaar hadden we 46.149 aangesloten spelers voor 77 terreinen.”
De toename van het aantal spelers bedraagt natuurlijk maar 2,09 procent, de kleinste instroom sinds 1981, maar daar maakt Lelièvre zich geen zorgen over. “Sommige waarnemers voorspellen dat we over tien jaar zo’n 100.000 spelers zullen hebben in dit land. Of dat waanzinnig veel is? In Nederland zijn er op 16 miljoen inwoners toch ook 195.000 mensen die golf spelen. Natuurlijk neemt het aantal spelers minder snel toe in een federaal kader van golfclubs, zoals bij ons, dan in Nederland. Maar dat is nu eenmaal onze structuur: alles begint bij de clubs, waar de spelers zich moeten inschrijven om lid van de golfbond te worden en volledig verzekerd in andere clubs kunnen gaan spelen. De andere optie is lid worden van de golfbond zonder langs een club te gaan.” Dat is natuurlijk goedkoper en spelers betalen een green fee telkens als ze spelen. Op die manier komen er ook sneller nieuwe spelers bij.
“Maar er zijn nog andere factoren,” pikt Lelièvre in. “In Zweden (528.936 spelers op 9 miljoen inwoners) hebben ze een penetratiegraad van 7 procent. Er is daar ook meer ruimte om terreinen aan te leggen: ze hebben er nu 449. De Belgische penetratiegraad, 0,4 procent, zal nooit de belangstelling van de politieke wereld kunnen wekken.”
In zo’n context is het natuurlijk moeilijk om openbare terreinen aan te leggen. Maar de Belgische golfbond is die situatie al lang gewoon…
John Baete
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier