‘GELOOF DE GESCHATTE PRIJZEN VAN VEILINGHUIZEN NIET’
“Door onwetendheid betalen kopers van kunst te veel aan handelaars en veilinghuizen”, zegt Philip Hoffman, de topman van het Fine Art Fund. “Het is mijn missie daar verandering in te brengen.”
” In het begin heb ik veel kunst veel te goedkoop verkocht”, zucht Philip Hoffman. “We zijn tientallen miljoenen dollars misgelopen.” Maar dat was een noodzakelijk kwaad, zegt de CEO en oprichter van de Fine Art Fund Group, de kunstinvesteringsgroep die in dertien jaar is uitgegroeid tot de wereldwijde marktleider. Ze beheert meer dan 350 miljoen dollar in verschillende fondsen.
“Het is één ding als je in het prille begin tegen een potentiële investeerder zegt dat je een schilderij van Frank Auerbach kunt kopen voor 1,1 miljoen dollar, terwijl het eigenlijk 2,3 miljoen dollar waard is”, legt Hoffman uit. “Maar dat bewijzen is iets anders. Zodra het kon, hebben we het dan ook voor die laatste prijs van de hand gedaan. Later is dat schilderij door zijn nieuwe eigenaar verkocht voor een heel stuk meer. Dat deed pijn, maar het was dus absoluut nodig om een trackrecord op te bouwen.”
Toen de voormalige financieel directeur en adjunct-CEO van Christie’s in 2001 na twintig jaar dienst bij het veilinghuis afzwaaide om zijn eigen fonds op te richten, had hij gedacht dat het een eitje was om in een wereld met duizenden miljarden aan liquiditeiten 500 miljoen dollar op te halen. Uiteindelijk ging hij drie jaar later van start met 25 miljoen dollar.
“Het bleek bijzonder moeilijk als gloednieuwe fondsbeheerder investeerders te overtuigen”, verklaart Hoffman. “Zij willen een bewijs van je kunnen zien, precies weten wie in je team zit en hoe lang. Bovendien wilden ze mijn fonds ook kunnen spiegelen aan wat JP Morgan en Goldman Sachs in kunstbeleggingen deden. Toen ze hoorden dat het antwoord daarop “niets” was, dachten ze: dan valt er blijkbaar geen geld mee te verdienen.”
Waarom laten zakenbanken die niche links liggen?
PHILIP HOFFMAN. “Om te investeren in kunst moet je niet alleen financiële kennis hebben, je moet de kunstmarkt ook begrijpen. Je verkoopt geen wasmachines. De ene Picasso is de andere niet. De waarde is geen optelsom van parameters zoals de afmetingen van het schilderij en wanneer het is gemaakt. Er zijn zo veel andere factoren, zoals de staat waarin het zich bevindt, de herkomst, hoeveel keer het werk is tentoongesteld en waar.”
Maar er valt dus wel geld mee te verdienen?
HOFFMAN. “Onze klanten haalden tussen 2004 en 2015 gemiddeld een rendement van 5 procent per jaar. Sommige mensen noemen dat weinig, maar dan wijs ik erop dat het om een belegging met een laag risico gaat. We hebben ons nooit met schulden gefinancierd en bezitten een gediversifieerde portefeuille die bestaat uit kunstwerken van hoge kwaliteit. Ik kan trots zeggen dat we op minder dan 2 procent van het volume en de waarde van onze beleggingen verlies hebben gemaakt. Voor een aandelentrader zou dat fenomenaal zijn.”
Hoe hard kwam de crisis aan?
HOFFMAN. “Heel hard. In 2007 had ik bijvoorbeeld een Christopher Wool gekocht voor 800.000 dollar. In 2009 werd een vergelijkbaar werk van hem bij Christie’s verkocht voor 400.000 dollar. Omdat wij mark-to-market waarderen, betekende dat een waardevermindering van 50 procent. Geen fijne boodschap voor onze investeerders. Gelukkig hadden ze begrip voor de moeilijke marktomstandigheden en waardeerden ze onze transparantie. Onze concurrenten bleven bijvoorbeeld halsstarrig beweren dat al hun werken nog evenveel waard waren als voor de crisis. Uiteindelijk hebben we die Wool twee jaar later verkocht voor 1,8 miljoen dollar. Het is voor mij het bewijs dat als je op je experts vertrouwt, het bijna altijd goed komt.”
Neemt u zelf ooit beslissingen over wat er gekocht wordt?
HOFFMAN. “Nooit ofte nimmer. Als we schilderijen kopen omdat ík ze mooi vind, wordt niemand daar beter van. Ik weet hoe weinig ik weet van kunst, maar door mijn netwerk en ervaring weet ik wel wie de mensen zijn die er alles van afweten. Er werken ook enkele van de beste kunstexperts uit de business bij onze groep, zoals Guy Jennings, de voormalige voorzitter van het departement impressionisme en moderne kunst bij Christie’s.
“Een van onze sterktes is dat we altijd co-investeren met belangrijke kunstexperts. Ze kunnen een schilderij van Christopher Wool aanprijzen, maar ze moeten dat advies wel ruggensteunen met skin in the game. Als wij 1 miljoen investeren, stoppen zij er bijvoorbeeld zelf 100.000 in.”
“Het is tijd voor een correctie op de kunstmarkt”, zei de bekende collectioneur Eli Broad enkele weken geleden. Is er dan een zeepbel?
HOFFMAN. “Vandaag zie ik er geen meer, maar die is er wel geweest. We hebben twee jaar geleden een Francis Bacon gekocht voor 30 miljoen dollar en die vorig jaar verkocht voor iets minder dan 50 miljoen. Die prijs zouden we vandaag zeker niet meer halen.
“De correctie was ook groter in het ene segment dan het andere. Chinese hedendaagse kunst bijvoorbeeld was volledig overhypet. Ook wij zijn erin getuimeld. Een van onze fondsen had er 650.000 dollar in geïnvesteerd, vandaag blijft daar 450.000 dollar van over. Het was een jammerlijk experiment, waarbij we onze traditionele focus hebben verlaten en ons als durfkapitalisten zijn gaan gedragen. We hebben geleerd uit die fout.”
Het Fine Art Fund specialiseert zich in oude meesters, impressionisten en moderne en hedendaagse kunst. Vraagt dat een verschillende strategie?
HOFFMAN. “Oude meesters kunnen we gerust in een opslagplaats steken en er een paar jaar lang niet naar omkijken, omdat ze niet sterk in waarde schommelen. Bij hedendaagse kunst ligt dat anders. Als ik daar 2 dollar kan verdienen per geïnvesteerde dollar, ben ik klaar om te verkopen. En ja, soms is dat te vroeg. Zo hebben we in 2005 drie Wade Guytons gekocht voor 48.000 dollar per stuk. In 2008 gingen die voor 60.000, 65.000 en 100.000 dollar de deur uit. Anderhalf jaar later ging een van hen op een New Yorkse veiling onder de hamer voor 2 miljoen dollar. Dat impliceert dat we door een slechte timing ruim 5,5 miljoen dollar zijn misgelopen.”
Hoe hard slaat u zich dan voor het hoofd?
HOFFMAN. “Dat valt wel mee. Je moet de discipline hebben om te verkopen als je een mooie winst kunt maken. En hoeveel mensen hebben hun aandelen van Apple of Microsoft niet te vroeg verkocht?”
Wat gebeurt er met de werken die de Fine Art Fund Group koopt?
HOFFMAN. “Een deel van onze kunst zit bij handelaars of veilingen om verkocht te worden, een deel is uitgeleend aan onze investeerders, een deel is tentoongesteld in musea. De rest zit in opslagplaatsen in Hongkong, Genève, New York en Londen.”
Vreten de verzekerings- en opslagkosten niet aan het rendement?
HOFFMAN. “Voor een particulier is het een heel dure zaak om een schilderij te verzekeren, te transporteren en het op te slaan in Zwitserland. Wij werken op een industriële schaal en betalen daarom gemiddeld maar 900 dollar per miljoen dollar waarde aan verzekeringen, en 200 dollar per jaar per werk aan opslagkosten. Dat is peanuts.”
Wat gebeurt er als een fonds na tien jaar afloopt? Vliegt dan alle kunst in één trek de deur uit?
HOFFMAN. “Nee, we kopen en verkopen tijdens die tien jaar, en we keren onze winsten jaarlijks uit. We vragen onze investeerders na het aflopen van het fonds nog even geduld te hebben, zodat we de resterende kunst op een goed moment kunnen verkopen. Ze betalen dan geen beheersvergoedingen.”
De Fine Art Fund Group omvat niet alleen fondsen, maar doet ook aan consultancy en het beheer van particuliere en museale collecties. Hoe groot is de vraag naar die diensten?
HOFFMAN. “Een derde tot de helft van de omzet van onze business komt van advies dat we aan verzamelaars geven. Veel mensen die naar een veiling gaan om een schilderij te kopen, maken hun huiswerk niet. Ze kijken naar de schatting die Sotheby’s of Christie’s heeft gemaakt, bijvoorbeeld “tussen 600.000 en 800.000 dollar”, en denken dan dat ze een koopje doen bij 650.000 dollar. Maar dat zijn valse schattingen. Grote kunsthandelaars zetten veilinghuizen zwaar onder druk om hoge prijsranges te adverteren en veel reclame te maken voor bepaalde werken, met de dreiging dat ze anders de echt dure werken zoals een Monet, Picasso of Degas niet naar de veiling brengen.”
U schetst geen fraai beeld van het wereldje.
HOFFMAN. “Ik wil de sluier van elitarisme en geheimzinnigheid die over de kunstmarkt hangen omhoogtillen. Toen ik in 1989 bij Christie’s begon, hingen er niet eens kaartjes bij de schilderijen. Als je durfde te informeren naar wie de kunstenaar was, kreeg je een blik dat je daar niet op je plaats was. En als je moest vragen naar de prijs, kon je het waarschijnlijk toch niet betalen. Wij willen dat wereldje demystificeren door onze klanten alle mogelijke informatie te geven over een werk dat hen interesseert. Dat appreciëren handelaars niet altijd, omdat het net onwetendheid is die hen toelaat hogere prijzen te vragen.”
De minimale inleg voor uw fonds is 1 miljoen dollar. Komt er ooit een meer democratische versie, waardoor ook kleine beleggers kunnen inzetten op de kunstmarkt?
HOFFMAN. “Dat is het plan. Ik wil een beursgenoteerd kunstfonds oprichten. Voordien was dat onmogelijk, omdat er nog geen trackrecord was.”
Wanneer mogen we ons daaraan verwachten?
HOFFMANN. “Ik ben nu eerst nog bezig met het oprichten van een tak die zich toelegt op het uitlenen van geld in ruil voor het in onderpand geven van een kunstcollectie. Er zijn een paar zakenbanken die dat doen, maar wat kennen zij echt van kunst? I’ve seen most of them fuck it up, omdat ze van externe partijen afhangen voor het ramen van de waarde van die kunst. Wij zullen tot de helft van de geschatte waarde uitlenen. Dat is een stuk meer dan bij die zakenbanken. Het potentieel is enorm, ik verwacht dat dit ons omzetcijfer op termijn met 1 miljard dollar zal verhogen. Onze investeerders kunnen een rendement van 12 procent per jaar verwachten.”
DAAN BALLEGEER IN AMSTERDAM
“Om te investeren in kunst moet je niet alleen financiële kennis hebben, je moet de kunstmarkt ook begrijpen”
“Een van onze sterktes is dat we altijd co- investeren met belangrijke kunstexperts”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier