Geen paniek
In tijden van hoge volatiliteit wapent de behavioral finance vermogensbeheerders beter tegen kuddegedrag en emotionele reacties.
De crisis van 2008 heeft de wereld van de vermogensbeheerders dooreengeschud. Er ging meer aandacht naar strategieën om de risico’s tot een minimum te beperken. Dat gaf ook de behavioral finance een stimulans. Die discipline, die de psychologie van mensen in de financiële wereld onderzoekt, ontstond in de jaren zeventig. Ze bestudeert fenomenen zoals kuddegedrag, om te voorkomen dat beleggers dezelfde fouten maken in periodes van hoge volatiliteit. Bijna alle grote Angelsaksische beheersmaatschappijen beschikken over teams die de academische ontwikkelingen in dat domein volgen.
Negatieve scenario’s
Ook Paras Anand, die bij Fidelity verantwoordelijk is voor het beheer van Europese aandelen, heeft erover nagedacht hoe hij de lessen van de behavioral finance in praktijk kan brengen. “Een groot deel van het onderzoek blijft steken in een theoretisch stadium. Maar er zijn domeinen waarin die principes wel worden toegepast”, stelt hij vast.
Een eerste belangrijk principe is analisten ertoe dwingen evenveel aandacht te schenken aan alle mogelijke scenario’s voor een aandeel. “Beheerders werken liever eerst een positief scenario uit, en denken pas daarna na over een negatief scenario. Dat heeft tot gevolg dat ze zich niet goed voelen als het positieve scenario zich niet voltrekt. Wij bekijken systematisch of onze analisten evenveel hebben gewerkt aan beide scenario’s, zodat hij minder nerveus is als zijn voorspelling niet uitkomt.”
Basiswaarschijnlijkheden
Het tweede principe is beter gebruik te maken van de ‘basiswaarschijnlijkheden’ in analyses van de macro-economie of een bedrijf. “Zo moeten we ons afvragen wat het meest waarschijnlijke resultaat was toen zich in het verleden een soortgelijke gebeurtenis afspeelde. We weten bijvoorbeeld dat slechts 30 procent van de fusieoperaties waarde creëert voor de aandeelhouders. Om die reden moeten we systematisch vragen stellen bij de optimistische verwachtingen van analisten als er een fusie plaatsvindt.”
Het derde principe heeft betrekking op checklists. De beheerders moeten die regelmatig invullen in de loop van het beleggingsproces. “Die methode is afkomstig uit sectoren met hoge risico’s, zoals de bouwsector, de geneeskunde en de luchtvaart. Daar is het verplicht regelmatig vragenlijsten in te vullen om het operationele risico te beperken. Met checklists breng je een zekere stabiliteit in het beleggingsproces van de beheerder, waardoor hij minder geneigd is paniekgolven op de markten te volgen.”
Sterktes en zwaktes
“Een van de grootste misvattingen is denken dat je immuun bent voor paniekgolven zodra je de theorie over de behavioral finance kent. Het is onmogelijk totaal ongevoelig te blijven als de volatiliteit toeneemt op de markten.” Volgens Paras Anand is het ook moeilijk uniforme regels op te stellen voor alle beheerders. “Iedere beheerder is verschillend en heeft zijn sterktes en zwaktes. Vaak houden die ook verband met elkaar.” Zo kan een beheerder met een talent voor groeiwaarden de markt regelmatig verslaan, maar hij is soms ook te optimistisch over de evolutie van de markt. “Je moet een zekere vorm van nederigheid hebben.”
Frédéric Dineur
“Slechts 30 procent van de fusieoperaties creëert waarde voor de aandeelhouders”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier