Glansrijk verleden

Sinds een kwarteeuw is Cartier overgewaaid naar alle uithoeken van de wereld. Toch was er een tijd dat dit prestigieuze merk alleen maar verkrijgbaar was in Parijs, Londen en New York. In het British Museum loopt tot februari een tentoonstelling over Cartier. De expositie beperkt zich tot de periode 1900-1939 en geeft een interessant overzicht van Juweelkunst met een hoofdletter.

TEKST : SERGE VANMAERCKE / FOTO’S : BRITISH MUSEUM

Het is geen makkelijke taak. Vandaag de dag nog iemand te vinden die nooit van Cartier gehoord heeft. Het huis is wereldberoemd voor haar topcreaties van het allerhoogste niveau. Maar ook voor een aantal ontwerpen die, dankzij de grote verscheidenheid van de collectie, bereikbaar geworden zijn voor de gemiddelde klant.

Maar dat is zeer zeker niet altijd het geval geweest. De tentoonstelling Cartier 1900-1939 in het British Museum van Londen levert hiervan een schitterend bewijs.

Welke Belgen nu precies zo’n meesterlijke creatie van Cartier bezitten, dat blijft geheim. Het is vertrouwelijke informatie die niet vrijgegeven wordt. Toch weet iedereen dat bepaalde rijke landgenoten het huis op handen droegen, en dragen. Zo lees je in de catalogus van de tentoonstelling bijvoorbeeld dat koning Leopold II aan Caroline Otéro, voor wie hij grote bewondering koesterde, een Cartier schonk. Een geste waarmee hij meteen op gelijke voet stond met andere vorsten uit die tijd, zoals de sjah van Perzië en Albert van Monaco, die een al even grote bewondering voor de actrice voelden.

Van april tot eind augustus was dezelfde tentoonstelling in het Metropolitan Museum van New York te bezichtigen. De juwelen, tekeningen, gipsafgietsels, archieven en kunstvoorwerpen verhuisden naar de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk, op een boogscheut hiervandaan. De tentoonstelling valt samen met de 150ste verjaardag van Cartier. Nochtans gaat het helemaal niet om een commerciële zet. Integendeel.

De twee verantwoordelijken van de tentoonstelling, Judy Rudoe van het British Museum en J. Stewart Johnson van het Metropolitan Museum van New York, selecteerden voorwerpen en documenten uit de historische collectie van Cartier, geleid door Eric Nussbaum, en uit een aantal privé-collecties.

Voor alle duidelijkheid. De expositie is zeker niet alleen bestemd voor juweelliefhebbers. Het is een tentoonstelling over een specifieke periode in de geschiedenis, over de kunst van het leven, over kennis en kunde ook, met plaats voor fantasie en voor dromen natuurlijk.

De organisatoren

hebben zich bewust tot één duidelijke én overzichtelijke periode (1900-1939) beperkt. De eeuwwisseling betekende de doorbraak van Cartier en de Tweede Wereldoorlog zorgde voor een grondige herziening van de esthetische waarden en normen. De gewaagde kleurencombinaties van de jaren 1920 komen mooi aan bod, net zoals de verrassende avantgardistische ontwerpen van vóór de Wereldoorlog, de erg populaire als we dit woord mogen gebruiken en ingenieuze vanity cases (oftewel beautycases), de luxueuze sigarettenkokers. De grote stijlen van de tijd Rusland (het succes van Fabergé is daar niet vreemd aan), Egypte, India, Perzië, China en Japan zijn vertegenwoordigd en aangepast aan het tijdsbeeld.

Louis-François Cartier (1819-1904) stichtte in 1847 het huis Cartier. In het begin was zijn juwelierszaak gespecialiseerd in de herstellingen van oude en antieke juwelen en verkocht hij stukken van andere merken zoals Boucheron. Zijn zoon Alfred (1841 – 1925) nam de bloeiende zaak over en verhuisde naar de rue de la Paix in Parijs. Het adres is nog altijd geldig. Het huis Cartier gaat vanaf dan haar eigen juwelen en kunstvoorwerpen creëren. Bepaalde werken worden uitbesteed, andere volledig in eigen huis uitgevoerd. Het succes dat Cartier in 1902 oogstte de kroning van Edward VII in Londen zorgde ervoor dat de Britse hoofdstad nog datzelfde jaar een Cartier-huis rijker werd. Onder aanmoediging van de koning, zo luidt het.

Die gelegenheid bleek van uiterst belang voor Cartier. Het merk eigende zich immers tegelijkertijd een plaats toe in de wereld van de allerrijkste Europeanen. En dat daar een aantal potentiële klanten verkeerden, ligt voor de hand. Om nog niet te spreken van de Amerikanen, en in die tijd vooral, de rijke en ook invloedrijke Indiërs.

In 1906 verhuisde Cartier Londen naar de New Bond Street, het vaste adres aan de overkant van het Kanaal.

Zeven jaar later kregen de Amerikaanse miljonairs hun geschenk. In New York opende de derde boetiek. De Amerikanen waren trouwens al van in het begin belangrijke klanten van het huis. Het was in 1917 dat Cartier een renaissancehuis in Fifth Avenue betrok. Het huis behoorde toe aan Morton Plant, die het in ruil voor een dubbele halsketting met oriëntaalse parels aan Cartier overliet. Gelukkige eigenaar van de ketting was mevrouw Plant. Vreemd genoeg was het in New York en niet in Parijs of Londen dat Cartier in 1917 zijn eerste eigen ateliers opende. Londen zou 5 jaar later volgen, en Parijs zou in 1922 zijn eigen Cartier-ateliers hebben.

Het duurde niet lang of maharadja’s en aristocraten uit Moskou of Sint-Petersburg maakten deel uit van het cliënteel van Cartier.

Het huis

stond in die tijd wat terughoudend tegenover reclameadvertenties. Maar Cartier had zo zijn eigen manier om aan marketing te doen. Zo leende het huis bijvoorbeeld juwelen uit aan dames die de unieke stukken met veel flair droegen tijdens society-avonden, of mochten actrices op het doek of op de planken zich even de eigenares van een kostbare Cartier wanen. Cartier hield er ook van om zijn juwelen aan de modefotografie uit te lenen. Grote fotografen als P. Horst, Cecil Beaton of Man Ray hebben Cartier gefotografeerd. En het huis organiseerde tijdelijke tentoonstellingen in haar eigen boetieks, maar ook in Moskou en Sint-Petersburg (van 1907 tot 1914), of in grote hotels in San Sebastian, Deauville of Biarritz. In 1929 werd in St.-Moritz een boetiek geopend, en in 1935 ging in Monte Carlo een zaak open.

We geven alvast een voorsmaakje. De expositie toont 230 voorwerpen, waaronder : de armbanden van Gloria Swanson in Perfect Understanding (1933), een horloge uit 1927 en later gekocht door Barbra Streisand, een zakhorloge van Vernon Herbert die het kreeg van Douglas Fairbancks en Mary Pickford in 1929, een uitneembare armband van geslepen kristal en diamanten, de armband kan ook dienst doen als broche en was te zien op de expositie in Brussel in 1935…

De high society kocht en droeg maar al te graag Cartier. Van Aga Khan III en Begum Aga Khan III ( Andrée Caron) tot Coco Chanel, van Igor Stravinski tot de de Rothschilds. Onder de grootste klanten van het huis vallen de Amerikaanse Evalyn Walsh McLean, overleden in 1947, vrouw van Edward, erfgenaam van de Washington Post, en haar landgenote Elsie de Wolfe (1865-1950), een binnenhuisarchitecte die de Villa Trianon in Versailles huurde en met luipaard- en zebrahuiden decoreerde. Op de feestjes van Elsie de Wolfe, verschenen trouwens ook veel klanten van Cartier. Cecil Beaton, Diana Vreeland, Elsa Schiaparelli of Cole Porter.

De tentoonstelling

leid je voorbij de eerste Cartier-ontwerpen, waarin de stijl duidelijk herkenbaar is. De stijl van het huis staat ver weg van de art nouveau, maar kiest voor het neoclassicisme en de renaissance. Maar je kunt er ook avantgardistische creaties bewonderen, van de hand van Charles Jacqeau, hoofdontwerper bij Cartier.

Van hem hangen er overigens meerdere tekeningen. Archiefdocumenten geven meer uitleg over het productieproces van de juwelen. En de verschillende stijlen en invloeden Russisch, Egyptisch, Indisch, Perzisch, Chinees en Japans worden duidelijk geïllustreerd aan de hand van meerdere mooie juwelen. Een deel van de tentoonstelling is gewijd aan gouden en zilveren accessoires, en aan mysterieuze horloges. Een parel van een tentoonstelling. En een rondleiding om van te dromen.

Cartier 1900-1939 – British Museum. Tot 1 februari 1998 (van 24-26 december en op 1 januari gesloten). Van 10 u tot 16 u50 van maandag t.e.m. zaterdag. Op zondag van 14 u30 tot 17 u50. Toegang 4,50 £.Great Russel Street – Londen. Tel : (171) 636.15.55.

Gloria Swanson draagt armbanden van diamant en bergkristal in Perfect Understanding (1933).

De armbanden van Gloria Swanson, gekocht in 1932.

Devant de corsage, 1907. Een onderdeel van het juweel is afneembaar en kan als broche gedragen worden.

Broche met Japanse knoop, 1907. In de Japanse traditie is de knoop, in papier vervaardigd en bijgevolg niet te ontwarren, een symbool van liefde en trouw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content