Gevraagd: topmanager
Tweeëntwintig jaar lang al is Mitchell Fromstein alleenheerser bij het Amerikaanse uitzendbedrijf Manpower. Het zakenblad Forbes noemde de voorbije paar jaar een ramp voor de onderneming. In België groeit Manpower echter tegen een stevig ritme.
Volgens de koppensnellerfirma Korn/Ferry International blijft een topman van een Amerikaans bedrijf ongeveer zeven jaar in de directiesuite zitten. Dat betekent dat de zeventigjarige Mitchell Fromstein een fenomeen is. Hij staat al 22 jaar aan het roer van Manpower en werkt al 46 jaar voor dat interimbureau, dat in 1997 een omzet van 8,4 miljard dollar haalde en 3000 kantoren telde in vijftig landen. Hoewel Fromstein amper 1,1% van de aandelen in handen heeft, regeerde hij toch geruime tijd zonder enige tegenkanting.
Minstens een van zijn recente beslissingen leek erg arbitrair. In juli van vorig jaar zette hij zijn gedoodverfde opvolger aan de deur: Jon F. Chait, sinds 1996 de baas van Manpowers Europese tak, die 5 miljard dollar waard is. Welke fout had Chait begaan? Hij had Michael Grunelius voor het hoofd gestoten, een oude collega van Fromstein en hoofd van de Franse afdeling die 30% van de wereldwijde omzet binnenbrengt.
Michael Grunelius bleef bij de aanstelling van Chait Frankrijk autonoom leiden, zoals hij de voorbije veertig jaar had gedaan. Maar toen de Franse regering in januari van vorig jaar een verlaging aankondigde van de subsidies aan werkgevers die laagbetaalde arbeiders in dienst nemen, werd de baas van Manpowers Franse tak blijkbaar verrast. Daarop stelde Chait John Sharkey aan, het vroegere hoofd van Saatchi & Saatchi in het Verenigd Koninkrijk, om Frankrijk weer op het goede spoor te brengen. Grunelius moest rapporteren aan Sharkey, maar die wou dat niet. Fromstein bracht de bestuurders zover dat ze Grunelius steunden en Chait en Sharkey namen ontslag.
Wereldleiderschap kwijt
De raad van bestuur stemt schuchter in met zowat alles wat Fromstein doet. Dat de leden op één na allemaal oude vrienden van hem zijn, zal hierin wel meespelen. Nochtans zouden ze beter geregeld vragen stellen. Vorig jaar heeft het Zwitserse Adecco Manpower immers ingehaald als ‘s werelds grootste interimbedrijf. Dat Manpower nog 1,7 miljard dollar omzet realiseert via franchises (en daarmee toch de nummer één blijft) en in tegenstelling tot zijn concurrenten organische groei prefereert boven overnames, laat Forbes onvermeld. Wel merkt het Amerikaanse zakenblad op, dat de VS-inkomsten van Manpower tegen het einde van 1998 slechts met 7% waren aangedikt, terwijl de globale markt voor tijdelijke werkkrachten in de Verenigde Staten met meer dan 15% per jaar aangroeit.
De aandeelhouders van Manpower reageerden geschokt, en dat deed ook de raad van bestuur, toen de winst tijdens het vierde kwartaal kelderde en de aandelen Manpower op een dag tijd met 29% daalden naar 28 dollar per aandeel. Het aandeel daalde verder tot 22 dollar, amper de helft van de piek van 45,75 dollar in mei 1998. Op donderdag 14 januari noteerde Manpower tegen 26,4 dollar. In een reactie op het Forbes-artikel pakte het onafhankelijke First Call Research Network (www.firstcall.com), uit met een omstandige verdediging van Manpower. De analist, die zelf aandelen Manpower bezit, maakt hier en daar een punt, maar is ook niet overal even overtuigend. Mitchell Fromstein ligt er niet van wakker: “Aan de spelletjes van Wall Street om het aandelenkapitaal in beweging te houden, doe ik niet mee.”
Groeimarkt gemist
Wat de verrassing op het vlak van de resultaten betreft, legt Fromstein twee alibi’s voor: het hoger genoemde “plotse” intrekken door de Franse regering van een belastingkrediet voor laaggeschoolde functies. En het tweede alibi? Een deel van de zwakke winstcijfers kan toegeschreven worden aan kostenoverschrijdingen en vertragingen op de invoering van een vreselijk duur, nieuw computersysteem (tot nu toe 115 miljoen dollar), dat alle Manpower-kantoren wereldwijd met elkaar moet verbinden.
De excuses van Fromstein bieden geen verklaring voor het missen van de grootste groeimarkt van allemaal: uitzendopdrachten in de informatietechnologie, een markt die groeit in een tempo van 25% per jaar. Manpower puurt slechts 10% van zijn inkomsten uit technische “staffing”, terwijl dat percentage bij concurrent Adecco bijna het dubbele bedraagt. Fromstein minimaliseert die kink in de kabel: “We hebben dat welbewust gedaan,” zegt hij. “Het is nog helemaal niet geweten hoe lang de IT-sector zal blijven groeien. Bovendien is het erg moeilijk om geschoolde IT-werknemers te vinden. En de vaardigheden die men vraagt, blijven almaar veranderen.” Als dat geen rationalisering is, dan weten we het niet meer.
Als er totnogtoe niets de bestuurders van Manpower uit hun dutje heeft kunnen wekken, dan zal dit het zeker doen: vergelijk de winstmarge van Manpower – 2,6% – maar eens met die van Adecco of Randstad – respectievelijk 4,2 en 5,5% (zie tabel).
Misschien begint er nu toch wat te roeren. Drie maanden geleden vervoegde John R. Walter, ooit voorzitter en COO van AT&T, de raad van bestuur van Manpower. Is hij misschien een potentiële noodopvolger voor Fromstein? Een aantal bestuurders denkt van wel. Zelfs Fromstein blijkt in te zien dat zijn tijd van gaan, gekomen is. “Ik zet druk op mezelf om mij te vervangen,” zegt hij.
Forbes.
Bewerking: Guido Muelenaer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier