Geen nood aan ‘la Flandre à papa’

Met het uiteenspatten van het oude Fortis verdwijnt ook een generatie topbeslissers en een netwerk van bestuurders, directieleden, adviseurs en lobbyisten. Zij waren de laatste falanx van het hoofdzakelijk Franstalige financiële establish-ment, dat al meer dan 180 jaar het economische reilen en zeilen in dit koninkrijk bepaalt.

Hoewel het een drama is dat dit establishment Fortis – vrucht van hun hoogmoed, blijkt vandaag – in zijn val meesleurt, is dit geen slechte zaak. Zelfs mensen als Paul Buysse en Jean-Pierre De Bandt – niet bepaald Vlaams-nationalisten, kregen het stilaan op hun heupen van de kwalijke trekjes van deze kaste.

Die heeft weliswaar een en ander gepresteerd. De uitbouw van de Europese wijk in Brussel en de doorstart van een Belgische luchtvaartonderneming, bijvoorbeeld. Insiders weten echter ook dat de vastgoedlobby van dit establish-ment (onder meer Immobel) haar doelstellingen soms haalde op een manier die het gerecht vandaag als corruptie bestempelt. Ook leren we na getuigenissen van een topambtenaar dat deze elite 180 miljoen euro kon ophalen voor SN Brussels Airlines, omdat sommige bedrijven een deal kregen met de fiscale administratie. Netjes is dat niet. Het netwerk rond de Generale en later Fortis kon optimaal functioneren bij gebrek aan transparantie, die de maatschappij vandaag wel eist van overheden, politici en bedrijven.

Het ziet er dus naar uit dat het Vlaamse establishment, dat in de plaats treedt, deze praktijk niet kan overnemen. Er zijn nog verschillen. Er is geen structuur van kruisparticipaties of een koepel die Vlaamse CEO’s onderling verbindt. Ook staan ze zwakker, omdat ze meestal geen eige-naar zijn van het bedrijf. Er zijn in Vlaanderen weinig eigenaars van topondernemingen, zoals Philippe Van de Vyvere (Sea-Invest) of Fernand Huts (Katoen Natie), die op zichzelf en dus snel beslissingen kunnen nemen. Ten slotte zijn ook de Vlaamse kapitalisten verzwakt door de bankencrisis.

Momenteel staat in Vlaanderen dus geen groep klaar die even sterk is als het Franstalige Belgische establishment ooit is geweest. Is dat spijtig? Jawel. Is dat dramatisch? Neen. Het Franstalige kapitalisme is meer dan anderhalve eeuw oud. Honderd jaar geleden was er geen Vlaams bedrijfsleven die naam waardig. De meeste bedrijven in onze regio gaan amper een of twee generaties mee. Ze werden bovendien uitgebouwd in een institutioneel, maatschappelijk en economisch kader dat hen tegenwerkte. We komen dus van ver. Maar de inhaalbeweging op de verzwakte Franstalige machtselite is gebeurd.

Geef de tweede, de derde en de vierde generatie in de duizenden Vlaamse bedrijven de tijd om hun imperium uit te bouwen. Sommigen zullen over de kop gaan. Anderen zullen worden verkocht. Maar al die ondernemingen dragen de kiem om uit te groeien tot de UCB’s en de Solvays van de 21ste eeuw. Die nieuwe elite moet enkel vermijden dat ze de belangenvermenging, de arrogantie en het inteeltgedrag van het oude netwerk overneemt. ‘La Flandre à papa’ hebben we echt niet nodig. (T)

Door Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content