Goede start voor KVS
De KVS kwam dit seizoen later op gang dan zijn Gentse en Antwerpse collega’s. De beide seizoensopeners waren het wachten echter waard.
Omwille van de renovatie van de oude schouwburg aan de Lakensestraat in Brussel, vond het gezelschap van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) een tijdelijk onderkomen in de Bottelarij, een voormalig brouwerijcomplex in Sint-Jans-Molenbeek. Met die verhuis ondergaat de KVS een gedaanteverandering. In dit eigentijdse kader kozen intendant Franz Marijnen en zijn ploeg resoluut voor een hedendaags repertoire.
De Ier Enda Walsh werd begin vorig jaar door de KVS geïntroduceerd tijdens het Euro Theater Festival. Als tekst overtuigde zijn “Disco Pigs’ (1996) niet helemaal, ook al vond de Duitse sterregisseur Thomas Ostermeier er prima materiaal in voor een energieke, door de spelers gedragen voorstelling. Regisseurs Stijn Devillé en Paul Peyskens pakken het anders aan. Door meer aandacht aan de personages te besteden, slagen zij erin inhoudelijke nuances aan te brengen en het stuk op te waarderen.
Pig en Runt, in de kloeke vertaling van Jeroen Olyslaegers Zwijn en Zeug geheten, zijn sinds hun geboorte onafscheidelijk. Hun zeventiende verjaardag moet het hoogtepunt worden van hun nog jonge bestaan. Het feest draait echter uit op een anticlimax. Terwijl Zwijn vasthoudt aan seks en geweld, zijn kicks van weleer, hunkert Zeug naar rust, vrijheid en liefde. Haar tragiek schuilt in het feit dat ook zij niet weet hoe.
Peyskens en Devillé stellen zich niet tevreden met een hip portret van twee dolende tieners. In hun enscenering gaat ‘Disco Pigs’ over eender welke twee mensen die tot de ontdekking komen dat de realiteit er anders uitziet dan ze zich hadden voorgesteld. Mede dankzij de geloofwaardigheid die acteurs Steve Geerts en Eva Schram aan hun personages weten te geven, wordt het een ontroerend, algemeen geldig liefdesverhaal.
Franz Marijnens regie van ‘King Kongs dochters’ (1998) verrast minder, al is ook hier sprake van een meer dan degelijke voorstelling. De tekst van Theresia Walser is beslist een ontdekking. Berta, Carla en Meggie, de drie titelpersonages, zijn bejaardenhelpster, maar bezondigen zich aan praktijken die het daglicht beter niet zien. Wanneer de oudjes de kaap van de tachtig dreigen te overschrijden, grijpen de drie in en “helpen” hen naar een andere wereld. Het stuk schetst een ontnuchterend beeld van de manier waarop er in de samenleving met bejaarden omgesprongen wordt, maar is meer dan een eenvoudige aanklacht. Met de rol van de drie “dochters” weet Marijnen niet altijd blijf. De serene, ingetogen portretten van de bejaarden zorgen echter voor een tegengewicht. Wie de 73-jarige Tone Brulin of de 75-jarige Alice Toen op het toneel ziet schitteren, vergeet bijna dat ouder worden zo pijnlijk kan zijn als Theresia Walser tonen wil.
‘Kings Kongs dochters’ tot en met 18 januari en ‘Disco Pigs’ van 19 tot en met 30 januari, in de Bottelarij, Delaunoystraat 58, 1080 Brussel. Tel. (02) 412.70.70.
P. Anthonissen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier