Giscard d’Estaing blikt terug (en rekent af met huidige president)

Alain Mouton

In het derde deel van zijn memoires geeft Valéry Giscard d’Estaing de huidige president en toenmalige medestander Jacques Chirac de schuld voor zijn nederlaag in 1981.

2007 is een verkiezingsjaar in Frankrijk en dus worden er met de regelmaat van een klok boeken gepubliceerd van en over de politici die de komende maanden in het strijdperk treden. Over de socialistische presidentskandidate Ségolène Royal is op korte tijd een boekenplank van de persen gerold. Het is wellicht geen toeval dat de voormalige liberale president Valéry Giscard d’Estaing (1974-1981) in de aanloop naar de presidentsverkiezingen het derde – en belangrijkste – deel zijn memoires heeft gepubliceerd. In Le pouvoir et la vie gaat hij in op de laatste drie jaar van zijn verblijf in het Elysée. Een periode die gekenmerkt wordt door grote politieke spanningen op internationaal vlak. De revolutie in Iran, de tweede oliecrisis, de verkiezingsoverwinning van Reagan, de Sovjetinval in Afghanistan, het IJzeren Gordijn dat in Polen onder druk van Lech Walesa begon af te brokkelen… Ook aan zijn relatie met de Duitse bondskanselier Helmut Schmidt, waarbij beide heren aan de basis lagen van wat later de EMU zou worden, besteedt Giscard de nodige aandacht.

Maar het gros van het boek is gewijd aan de campagne voor de presidentsverkiezingen van 1981, waarbij Giscard de duimen moest leggen voor zijn socialistische concurrent François Mitterrand. Het begin van een lange tocht door de woestijn die pas een einde kende met de aanstelling van de man uit de Auvergne tot voorzitter van de Europese Conventie. Uit de memoires blijkt dat Giscard de nederlaag van 1981 zeer moeilijk verwerkt heeft, vooral omdat de peilingen hem in het begin van het jaar nog een klinkende overwinning voorspelden. Giscard wijt zijn nederlaag in belangrijke mate aan zijn ex-premier Jacques Chirac, de neogaullist die in de eerste ronde ook in het strijdperk trad. Chirac werd slechts derde en was dus uitgeschakeld, maar weigerde in de aanloop naar de tweede ronde zijn kiezers op te roepen om voor Giscard te stemmen. Die verdeeldheid ter rechterzijde leidde tot een overwinning voor Mitterrand (51,76 % tegen 48,24 %). Giscard meldt in zijn memoires dat hij een paar dagen voor de tweede ronde naar het campagnebureau van Chirac belde en met een vervormde stem vroeg om stemadvies. Het antwoord kwam terstond: “U moet op Mitterrand stemmen.” Aan het einde van zijn leven bevestigde Mitterrand aan Giscard dat Chirac de socialisten alle steun had toegezegd in hun strijd met de liberale president.

Het zou echter fout zijn Giscards nederlaag enkel te verklaren door de kuiperijen van Chirac. Op het einde van zijn bewind kwam de president in opspraak, toen bleek dat hij diamanten gekregen had van de Afrikaanse dictator Bokassa. Ook zijn hautaine en afstandelijke houding tijdens tv-debatten hebben Giscard veel stemmen gekost. De man, alleen aan de top en vervreemd van zijn omgeving, zag te laat in dat een nederlaag wel degelijk tot de mogelijkheden behoorde.

Valéry Giscard d’Estaing, Le pouvoir et la vie. Cie12, 556 blz., 21,90 euro.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content