Geen ontkomen meer aan: we moeten leren leven met wat minder

In 2005 moeten we ons meer en meer aanpassen aan een algemene economische vertraging. Het feestje is voorbij.

De auteur is chief economist bij de Economist Intelligence Unit.

De meeste mensen zullen het misschien niet zo aangevoeld hebben, maar de economie heeft een fijne tijd gehad. Sinds de donkere dagen van 2001, toen grote delen van de wereld in het slop zaten, is de economische situatie systematisch verbeterd. Tegen 2004 tekenden we al een economische groei van 5 % op, wereldwijd gemeten, het snelste groeiritme in meer dan 20 jaar. De ondernemingen kwamen stilaan op dreef, nare gedachten over een recessie werden overboord gegooid. De kostenbesparing is verminderd (maar nog niet helemaal weg) en de verkoop zwelt weer aan. Er werden zelfs stevige deals gesloten in exotische oorden als Vietnam en Roemenië.

Maar de pret blijft niet duren. Waarschijnlijk zal blijken dat 2004 het hoogwaterpeil aangaf van de huidige wereldwijde expansie. In 2005 zal de wereldgroei – meer dan 4 %, wat naar historische maatstaven redelijk is – al lager liggen. Tijdens de komende maanden zullen de gesprekken in de directiekamers geleidelijk verschuiven van onstuimig optimisme naar bezorgdheid over het gebrek aan voortgang en zenuwachtigheid over de zich opeenhopende risico’s. Uiteindelijk zal men zich schoorvoetend neerleggen bij de noodzaak om zich aan de economische vertraging aan te passen.

Op het eerste gezicht heeft het herstel zich in de voorbije jaren op een merkwaardig brede basis voorgedaan. Als we echter het toplaagje wegkrabben, wordt meteen duidelijk dat amper drie sleutelfactoren de wereldwijde groei beïnvloed hebben: de Amerikaanse vraag, de Chinese economische bloei en goedkoop geld. Dat verandert.

Amerikanen: te veel schulden

De forse Amerikaanse vraag heeft de jongste jaren de groei overal ter wereld opgetrokken. Dat was voor een groot deel toe te schrijven aan de agressieve versoepeling van het fiscaal en monetair beleid van president George Bush en centrale-bankvoorzitter Alan Greenspan. Dat soort ondersteuning komt er in 2005 niet. Het aanzwellende begrotingstekort van de Verenigde Staten maakt verdere belastingverlagingen of een nieuwe opstoot van de bestedingen zo goed als onmogelijk. De centrale bank is intussen vastbesloten om de interest terug te brengen op een normaler peil, zodat de bedrijven en de consumenten elke maand meer opzij moeten leggen om hun schulden af te betalen – schulden die bij de gezinnen op recordhoogte staan.

Dat zal onvermijdelijk de bestedingen in de VS aantasten. Bovenop komt dan nog de weerslag van hogere interest op de woningmarkt. In de voorbije jaren hebben de consumenten hun geldsmijterij gevoed door actief vermogen uit de opgeblazen waarde van hun eigendom te halen. Daar komt een eind aan als de interest stijgt en de prijzen voor huizen stokken. Als de woningprijzen dalen, zullen de economische gevolgen nog erger zijn, omdat de consumenten dan hun schulden in een nieuw, meer verontrustend daglicht zullen zien. Barsten in de Amerikaanse economie die een tijdlang verdoezeld werden onder de expansie van Bush-Greenspan – hoge schulden, overgewaardeerd vastgoed, geen bereidheid om te sparen – zullen in 2005 maar al te zichtbaar worden.

Het aanschroeven van Amerika’s onthutsend laks monetair beleid zal gevolgen hebben tot ver buiten de VS. Als de Amerikaanse rentestand laag is, vertoont geld de neiging om weg te vloeien uit de ontwikkelde wereld op zoek naar hoger rendement in ontluikende markten. Maar als de Amerikaanse interest stijgt, draait de stroom om. Het is dan ook waarschijnlijk dat de ontluikende markten er in 2005 minder goed afkomen, omdat de investeerders zullen aangetrokken worden door de stijgende opbrengsten op dollaractiva.

Chinezen: te veel subsidies

In China ligt een vertraging van de galopperende groei van de jongste jaren in het verschiet. De regering maakt er zich steeds meer zorgen over dat de economie een door investeringen aangedreven boom kent die, als hij niet goed gemanaged wordt, wel eens zou kunnen uitmon- den in een crisis. In heel wat sectoren zijn er tekenen van overcapaciteit en dalende marges. Het onbetrouwbare banksysteem in China lijkt er niet in te slagen om kredietrisico’s op een treffelijke manier in te schatten. Chinese provincies, die er nog altijd prat op gaan een eigen auto- of staalfabriek te hebben, blijven investeringen subsidiëren zonder zich al te veel zorgen te maken over de rendabiliteit.

De politiek van de regering is duidelijk: de provincies krijgen te horen dat ze het wat kalmer aan moeten doen met de goedkeuring van investeringen, de banken wordt gevraagd om hun leningactiviteiten te beperken. Zelfs indien – zoals verwacht wordt – de harde landing vermeden kan worden, zullen de inspanningen van de regering om paal en perk te stellen aan de investeringen onvermijdelijk de rest van de Chinese economie raken.

Europeanen: te traag

De gevolgen van een strakker beleid en van de vertraging zal over heel de wereld gevoeld worden. Japan, nog altijd de tweede grootste economie ter wereld, heeft de jongste jaren spectaculaire prestaties neergezet, maar zijn groei hangt in grote mate af van de export naar China en de VS. Ontluikende Aziatische economieën, die traditioneel gedijen als de wereldhandel snel toeneemt, zullen nu moeten wennen aan een slomere vraag op hun sleutelmarkten. Latijns-Amerika, dat betrouwt op buitenlands kapitaal om zijn aanzienlijke schulden te verlengen, zal af te rekenen krijgen met hogere leningkosten.

Enkel in Europa en het Midden-Oosten zijn de groeivooruitzichten voor 2005 vergelijkbaar met die van 2004. In het Midden-Oosten komt dat omdat de olie-inkomsten de schatkisten zullen spekken. In West-Europa zal het uitblijven van een vertraging in 2005 alleen maar beklemtonen hoe gering de opleving in 2004 geweest is in vergelijking met andere regio’s.

Kortom, er is een economische vertraging op til, geen instorting – tenzij er nog een zware schok volgt (olie tegen 70 dollar per vat, bijvoorbeeld, of een plotse inzinking van de dollar). 2005 moet een redelijk jaar worden voor de groei in de wereld, zeker in vergelijking met grote delen van de voorbije tien jaar, maar hij zal wel aanzienlijk zwakker zijn dan in 2004 en de beweging zal in de verkeerde richting gaan. In die omstandigheden is het mogelijk dat onoplettendheid tot ontgoocheling of erger kan leiden. Maar voor al wie zich niet liet meeslepen toen het weer beter begon te gaan, is er wellicht nog ruimte voor stoere avonturen in 2005.

Robin Bew

Er is een economische vertraging op til, geen instorting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content