Geen herhaling ?

Frankrijk heeft het moeilijk met zijn begroting en sociale zekerheid. Is premier Juppé opgewassen tegen de dreigende herhaling van de sociale conflicten van vorige winter ? De financiële markten twijfelen, de Franse frank staat onder druk. Een grondige analyse relativeert die vrees.

Vorige winter werden Frankrijk en heel Europa onaangenaam opgeschrikt door de harde en langdurige stakingsacties van de Franse werknemers tegen de hervormingsplannen van premier Alain Juppé in de sociale zekerheid. Op de financiële markten zit de vrees voor een herhaling dit najaar er dik in. Nadat vorige week Juppé aankondigde dat het niet zo goed gaat met de Franse economie en dat het nodig is “naar een hogere versnelling over te schakelen”, dreigde Louis Viannet, secretaris-generaal van de communistische vakbond CGT met een herhaling van de sociale onlusten van vorige winter. Indien het zover zou komen, zou de vonk ook wel eens kunnen overslaan naar België waar ook besparingsmaatregelen en een hervorming van de sociale zekerheid op het menu staan.

Historicus Johan Verberckmoes (KU-Leuven) denkt daar erg genuanceerd over. Twee jaar lang draaide de 34-jarige onderzoeker (en vanaf 1 oktober docent) mee in een Hiva-project over de ideologie van de Europese vakbonden. Hij bestudeerde onder meer de Franse syndicaten (het resultaat staat te lezen in een tweedelige uitgave The lost perspective ?, verschenen bij de Engelse uitgeverij Avebury).

RADICALISME HEEFT EEN PRIJS.

Zoals het een goed historicus past, vertrekt hij vanuit een analyse van het conflict van de winter van ’95. “Er is toen een merkwaardige en volledig onverwachte coalitie ontstaan tussen CGT, de communistische arbeidersvakbond, en Force Ouvrière (FO), dat steeds een heel sterk reformistische koers heeft gevaren (ondanks een stevige trotskistische vleugel).”

CGT heeft zijn machtsbasis bij de arbeiders in de privé-sector, FO in het openbaar ambt. Verberckmoes : “Dat FO plots mee op de barricaden stond, heeft veel te maken met zijn secretaris-generaal Marc Blondel, die in ’89 André Bergeron was opgevolgd. Bergeron was de incarnatie van de salonsyndicalist, overal was hij om handjes te schudden met de president of de eerste minister. Blondel heeft zich in de staking opgeworpen als de grote vakbondsleider tegen de Franse gaullistische regering. Hij is in een absolute onenigheid met Juppé verzeild.”

FO heeft de prijs betaald voor zijn radicalisme. Bij de recente verkiezingen voor de verschillende kassen van de sociale zekerheid heeft FO het voorzitterschap van de grootste kas, die van de ziekteverzekering voor arbeiders, moeten prijsgeven. Het verlies van die zeer belangrijke en machtige functie, die beslist wordt door het ministercomité, is een belangrijke institutionele nederlaag voor FO geweest. Het is de CFDT van Nicole Notat die het voorzitterschap heeft gekregen. Niet toevallig is CFDT de vakbond die Juppé heeft gesteund. Momenteel strijden FO en CFDT ook om het voorzitterschap van de kas van de werkloosheidsverzekering.

Marc Blondel heeft hiervoor zware kritiek gekregen. Hij werd wel herverkozen op het FO-congres, maar moest kampen met een sterke tegenstander. Op 21 september organiseert FO een “rassemblement”, een nationale mobilisatie. Dan zal duidelijker worden welke conclusie Blondel heeft getrokken uit die institutionele nederlaag. De oproep is alleszins zo voorzichtig dat Louis Viannet van CGT verklaard heeft dat zijn vakbond er niet zal aan meedoen. Een hernieuwing van de FO-CGT-coalitie is dus niet voor onmiddellijk. De Franse krant Le Figaro noteert : “Zo’n opsomming ( nvdr van alle mogelijke bezwaren tegen de huidige regering) leidt niet onvermijdelijk naar een sociale explosie.”

VERZWAKKENDE MACHT.

De Franse vakbonden hebben sinds 1968 leden verloren. Van 30 % lidmaatschap naar minder dan 10 % vandaag (een van de laagste cijfers in Europa). Dreigende Franse vakbondsleiders zijn dan ook een pak minder gevaarlijk dan een Willy Peirens of Michel Nollet die zouden oproepen tot een algemene staking.

Veel belangrijker is de vraag hoe de werknemers zelf zullen reageren. Hoe duurzaam is het protest van vorige winter ? Zijn de mensen bereid opnieuw op straat te komen en het loonverlies dat daarmee gepaard gaat erbij te nemen ?

Volgens Johan Verberckmoes zullen les coordinations een belangrijke rol spelen. Dat zijn de talrijke autonome vakbonden, die alleen optreden voor een bepaalde deelgroep van werknemers. Een van de grootste was die van het onderwijs, maar die is inmiddels ideologisch uiteengespat. Wel hebben de verschillende deelbonden elkaar teruggevonden en al opgeroepen voor een actie eind september, begin oktober. Ook de door de overheid gecontroleerde bank Crédit Lyonnais waar banen zullen sneuvelen houdt op 12 september een waarschuwingsactie.

De vraag is echter hoe de werknemers uit de privé-sector zullen reageren. Zij waren de grootste afwezigen tijdens de vorige winteronlusten. In vakbondskringen wordt erop gespeculeerd dat de massale afdankingen in nogal wat grote bedrijven de stakingsbereidheid hebben opgedreven.

Johan Verberckmoes blijft sceptisch, maar wijst er wel op dat “de Franse samenleving sociaal erg ontvlambaar is. De hardhandige uitzetting van de “sans papiers” uit een Franse kerk bewijst dat nog eens. Er werd onmiddellijk en spontaan tegen betoogd. Die ontvlambaarheid heeft te maken met het vrij autoritaire Franse overheidsoptreden, een kenmerk van het sterke Franse centralisme, waarvan Juppé de belichaming is.”

Toch ziet Verberckmoes ook daar veranderingen. De leiding van CFDT propageert het Duitse model van sociale samenwerking. Bij de werkgevers heeft de ons niet onbekende Jean Gandois ook voorstellen in die richting gedaan. “Maar daarvoor moeten nog veel obstakels genomen worden,” waarschuwt Johan Verberckmoes. “Komt het toch zo ver, dan ontstaat er na een politieke as Frankrijk-Duitsland ook een sociale as.”

GUIDO MUELENAER

JOHAN VERBERCKMOES (KU-LEUVEN) Een herhaling van de winterstakingen is altijd mogelijk, maar zeker niet vanzelfsprekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content