Geen einde aan de groei

Flex Interim, nummer vijf op de markt, en Interlabor Interim, nummer één, beide lid van dezelfde Nederlandse groep, tekenen samen een nieuwe geïntegreerde strategie uit. Vedior Gregg werkt verder aan zijn come-back. Creyf’s Interim heeft een overname verricht in Frankrijk. Analyse van een markt die vorig jaar met 15 à 20 % is gegroeid.

Half januari kondigde Interlabor Interim aan dat het Flex Interim zou integreren. Tot nu toe waren beide bedrijven zelfstandige leden van de Nederlandse groep Randstad Holding.

“Die rationalizatie begrijp ik niet,” zegt konkurrent Thierry De Coster, gedelegeerd bestuurder van Vedior Gregg, de nummer twee op de markt. “De twee netwerken zijn overlappend. Nu kan er misschien wel wat meer sereniteit op de markt komen. De laatste maanden was er veel zenuwachtigheid met een zware prijskonkurrentie, en daar was de come-back van Vedior Gregg zeker niet vreemd aan. Nu Interlabor weer op veilige afstand van ons staat, kan de rust weerkeren.”

Interlabor Interim was in ’94 voor de vijfde opeenvolgende maal de nummer één, met een marktaandeel van 16,5 % (privé- en openbare markt samengeteld). Vedior Gregg, de vroegere marktleider, volgde met 13,7 %. Maar volgens Thierry De Coster haalde Vedior-Gregg die achterstand in ’95 helemaal op. “We zijn aanzienlijk meer dan de markt gegroeid, Interlabor minder,” zegt hij. “Wat ons betreft, is dat het gevolg van een strategie, waardoor we een marktconforme mix hebben bereikt. Voordien hadden we relatief gezien meer bedienden, meer gespecializeerde en meer kleine gebruikers.” Henri Koerhuis, gedelegeerd bestuurder Interlabor Interim, lacht De Coster weg : “Dat Vedior Gregg ons heeft ingehaald, kan hij onmogelijk weten,” replikeert hij. “Ik weet het zelf nog niet, ik sluit mijn cijfers pas nu af.”

Is het marktleiderschap een belangrijk strategisch voordeel ? Neen, zeggen zowel Henri Koerhuis als Thierry De Coster. Wat niet belet dat Interlabor Interim zijn laatste marketingaktie rond dat marktleiderschap positioneerde. En Thierry De Coster suggereert dat de integratie Flex-Interlabor gebeurde om Gregg voor langere tijd achteruit te duwen. “Heeft er niets mee te maken,” antwoordt Henri Koerhuis. “De tijdelijke arbeidsmarkt, waarvan uitzendarbeid een onderdeel is, is in volle beweging : het belang ervan neemt voortdurend toe, de wetgeving wordt versoepeld, bedrijven zetten pools van werknemers op enzovoort. Daarop inspelend bestonden zowel bij Flex als bij Interlabor plannen om nieuwe, gespecializeerde diensten op te zetten. Bij Randstad Holding werd beslist dat slechts één van beide die weg zou volgen en het daarom beter was beide onder één koepel te brengen. Interlabor zal de standaard-dienstverlening blijven geven, Flex de gespecializeerde. Van de 28 Flex-kantoren zal het grootste deel onder die naam blijven bestaan, een gedeelte zal Interlabor-kantoor worden, en enkele zullen gesloten worden. Welke is nog niet duidelijk.”

Henri Koerhuis wil nog niets lossen over de inhoud van die “gespecializeerde diensten”. Het betekent alleszins iets anders dan de specialismen zoals Vedior Gregg die kent in zijn job centers (aparte afdelingen voor sekretaressen, medisch personeel, ingenieurs enzovoort, die samengebracht zijn in één vestiging). “Dat doen we trouwens ook al lang, maar we hebben die gespecializeerde diensten geïntegreerd in ons netwerk zonder er aparte namen aan te geven,” zegt Henri Koerhuis.

WAAR IS DE GRENS ?

Interlabor, dat 80 kantoren telt, wil nog verder uitbreiden. Afhankelijk van de ekonomische evolutie met vijf à tien kantoren dit jaar. Vedior Gregg wil van 87 naar de 100 toe. Loopt de uitzendsektor in de richting van de banken, waar men nu met een teveel aan kantoren zit ? “Neen,” is het unanieme antwoord van Koerhuis, De Coster en Herwig Muyldermans van de beroepsvereniging Upedi. In de uitzendbranche blijft het menselijk kontakt belangrijk, automatizeren zoals met een Bancontact is onmogelijk. Bovendien is dit nog steeds een groeimarkt. Plus 24 % in ’94, +15 à 20 % in ’95. “Ik zie geen grenzen aan de groei,” zegt Henri Koerhuis. “Flexibele arbeid wordt steeds belangrijker.”

In ’95 bereikte de uitzendwereld een nieuw historisch rekord van gemiddeld 40.000 uitzendkrachten per dag. Dat zijn 200.000 individuen en 350.000 opdrachten. Dat wil zeggen dat er in België meer uitzendopdrachten worden gegeven dan vaste kontrakten (250.000 per jaar). 1 % van de beroepsbevolking is nu in de uitzendbranche aktief. Daarmee zit België in een Europees middenpeloton. Koplopers blijven Groot-Brittannië, Nederland en Frankrijk met 2 tot 3 % van de beroepsbevolking met een uitzendkontrakt. In België blijft echter verdere groei mogelijk. Herwig Muyldermans : “Bij de grote bedrijven kan de penetratie dieper, bij de KMO’s is er nog veel werk aan de winkel, en dan zijn er twee markten die onvermijdelijk ooit zullen geopend worden : de bouw en de overheid.”

Die ekonomische groei van de sektor verbergt echter nogal wat forse cyclische bewegingen. Uitzendarbeid is immers zeer konjunktuurgevoelig. Zo verbergt de groei in ’95 een zwakker tweede semester. En in ’93 kreeg de sektor zelfs een klap van -8 % te verwerken. Een harde dobber, want de uitzendbedrijven hebben een stevige cashpositie nodig. De lonen moeten immers onmiddellijk betaald worden, terwijl de klanten het op de normaal gangbare betalingstermijnen houden. Om die décalage te overbruggen, moet men over een stevige kapitaalsbasis beschikken. Vooral plotse bewegingen (zowel dalingen als stijgingen) kunnen zwaar aankomen.

Als reaktie daarop streven de bedrijven naar een groter draagvlak. Thierry De Coster noemt dat de noodzakelijke “kritische massa” om te kunnen overleven. Drie evoluties doen zich voor.

Ten eerste de tendens tot koncentratie (overigens een normaal verschijnsel in een markt die naar maturiteit toe groeit). De integratie Interlabor-Flex is daar een voorbeeld van. Koerhuis voorspelt een verdere koncentratie waarbij een aantal grote bedrijven de markt domineren, zoals dat in Nederland al het geval is. Momenteel domineren de top-vier Interlabor, Vedior Gregg, Creyf’s en Adia Interim reeds 50 % van de markt.

Ten tweede de uitbreiding van de aktiviteit. Dat kan gaan om specializering in bepaalde funkties. Dat doen de groten (Vedior Gregg met zijn jobcenters in Brussel, Antwerpen, Gent en Luik, en met zijn testcentra een tussenvorm tussen een jobcenter en een standaard-kantoor in Kortrijk en binnenkort Hasselt en Charleroi), maar ook nogal wat kleintjes leggen zich toe op een specialisme. Of het kan ook gaan om echt nieuwe aktiviteiten : bijvoorbeeld Interlabor/Flex dat nu gespecializeerde diensten gaat aanbieden. Of Creyf’s Interim dat een nieuwe holding heeft opgericht waarin het nieuwe aktiviteiten zoals sociaal sekretariaat, werving en selektie wil opstarten. Ook de mogelijkheden die sinds kort worden geboden tot privé-arbeidsbemiddeling openen nieuwe perspektieven.

Ten derde is er de geografische uitbreiding. De Randstad-groep heeft zich de wereld als markt aangemeten, Vedior mikt op Europa. En het Belgische Creyf’s Interim (dochter van Ackermans & van Haaren) houdt het bescheiden op de euregio. Vorig jaar deed het een overname in Luxemburg, begin januari ’96 in Noord-Frankrijk (Elzas/Lotharingen). Nederland en Duitsland staan op het verlanglijstje.

PRIJZENOORLOG.

Dat in die situatie een forse strijd uitgevochten wordt voor marktaandelen is niet verwonderlijk. De winstmarges zijn het afgelopen jaar dan ook fors gezakt. “Net als in andere sektoren,” zegt Henri Koerhuis. “En waarschijnlijk nog meer, omdat de afspraken over minimale tarieven verdwenen zijn.” Thierry De Coster beschuldigt Interlabor zelfs van een prijzenoorlog. Waarbij hij toegeeft dat ook Vedior Gregg gezakt is (“We zijn gestopt met te duur te zijn.”). “Op een bepaald ogenblik was de prijzenslag groter dan voorheen omdat iedereen zijn marktaandeel wou vergroten,” analyzeert Herwig Muyldermans vanuit zijn helikopterperspektief.

Blijft er tussen al dat reuzengeweld nog ruimte voor de kleinere uitzendkantoren ? Zeker, vinden alle gesprekspartners. Er liggen voor hen twee opties open. Ofwel funktionele specializatie bijvoorbeeld het met Amerikaans kapitaal opgericht Accountemps dat zich toelegt op boekhoud- en andere financiële funkties, of het door Creyf’s opgekochte Express Interim dat zich op verplegend personeel toelegt. Ofwel regionale specializatie Konvert Interim bijvoorbeeld dat enkel in Oost- en West-Vlaanderen aktief is en daarmee nog net in de top-tien duikelt (2,6 % marktaandeel), of het kleinere Asap Interim en BIK-Uitzendkantoor die zich beperken tot Limburg. Herwig Muyldermans stelt trouwens vast dat in de meer mature markten als Nederland en Frankrijk de specializatie nog veel verder gaat.

Volgens Thierry De Coster biedt de regionale specializatie meer kansen dan de funktionele, omdat die laatste toch altijd tegen het probleem van de onvoldoende dichtheid van het kantorennet botst. Wie van alles en nog wat wil doen en niet voldoende groot is, daarvoor wordt het alleszins erg lastig. Dat blijkt ook uit de cijfers, want terwijl van ’85 naar ’91 het aantal erkende uitzendbedrijven steeg van 40 naar 96, is het inmiddels gedaald tot 89, als gevolg van fusies en stopzettingen. Toch heeft de sektor nog geen grote faillissementen gekend. Wat bij een volgende konjunkturele inzinking misschien wél eens zou kunnen komen.

Opvallend is de vaststelling die Herwig Muyldermans maakt : “De Belgische holdings hebben weinig interesse voor de nieuwe dienstensektoren. In de top-tien van de uitzendwereld gaat het meestal om Nederlands kapitaal. Enkel Creyf’s en het familiale Konvert vormen de uitzondering.” Wordt dit genoteerd ten huize Almanij, Lessius of Asphales ?

GUIDO MUELENAER

HENRI KOERHUIS (INTERLABOR INTERIM) Voorspelt een nog grotere koncentratie aan de top.

THIERRY DE COSTER (VEDIOR GREGG) We hebben vorig jaar Interlabor weer bijgebeend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content