GEVOLGEN VOOR DE BELGEN ?
In september ’86 davert de wereld van de internationale accountants op zijn grondvesten. Het Amerikaanse Peat Marwick (PM) en het Europese Klynveld Main Goerdeler (KMG) besluiten de krachten te bundelen. Drie jaar later volgt een fusie tussen Ernst & Winney met Arthur Young. De geboorte van de Big Six is een feit. De traditionele boekhouder of revisor, die zijn vrij beroep als een eenmanszaak runt, wordt definitief begraven. Maar de globalisering van het bedrijfsleven dendert voort. Ditmaal staat niet het reeds verzadigd segment van de audit, maar de snelgroeiende markt van managementadvies op het spel. Na een kortstondige liaison tussen Price Waterhouse en Arthur Andersen, gaat eerstgenoemde groep nu in zee met Coopers & Lybrand. De monstercombinatie stijgt wereldwijd onmiddellijk naar de leiderspositie : 8500 partners, 135.000 werknemers en 436 miljard frank aan honoraria. Ook in ons land verdringt Coopers Waterhouse of hoe de gigant ook moge heten met naar schatting 4,7 miljard frank aan erelonen Ernst & Young van de eerste plaats.
Erik De Lembre, voorzitter van Ernst & Young België en buitengewoon hoogleraar boekhouden aan de Gentse universiteit : “Dat stoort mij geenszins. Integendeel, nu zal de onderlinge concurrentie verscherpen, wat de kwaliteit ten goede komt. Dankzij de fusie opereren er voortaan twee accountantskantoren van dezelfde grootte op de Belgische markt. Dat bevordert de vrije mededinging. Voor het boekjaar ’95-’96 steken wij nog met kop en schouders boven de rest uit ( nvdr 3735 miljoen frank, inclusief consulting, versus 2635 miljoen frank voor de runner up, in casu Coopers & Lybrand).
TRENDS. Staat nu een nieuwe golf van fusies in de auditsector op stapel ?
ERIK DE LEMBRE. Ik sluit niets uit, maar het zou mij verwonderen. Het plan kadert in de mondialisering van de zakelijke dienstverlening. De globalisering van de economie vindt vooral plaats in het Verre Oosten en Zuid-Amerika. Daar moeten de internationale accountantskantoren investeren. Vraag is of zij groot genoeg zijn om deze expansie te kunnen financieren. Volgens mijn persoonlijke mening wel, met uitzondering misschien van Price Waterhouse (geconsolideerde omzet van 182 miljard frank). Maar zij gaan nu samensmelten met Coopers & Lybrand (geconsolideerde omzet van 248 miljard frank) en zo komen zij wereldwijd op hetzelfde niveau als de huidige top-drie : Andersen Worldwide (346 miljard frank), KPMG (295 miljard frank) en E&Y (284 miljard frank).
In een verzadigde auditmarkt fungeert het revisoraat vaak als een lokmiddel voor lucratieve consultancy-opdrachten. Verhogen dergelijke monstercoalities niet het gevaar voor belangenvermenging ?
Volgens mij bestaat er een duidelijk onderscheid tussen managementadvies en financieel-administratieve dienstverlening. De externe bedrijfsrevisor, accountant en fiscalist spelen een meer maatschappelijke rol als onafhankelijk deskundige, terwijl de consultant meer actief meewerkt aan de implementatie van beleidsbeslissingen. De Belgische minister van Landbouw en kmo, Karel Pinxten, heeft dit goed begrepen. Op initiatief van Koen Geens, de voorzitter van de Hoge Raad voor het Bedrijfsrevisoraat, heeft hij een wetsontwerp ingediend om revisoren, accountants en belastingconsulenten in één instituut onder te brengen. Op termijn zullen hierin ook de boekhouders en na verloop van tijd zelfs de advocaten, die tendens is niet te vermijden ondergebracht worden. Dergelijke constructie vermijdt ook het zogenaamde probleem van de gerefereerde opdrachten. Als de vier specialiteiten in de financiële dienstverlening tot één en dezelfde vennootschap behoren, kan er geen sprake zijn van referal fees. Indien wij onze klanten te nadrukkelijk ieder tracht natuurlijk zijn winkel te verkopen naar de collega’s van de consultancy-afdeling zouden doorverwijzen, snijden wij in ons eigen vlees. Ondernemingen eisen een goede service en selecteren zelf hun adviseurs.
Maar bedrijven geven toch steeds meer de voorkeur aan one-stop shopping ?
Gedeeltelijk wel ja. Onze ervaring leert dat kmo’s het liefst werken met één adviseur, die al hun courante vragen op financieel vlak oplost, inclusief de zogenaamde small business consultancy, zoals bijvoorbeeld kostprijscalculaties. Indien een bedrijfsleider zijn organisatie fundamenteel wil veranderen, zal hij wel een beroep doen op een specialist terzake. Grote ondernemingen daarentegen werken per definitie met verschillende bureaus wat betreft hun financiële dienstverlening en managementadvies.
U bent dus niet gewonnen voor het verplicht opleggen van meerdere bedrijfsrevisoren voor ondernemingen met meer dan 250 werknemers, zoals het NCMV dat voorstelt ?
Vandaag beschikken de meeste multinationals al over meerdere bedrijfsrevisoren. Deze concerns zijn historisch gezien vaak het resultaat van fusies tussen ondernemingen, die telkens hun eigen auditor meebrengen, waarin ze vertrouwen hebben. Bovendien bestaat er ook geen gevaar voor een monopoliepositie van een Big Six in één of andere bedrijfssector. Indien zij een te dominante plaats innemen, zullen de klanten op eigen initiatief een andere oplossing zoeken. Wij raden hun dat trouwens aan. Zo is Pepsi, dat een klant van Arthur Young was, in ’89 na de fusie met Ernst & Winney Coca-Cola was en is nog altijd een klant van Ernst & Young naar de concurrentie gestapt. Tenslotte verwondert het me dat een belangenvereniging van zelfstandige ondernemers, die altijd pleit voor een vermindering van de administratieve lasten voor bedrijven, met zo’n dirigistisch voorstel afkomt.
Kwatongen beweren dat de fusie is ingegeven om de zware schadeclaims, die op beide groepen rusten, te neutraliseren.
Dat heeft er niets mee te maken. Zowel Price Waterhouse als Coopers & Lybrand zijn verzekerd. Als revisor is het onmogelijk je aan je maatschappelijke verantwoordelijkheid te onttrekken. Zo heeft het Hof van Beroep in Luik onlangs nog een commissaris-revisor veroordeeld, omdat hij een fiscale fraude in een bedrijf verzwegen had. Dat is het kenmerk van het vrije beroep. Gelukkig hebben wij hier in België nog niet veel last van zogenaamde litigation overvloed aan rechtsprocedures die de Angelsaksische landen overstelpt. Maar het gevaar bestaat.
ERIC POMPEN
ERIK DE LEMBRE (ERNST & YOUNG BELGIE) Je mag het zelfregulerend effect van de vrije markt niet onderschatten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier