Veel bedrijven houden constant hun ideale doelstellingen voor ogen. Prima, maar ze vergeten wel om naar de realiteit op de werkvloer en op straat te kijken. Ignace Van Doorselaere, topman van Van de Velde, meent dat alle succesfactoren in de onderneming zelf aanwezig zijn.
Ignace Van Doorselaere, gedelegeerd bestuurder van lingeriebedrijf Van de Velde en kandidaat-Manager van het Jaar 2010, vindt dat bedrijven zichzelf te weinig kritisch bekijken. Hun blik op de interne realiteit wordt onder meer vertroebeld door een gebrek aan rechtstreekse communicatie, een teveel aan tussenniveaus en gezwollen ego’s. Deze wantoestand schetst hij in het model van het verkleinglas, dat ons noopt tot kritische introspectie (zie illustratie). Hoe kunnen we weer oog krijgen voor de écht belangrijke succesfactoren van de onderneming?
Bekijk mensen als leveranciers van energie. “De werknemers brengen kennis en goesting mee. De taak van het management is het om daar zo veel mogelijk mee te doen. Managen betekent eigenlijk het kanaliseren van menselijke energie naar duidelijke doelstellingen.”
Houd complexe situaties simpel. “Het gaat er steeds om tot de essentie te komen en het simpele te zoeken. Ik vergelijk het bedrijf soms met een tafel die alleen maar stevig staat als de vier poten in orde zijn. Die vier poten moet je identificeren en daar moet je de energie op richten. Bij Van de Velde zijn die poten: merken en collecties, klanten, kostenposities en innovatie. Als die vier poten in orde zijn, dan moet de cashflow wel volgen.”
Pas als de laatste domino valt, boek je resultaat. “Als je vijf dominosteentjes moet laten vallen, maar alleen de eerste vier gaan omver, welk resultaat heb je dan behaald? Sommigen zullen zeggen dat je vier op vijf haalt, maar ik vind dat je nul op vijf scoort. Iets wat niet gerealiseerd wordt, bestaat niet. Alleen de laatste domino – de implementatie, de impact – telt. Hoeveel projecten starten bedrijven niet op die uiteindelijk geen resultaat opleveren? Hoe weinig projecten raken tot aan de laatste domino? Bedrijven zouden een performantiegerichte cultuur moeten kweken waarbij de laatste domino altijd valt.”
Ook als u groeit, moet u klein blijven. “Traagheid en arrogantie zijn gevaarlijke virussen. Als kind werkte ik in de slagerij van mijn vader. Daar heb ik geleerd dat houden van de klant en het product de basis van de onderneming vormen. Zelfs terwijl de slagerij gesloten was, konden klanten langs de zijdeur bediend worden als dat nodig was. Een bedrijf dat groeit, moet in dit opzicht klein blijven. Snel, veerkrachtig, wendbaar, luistervaardig, geen dikke nek.”
Het kader mag niet belangrijker worden dan het schilderij. “We zijn steeds meer bezig met kaders: de technocratie in onze bedrijven neemt toe. Nochtans is het schilderij belangrijker: het is vooral de kwaliteit van het product en van de beslissingen die we nemen die zorgen voor succes of verlies. Kaders zijn nodig, maar mogen niet overheersen. Kaders zijn – door derden – evenwel makkelijker te verifiëren dan de inhoud van de beslissingen.”
Winnen is een attitude, een systeem. “Uiteindelijk draait het om winnen: zorg voor een ambitieuze strategie en streef ernaar je objectieven te overtreffen. Geef mensen goesting. Door gevechtssporten te beoefenen heb ik geleerd hoe belangrijk het is om focus te houden, maar focus moet flexibel zijn. Je tegenstander blijft bewegen, de oplossing is nooit voorgeschreven. En wie een slag krijgt, moet leven met de pijn en blijven vechten.”
Zorg dat u wint met stijl. “Ik houd niet van de term ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Bedrijven hoeven zich niet méér te verantwoorden tegenover de maatschappij dan scholen, ziekenhuizen of ngo’s. Ondernemingen moeten vooral goede prestaties leveren, maar wel op een faire manier die gezien mag worden. Dat betekent dat je duidelijk bent, ook als het slecht gaat. Klanten en personeel zijn betrokken bij de onderneming. De sfeer van vertrouwen in het bedrijf blijft overeind tijdens moeilijke momenten zoals reorganisaties. Bedrijf en werknemer dragen bij tot elkaars objectieven, want dat zorgt voor loyaliteit.”
Zorg voor strategische stabiliteit. “Een aandeelhouder heeft perspectief en vertrouwen nodig. Het helpt als je een referentieaandeelhouder op lange termijn hebt. Die kan je in de ogen kijken. Werk aan het vertrouwen en wees eerlijk en open over het perspectief. Dat biedt een dynamische rust, geen ‘rustige vastheid’. Je voelt je gesteund en kunt al je energie besteden aan de groei van het project in plaats van aan interne politiek.”
BENNY DEBRUYNE
“Als je vijf dominosteentjes moet laten vallen en het laatste blijft staan, is het resultaat nul”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier