Geen pottenkijkers

Het deksel op het potje van de Fondsen voor Bestaanszekerheid blijft gesloten. Merkwaardig, zeker nu de Fondsen een rol gaan spelen in de uitbouw van een tweede pensioenpijler.

Op 11 februari stelde Danny Pieters, VU&ID-volksvertegenwoordiger, elf vragen aan premier Guy Verhofstadt (VLD) in verband met de Fondsen voor Bestaanszekerheid. Hij wou meer weten over het statuut van de Fondsen, hun eventuele belastingplicht, mogelijke malversaties, het gebrek aan controle, de verstrengeling van Fondsen, vakbonden en werkgeversorganisaties… De premier wendde de vraag af naar minister van Arbeid en Werkgelegenheid Laurette Onkelinx (PS).

“Ze gaf een half antwoord op twee vragen,” zegt Danny Pieters. De minister slaagde er bovendien in om in één en dezelfde paragraaf te zeggen dat “het jaarverslag van het Fonds openbaar gemaakt” moet worden én dat “de Fondsen alleen een meldingsplicht aan de bevoegde minister” hebben.

“Ik heb dan de vragen opnieuw ingediend bij de premier, die ze ditmaal afwendde naar minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP). Die heeft antwoord gegeven op één vraag.” Hoewel Vandenbroucke in de overtuiging leeft dat hij afdoende heeft geantwoord.

Pieters gaf evenwel niet op en diende de resterende tien vragen op 29 maart opnieuw in. Pieters: “Vandenbroucke gaf één nieuw element: de Fondsen hebben rechtspersoonlijkheid, maar welke weten we niet.” Een uiterst merkwaardig antwoord.

Voorlopig laatste fase in de vaudeville: Pieters vroeg op 30 maart aan minister van Financiën Didier Reynders (PRL) of de Fondsen belastingen moeten betalen en of ze attesten uitschrijven voor de betaalde vergoedingen aan beheerders. Waarop Reynders zich, zeer tegen zijn zin, beperkte tot een kort “ja”.

Pieters diende in de kamercommissie Sociale Zaken een motie in waarbij hij de regering oproept binnen de drie maanden de gevraagde informatie te verzamelen. Tijdens het debat volgde dan een zogezegde gewone motie, waarmee men de stemming van de ingediende motie verhindert. Die gewone motie werd alleen door PS, SP, Agalev en Ecolo getekend; de VLD gaf te kennen dat ze zich zou beraden. Wat vrij ongewoon is, want meestal tekenen de regeringspartijen en bloc de gewone motie. Beide moties liggen vandaag 6 april ter stemming in de plenaire vergadering.

Ondoorzichtig.

Tot daar de parlementaire vaudeville. Waar gaat het nu om? De ruim honderd Fondsen voor Bestaanszekerheid zijn instellingen die in collectief overleg tussen werkgevers en werknemers zijn opgericht en die allerlei aanvullende sociale vergoedingen (bij ziekte, werkloosheid, brugpensioen…) uitbetalen en bepaalde sociale uitkeringen (eindejaarspremie, syndicale premie…) volledig voor zich nemen. Er zou jaarlijks zo’n 50 miljard frank in om gaan.

De werkgevers- en werknemersorganisaties houden het potje van de Fondsen graag gedekt. Op 7 december 1995 schreef Trends een artikel over de Fondsen, dat in de sector als een bom insloeg. We hadden immers aan 32 Fondsen gevraagd of ze een jaarverslag met financiële rekening konden opsturen. De kabinetschef van toenmalig minister van Arbeid Miet Smet (CVP) had namelijk verklaard dat de Fondsen die rekeningen openbaar moesten maken. Maar slechts negen Fondsen antwoordden, de meeste dan nog negatief.

De Fondsen worden ervan verdacht allerlei parallelle geldstromen op te zetten. Zo klapte begin dit jaar André Tweepenninckx, ex-nationaal secretaris van de christelijke Textielcentrale, uit de biecht. Hij verklaarde aan De Standaard dat in 1992 150 miljoen frank reserves mooi in twee werden verdeeld tussen vakbonden en werkgeversorganisaties.

Tweede pijler.

De Fondsen voor Bestaanszekerheid krijgen er nu een belangrijke extra taak bij: de aanvullende pensioenen, de zogenaamde tweede pijler. De VLD is een voorstander van de uitbouw van een tweede pijler. De socialistische partijen zijn daarentegen niet erg happig om de privé-sector al te grote delen van de sociale zekerheid in handen te geven. Ze kunnen zich echter wel vinden in een tweede pijler die via de sectoren in collectief overleg wordt georganiseerd. Zo heeft de metaalsector in zijn laatste cao een aanvullend pensioen voorzien. En hoe zullen die pensioenen dan worden betaald? Via de sectorale Fondsen voor Bestaanszekerheid. “Vandenbroucke zegt dat we in de uitbouw van de tweede pijler meteen ook een betere controle op de Fondsen zullen krijgen, maar is het niet beter eerst orde op zaken te stellen,” vraagt Danny Pieters zich af. En wie zich nog alle loze beloften van controle uit het verleden herinnert, beseft dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben.

g.m.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content