GEOGRAFISCHE DIVERSIFICATIE
RISICOSPREIDING.
Zoals voor andere bedrijfsgroepen uit Zaïre/Congo bijvoorbeeld Groupe Froidbise of Groupe Agro-Pastoral van de familie Blattner boden de tomeloze jaren ’90, na de volledige instorting van het staatsapparaat, Groupe Forrest de mogelijkheid om winsten te investeren in bedrijfsovernames in Europa en elders (als risicospreiding).
De beheersholding GFH (George Forrest Holding) overkoepelt GFI (George Forrest International) en de twee pijlers : Afrika (GFIA) 70 % van de omzet en de internationale expansie vanuit Europa (GFIE). De omzet van GFI in België schommelt rond een tiental miljoen frank voor facturaties aan de buitenlandse bedrijven van de groep.
Naast EGMF, het oudste bedrijf uit de groep, met maatschappelijke zetel in Lubumbashi algemene aannemerij, asfaltproductie, infrastructuurwerken en mijnexploitatie omvat Groupe Forrest in Congo :
NBLA (New Baron & Lévêque Afrique), met zetel in Lubumbashi : montage van industriële installaties en renovatiewerken, hoofdzakelijk in opdracht van Gécamines ;
vier cementfabrieken : Cilu in Beneden-Congo en Interlacs (1 in Kivu en 2 in Katanga) met een totale jaarcapaciteit van 550.000 ton. Ze werden overgekocht van Generale Maatschappij van België en draaien momenteel op 30 à 40 % van hun capaciteit ;
De kolenmijn van Makala bij Kalemie (onderdeel van Interlacs) ;
Minoterie Agrifood, een meelfabriek in Lubumbashi, met maandcapaciteit van 2000 ton bloem en een afdeling rijstverwerking met een jaarcapaciteit van 7000 ton (ligt stil).
In Ruanda en Burundi : de aannemersbedrijven Maforwa (Kigali) en Maforbu (Bujumbura). Beide voeren vooral opdrachten uit voor de Franse en Duitse ontwikkelingssamenwerking. Maforbu bouwt in Bujumbura ook de nieuwe zetel van de Handels- en Ontwikkelingsbank voor Oost- en Centraal-Afrika.
Buiten deze 100 % eigen ondernemingen heeft Groupe Forrest een belang van 12 % in de Congolese privé-luchtvaartmaatschappij Alliance Air Lines en van 15 % in het op een zijspoor geplaatste Sizarail.
In België kocht Forrest in 1989 het failliete engineeringbedrijf Baron & Lévêque International uit Luik. Het montagebedrijf was, zoals Forrest, een onderaannemer van Gécamines. NBLI (New Baron & Lévêque International) wordt een vehikel voor geografische diversificatie buiten Centraal-Afrika : NBLI doet fabrieksmontages in Kenia, Guinee, Sierra Leone, Ivoorkust, Saudi-Arabië, Dubai en Abu Dhabi. Met 50 expats en zo’n 300 lokale werknemers op de lopende projecten in de verschillende landen haalt NBLI een wisselende omzet van 400 tot 800 miljoen Belgische frank. In het Midden-Oosten richt NBLI zich op de petroleumsector en in Saudi-Arabië werd de afdeling NBLI KSA gestart, met zetel in Dhahran, voor de fabricage van warmteketels.
In de Verenigde Emiraten kocht NBLI onlangs Cimel, gespecialiseerd in het aanbrengen van hoogspanningslijnen tot 400 KVA en plaatsing van industriële elektrische installaties, Cimel CO (1 miljard frank omzet) heeft zijn zetel in Abu Dhabi en Cimel Al Rostamani (300 miljoen frank omzet) in Dubai.
In Chili doet NBLI Chile, met maatschappelijke zetel in Santiago, sinds 1995 zowel engineering van fabrieken als de exploitatie voor rekening van Minera Valle Dorado van een kopermijn (10.000 ton per jaar) en het begin van de hydrometallurgische behandeling van het erts.
Sinds ’94 is Forrest 100 % eigenaar van Lachaussée : New Lachaussée in Herstal is Europees marktleider in de productie van hoogtechnologische machines voor het maken van kogelhulzen. New Lachaussée realiseert met 50 mensen een omzet van 400 miljoen frank.
STI (Specialised Trading International) in Luik is met zes medewerkers een handelsfirma in allerlei goederen (behalve ertsen en mineralen), met een antenne in Johannesburg, Zuid-Afrika.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier