GEEN THANK GOD IT’S FRIDAY
Parken en valleien.
Het wetenschapspark van Zellik mist een Thank God It’s Friday-café en een joggingpad. Amerikaanse sciences parks stimuleren de community building onder de O&O-werkers. Vlaanderen telt zeven wetenschapsparken. Ooit leefde het plan bij kabinetsmedewerkers van Luc Van den Brande (CVP) om, in navolging van het Research Triangle Park in Noord-Carolina, een gelijkaardige plek te stichten tussen Leuven ( KU Leuven), Hasselt ( Limburgs Universitair Centrum en Philips) en Eindhoven (Philips, het Natuurkundig laboratorium) van de elektronicareus en lokale technische hogescholen). De droom ging niet in vervulling.
Wat geen droom bleef, zijn de Flanders Valleys: de bestaande wetenschapsparken in Vlaanderen krijgen concurrentie. Flanders Language Valley in Ieper heeft geen statuut van wetenschapspark, maar functioneert door een gemengd initiatief van ondernemers en de stadsoverheid van Ieper als een internationaal centrum van O&O in de spraaktechnologie. Flanders Language Valley is één van de tien bestaande of geplande Vlaamse technologievalleien. Zij hebben een losse en open structuur.
De zeven wetenschapsparken zijn van een oudere datum. Trends logeert op het wetenschapspark van Zellik, bij de Ring rond Brussel, op een terrein van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Vlaams-Brabant dat wetenschappelijk wordt geleid door de Vrije Universiteit Brussel. Trends geniet van deze perfecte vestiging als dochter van Roularta Media Group, in Zellik, ontwikkelaar van geavanceerde programmatuur voor de mediabranche. De helft van het wetenschapspark Zellik (negentien hectare en zestien bedrijven) is na veertien jaar nog maagdelijk. Nieuwelingen zijn het softwarebedrijf Meda, onze buurman HSH Aerospace Finishes (verf voor de luchtvaart) en Shelf Services (concepten voor de grootdistributie). Elco-Mat (verbrandingsketels), Canberra Packard Benelux (nucleaire meet- en testinstrumenten) en HSH Finishes sloten onderzoeksakkoorden met de VUB.
Buiten Zellik bestaan de wetenschapsparken Haasrode, Zwijnaarde, Neder-over-Heembeek, Mechelen-Zuid, Diepenbeek en Kortrijk. Telkens worden ze beheerd door een GOM en inhoudelijk gecoacht door een universiteit. De Vlaamse regering verstrekt jaarlijks 5 miljoen frank subsidie aan elk wetenschapspark voor de terreinkosten. Volgens de nieuwste reglementering – deze van 1998 – worden ook bedragen verschaft voor bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen (incubatiecentra met gedeelde dienstverlening). Door subsidies voor de aanleg en de uitrusting van een wetenschapspark kunnen de vestigingskosten voor de bedrijven dalen. De registratierechten op de erfpachtovereenkomst zijn slechts 0,2% in plaats van 12,5% in het geval van verkoop.
Een samenvattende officiële studie over de O&O- en tewerkstellingseffecten van de Vlaamse wetenschapsparken ontbreekt. Ook de coördinatie is mager. Om de wetenschapsparken te stofferen, wordt nu het LRD-model (zie Eminent, blz. 154) geënt buiten Leuven. Leuven Research & Development (of KU Leuven R&D) poogt al 25 jaar met eigen financiële middelen het onderzoek aan de KU Leuven te valoriseren met spin-offs. Deze belanden indien mogelijk in Haasrode en aan de Campus Arenberg in een onthaalgebouw. De Vlaamse regering trekt 50 miljoen frank uit om de LRD-aanpak over te hevelen naar onder meer de Universiteit Gent en de VUB. Ook zij hebben interfaces, maar met een lagere effectiviteit. Zelfs KU Leuven R&D moet trouwens vaststellen dat van de 1 miljard frank inkomsten uit de licentie-overeenkomsten voor Leuvense vondsten het allergrootste deel komt van bedrijven die niet op een Belgisch wetenschapspark werken.
Zijn wetenschapsparken magneten voor starters, spin-offs en de O&O van bedrijven? Een studie van 1991 van de Vlerick Leuven Gent Management School en MIT Sloan School of Management (VS), die haar actualiteit behoudt, stelt veel vragen. De studie heeft als achtergrond de Amerikaanse ervaring dat wetenschapsparken eerder gevuld geraken door een levendige en spontane creatie van hightech-ondernemingen in bijvoorbeeld Silicon Valley en rond Route 128 (Boston) dan dat zij zelf fungeren als aantrekkingspool. Vlerick vond dat 40% van de ondervraagde bedrijven op de Vlaamse wetenschapsparken ter plaatse geen Onderzoek & Ontwikkeling beoefent. De helft zocht zelfs geen wetenschappelijke ondersteuning van een universiteit.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier