Geld & domheid

Elke dwaas kan een fortuin maken, maar je moet al bijna geniaal zijn om dat fortuin te behouden. Of sterker nog: je moet van een andere planeet komen om in de ogen van anderen dat fortuin waard te zijn. De eerste boodschap gaf de Amerikaanse miljardair Cornelius Vanderbilt op zijn sterfbed mee aan zijn zoon William. Wij voegden er de tweede – met enige overdrijving – aan toe, want laten we eerlijk zijn: met geld kunnen de meesten van ons niet om.

De affaire- Jan Coene doet iedereen moord en brand schreeuwen over het zorgelijke fenomeen van de fat cats: mannen en vrouwen aan de top van het bedrijfsleven die de dollars torenhoog opstapelen (zie Opinie, blz. 122). De discussie over de deugdelijke manier waarop onze bedrijven al dan niet geleid worden, krijgt eindelijk een breed maatschappelijk draagvlak en prompt wordt de problematiek verengd tot één ding: geld. Met een dwangsom tot 2,5 miljoen euro voor bestuurders die niet naar behoren hun bezoldiging, aandelenopties en tantièmes bekendmaken, denkt de overheid met enkele VLD-moraalridders het goede bedrijfsbestuur in dit land in de juiste banen te leiden.

Het probleem ligt hem niet in het graaigedrag. Het zit veel dieper. Ontsporingen zoals het loonpakket van Coene hebben alles te maken met leiderschap en legitimiteit. “Een bedrijfsleider die klaagt over hoge lonen in zijn bedrijf en dan zelf graaigedrag vertoont, is onlegitiem bezig,” zegt Koen Raes, hoogleraar toegepaste ethiek aan de Universiteit Gent. Zijn collega Johan Verstraeten van de KU Leuven vult aan: “Niemand kan een ongehoorde zelfverrijking organiseren en tegelijk eisen dat de werknemers ethischer worden en dus geen privé-telefoontjes doen in de tijd van de baas” (zie blz. 64).

Beide ethici verwerpen ovenklare tips uit het ethische receptenboek of juridische regelneverij. Ethiek moet uit de organisatiecultuur van een bedrijf opwellen. Een goed institutioneel kader is de basis, persoonlijke houdingen en voorbeeldgedrag vloeien daaruit voort. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor het maatschappelijk bestel waarin we leven of werken: een breed wettelijk kader vormt een betere humuslaag tegen vergroeiingen dan beklemmende huisregels en boeteclausules.

Tien erfgenamen van voorname Belgische ondernemers worden in deze Trends onder de loep genomen (blz. 50). Zij hadden het geluk – of het ongeluk – met een familiefortuin geboren te worden. Een recente studie van professor Johan Lambrechts ( Studiecentrum voor Ondernemerschap) wees uit dat rijkdom voor deze erfgenamen een zegen kan zijn, op voorwaarde dat ze wordt overgedragen met waarden zoals hard werken voor geld en bescheidenheid. En die waarden dringen vooral via het voorbeeldgedrag van de ouders in de poriën van de jonge generatie.

Het merendeel van de ondervraagden koppelde ‘rijk zijn’ aan ‘veel geld hebben’ of ‘veel materiële bezittingen hebben’. In mindere mate kwamen andere facetten aan bod: spiritueel kapitaal (familiewaarden), menselijk kapitaal (vaardigheden, motivatie en karakter), familiaal kapitaal (harmonie), sociaal kapitaal (oog voor gemeenschap) of intellectueel kapitaal (kennis). Het toont eens te meer aan hoe eenzijdig onze maatschappij tegen geld en rijkdom aankijkt.

De emotionele keerzijde van de medaille is dat veel van deze erfgenamen precies door hun rijkdom met psychologische handicaps blijven zitten, zo stelt de studie: bijvoorbeeld een lage eigendunk, doelloosheid, gebrekkige motivatie, gebrek aan zelfdiscipline, schaamte en schuldgevoelens. Voeg daarbij de vaak beschuldigende vinger van de afgunstmaatschappij waarin we leven en de basis voor ontsporingen is gelegd.

De studie formuleert daartegen een aantal weldoende remedies. Bekijk het familiefortuin als meer dan het louter financiële, haal het uit de taboesfeer, beitel de familiewaarden in stenen ta-felen, leer op een gestructureerde manier ermee omgaan en stel gezonde verwachtingen in de jonge generatie. Ze kunnen ook dienen als antidotum voor ons allemaal in een snel verzurende, kapitalistische samenleving.

piet.depuydt@trends.be

Het merendeel van de ondervraagden uit een recente studie koppelde ‘rijk zijn’ aan ‘veel geld hebben’ of ‘veel materiële bezittingen hebben’. Het toont aan hoe eenzijdig we aankijken tegen het fenomeen geld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content