Geen vrijbuiters

Een nationale telecommarkt liberaliseren, is een complexe en delicate zaak. Hoe goed scoort België in die materie ?

Wie heeft gelijk ? Eric Van Heesvelde is hoofd van het BIPT het controlerende orgaan voor telecommunicatie in België. Op 14 mei jl. gaf hij aan Belgacom het bevel om alle semafoonlijnen van het Gentse bedrijf Multipage te “sperren”. De reden ? Multipage bezit geen licentie, brengt illegale toestellen op de Belgische markt en misbruikt het openbare telecomnet. “Fout,” oordeelde de rechter en hij floot het BIPT terug eenmaal bij hoogdringendheid, daarna ten gronde (zie ook Trends, 23 mei).

“Tóch blijf ik bij mijn standpunt,” zegt Van Heesvelde. “Voor ons is Multipage onwettig. We gaan in beroep tegen de beslissing van de rechtbank.” Een vreemde situatie. Regelgever met rechter in de clinch. En dan te weten dat het monopolie voor semafonie al sinds 1 januari door de Europese Commissie in België de jure is opgeheven. “Dat is zo,” knikt Eric Van Heesvelde. “Maar die richtlijn moet hier nog de facto worden omgezet. We plannen voor dit najaar een lastenboek, daarna volgt de gunningsprocedure.”

KABEL.

Semafonie is één voorbeeld van hoe complex liberalisering in de telecom oogt. De tv-kabel is een ander. Op 18 oktober ’95 vaardigde de Commissie de zogenaamde kabelrichtlijn uit, waardoor allerlei telecomdiensten uitgezonderd telefonie op die coaxkabel mogelijk zijn sinds 1 januari ’96. “Strikt juridisch gezien kan Telenet Vlaanderen zich hierop beroepen om ongestoord als operator actief te worden op de Belgische markt,” zegt Bruno Vanneuville, medewerker bij het Icri ( Interdisciplinair Centrum voor Recht en Informatica) van de KU-Leuven.

In werkelijkheid sleutelt het BIPT nog aan een Koninklijk Besluit waardoor de kabelmarkt pas deze zomer voor diensten zoals telewinkelen, telebankieren, gegevensverkeer of onderwijs-op-afstand zal opengaan. “Wat wél al is toegestaan, zijn piloot- en proefprojecten,” vult Eric Van Heesvelde nog aan.

Ook Mobistar, de tweede mobilofoonoperator in België, kan in principe verder gaan dan wat de Belgische wet voorschrijft. Op 16 januari zorgde de Europese richtlijn voor mobiele communicatie ervoor dat John Cordier in strikte zin niet meer bij Belgacom hoeft aan te kloppen om vaste lijnen te huren. “We zijn op zoek naar 600 à 700 2 megabit-lijnen om onze basisstations onderling te verbinden,” legt Cordier uit. Een kost die algauw 30 tot zelfs 50 % van het globale budget van de GSM-operator kan opslorpen. Vooral als Belgacom door zijn monopolie op de infrastructuur die prijzen extra hoog kan houden.

Dit monopolie valt nu weg. Vanaf 1 juli kán Mobistar akkoorden afsluiten met de kabelmaatschappijen, de NMBS, Electrabel of zelfs privé-bedrijven om bepaalde verbindingen tot stand te brengen. Het hoeft voor zijn internationaal telefoonverkeer zelfs niet meer langs Belgacom te passeren, wat de onderhandelingspositie ongetwijfeld moet opkrikken. Al blijft de nationale telefoonoperator door het grote bereik van zijn netwerk voorlopig nog de meest geschikte partner.

John Cordier weigert in z’n kaarten te laten kijken. Zegt hij : “Mobistar zal één van de belangrijkste klanten worden van Belgacom.” Een mogelijke rechtstreekse verbinding met het telefoonnet van France Télécom (dat 50 tot 55 % in Mobistar bezit), ziet hij voorlopig niet zitten. “We denken er niet aan om hier zaken te doen met France Télécom.” Wellicht uit vrees dat die toenadering de gesprekken met Belgacom die sinds begin dit jaar lopen zou hypothekeren.

“We volgen de onderhandelingen op de voet,” zegt Eric Van Heesvelde, “maar laten de partijen vrij om te beslissen. Alleen op verzoek van één van beide of wanneer Belgacom zijn marktdominantie zou misbruiken, zullen we tussenbeide komen.” Het BIPT kan dus arbitreren of geschillen beslechten. Eén en ander zal nog deze zomer in KB’s worden gegoten.

PARTIJDIG ?

Die rol als scheidsrechter blijft een delicate zaak. Voogdijminister van het BIPT, Elio Di Rupo ( PS), is immers ook minister van Telecommunicatie en dus bevoegd voor Belgacom. “Wij pleiten voor een loskoppeling van de politieke verantwoordelijkheid over het BIPT en Belgacom, door het BIPT onder te brengen bij de eerste minister,” merkte de projectgroep van Telenet Vlaanderen al vorig jaar op in een uitgebreid juridisch rapport.

Eric Van Heesvelde relativeert : “Het BIPT is totnogtoe slechts één keer in het publiek beschuldigd geweest van partijdigheid : uitgerekend door Multipage. Ik hecht hier dus niet veel belang aan. Ook in het parlement waren er kritische geluiden te horen, maar die waren nauwelijks gebaseerd op concrete feiten. Tot in 1998 tijdstip van volledige liberalisering van de telecommarkt zie ik echt geen probleem opduiken met betrekking tot het voogdijschap.”

Ook John Cordier ziet geen graten. “Ik heb geen reden om te twijfelen aan de objectiviteit van het BIPT,” vindt hij. Al blijft hij op z’n hoede. “Ik volg met spanning de beslissing van de regering over de licentievergoeding die Belgacom moet betalen. We vragen een gelijkwaardige behandeling ( nvdr Mobistar legde 9 miljard frank op tafel).” Onlangs maakte het BIPT, zo bevestigt Eric Van Heesvelde, z’n advies over aan de federale regering. John Cordier : “Indien Belgacom minder moet betalen, dan zullen we zeker actie ondernemen.”

Mobistar blijkt niet zo’n radicale verwachtingen te koesteren tegenover het BIPT, als de pioniers van Telenet Vlaanderen. Die laatsten vinden dat het regelgevend instituut niet alleen de “markttoegang” moet controleren, maar ook effectief in de werking van de markt dient in te grijpen. “Het louter vrijmaken van de markt is ontoereikend om daadwerkelijk concurrentie te creëren,” lezen we in het beleidsrapport dat Telenet in ’95 voorstelde. Een opmerkelijke stelling.

Pascal Verhoest, communicatiespecialist aan de VUB, rondde onlangs een doctoraatsthesis af over de openbare telecommunicatie in België en de rol van de overheid daarin (periode 1834-1994). Zegt hij : “Blinde concurrentie in de telecom werkt niet. De Europese regulering is onmisbaar om die markt daadwerkelijk te openen en perversiteiten te voorkomen. Kijk maar naar het Britse model. De radicale liberalisering daar in ’81 had tot gevolg dat er een oligopolie ontstond met BT en Mercury als voornaamste spelers. Er was bijkomende regulering noodzakelijk vanaf ’91 om de concurrentie, onder meer door de introductie van kabeltelefonie, aan te zwengelen. Regulering is dus geen overgangsfase naar, maar een essentieel onderdeel van de vrije markt.”

Telenet trekt die lijn consequent verder en vindt dan ook dat het BIPT de markttoegang moet bevorderen door beperkingen op te leggen aan de historische PTT zoals Belgacom verbieden om aan tv- broadcasting te doen en stimuli te creëren voor de nieuwe operatoren. “Ik ben geen doctrinair op dat punt,” reageert Van Heesvelde. “Niet enkel concurrentie, maar ook technologische en kwalitatieve vooruitgang spelen in het voordeel van de eindgebruiker,” vindt hij.

“In de wet van 21 maart ’91 werd het BIPT nog impliciet naar voren geschoven als de beschermer van het monopolie van Belgacom. Onze rol is sindsdien geëvolueerd. Naar 1998 toe zullen wij steeds meer optreden als de begeleider van een open marktstructuur. Maar het beschermingsaspect zal nooit helemaal verdwijnen, omdat het principe van de universele dienstverlening gelijke toegang voor iedereen tot de basistelecomdiensten overeind blijft.”

PIET DEPUYDT

ERIC VAN HEESVELDE (BIPT) Ik ben geen doctrinair.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content