GEZOCHT: BRUSSELSE AERNOUDT
H et wanbeheer van de Brusselse politici steekt de ogen uit. En het dient gezegd dat hun misprijzen en terughoudendheid om overleg te plegen met hun Vlaamse buur, het hoofdstedelijke gebied verstikt. Eigen schuld dikke bult.
Nadat de voorbije weken openlijk gespeculeerd werd over het einde van België lijkt het lont sinds kort weer uit het kruitvat te zijn gehaald. Met de tweede aanstelling van Yves Leterme tot formateur, die meteen benadrukte de onderhandelingen met de nodige discretie te zullen voeren, moet de rust opnieuw terugkeren.
Dat betekent niet dat de recente discussies voor niets zijn geweest. Zo werd bijvoorbeeld openlijk nagedacht over de politieke en economische gevolgen van een splitsing en over het lot van Brussel en de Rand. Een goede zaak, want opnieuw is duidelijk geworden hoe slecht Brussel wordt bestuurd en hoe amateuristisch de sociaal-economische uitwisseling tussen de hoofdstad en het hinterland verloopt. Brussel blijft schreeuwen om extra geld en wijst tegelijk met een beschuldigende vinger naar de randgemeenten, die enkel de lasten maar niet de lusten van de hoofdstad wensen.
Absoluut dieptepunt was de bewering van Brussels minister-president Charles Picqué (PS) dat het wegennet rond en de invalswegen naar Brussel verwaarloosd worden en dat de hoofdstad daardoor versmacht dreigt te worden. Picqué kan misschien beter voor eigen deur vegen en eens uitleggen waarom er in Brussel wegen versmallen wanneer een gemeentegrens wordt overschreden of waarom de Havenlaan, toch een belangrijke economische ader met Thurn & Taxis en het KBC-hoofdkwartier vlakbij, er nog altijd bijligt als een kasseiweg uit la Flandre profonde van 50 jaar geleden.
Hier past terecht de sarcastische reactie van Herman De Bode, voorzitter van Voka-Brussel, die op de najaarslunch vorige week, aan zijn leden vroeg of ze de weg naar de hoofdstad zonder veel hindernissen hadden gevonden. De misprijzende houding van de Brusselse politici en hun terughoudendheid om – ondanks een paar piepjonge initiatieven als de samenwerking met de VDAB – consequent overleg te plegen met de Vlaamse buur, is evenzeer verstikkend voor de hoofdstad. Het Trendsinterview met Paul Hegge van Voka Halle-Vilvoorde en Olivier Willocx van het VOB (blz. 54) toont aan dat de Brusselse regering wel eens de hand in eigen boezem mag steken.
De weinig transparante aanwending van de Brusselse financiële middelen en het gebrek aan communicatie over bijvoorbeeld investeringen, blijven de economische actoren in de hoofdstad en de Rand een doorn in het oog. Wanneer staat in onze hoofdstad een ambtenaar à la Rudy Aernoudt op die dit wanbeheer aan de kaak stelt? De Brusselse excellenties verbergen hun onvermogen al te vaak achter het economische gewicht van de hoofdstad. Dat gewicht (20 % van het bbp) valt inderdaad niet te ontkennen, maar men vergeet er wel bij te zeggen dat dit het gevolg is van een keuze die Vlaanderen en Europa voor Brussel hebben gemaakt.
De arrogantie van de Brusselse politieke wereld maakt dat er allerlei mythes worden verkondigd over de gevolgen van splitsing. Zo zou Brussel alle pendelaars kunnen belasten en dat zou een massa geld in het laatje brengen. Klinkklare onzin natuurlijk. Om te beginnen zullen de vele Vlaamse ambtenaren die in Brussel werken, in hun woonplaats belast worden. En wat de privésector betreft: hier lijkt een dubbel belastingverdrag met een systeem van grensarbeid de beste oplossing. Bij zo’n gesprek tussen twee onafhankelijke partijen zouden de neuzen wellicht makkelijker in dezelfde richting staan. Misschien ebt het wantrouwen tussen de Brusselse regio en Vlaanderen dan stilaan weg.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier