Geen dwangmaatregelen

Deontologie, vorming en vakbekwaamheid. Een opmerkelijk credo voor de leiding ‘nieuwe stijl’ van het Beroepsinstituut van de Vastgoedmakelaars.

Er waait een nieuwe wind aan het hoofd van het Beroepsinstituut van de Vastgoedmakelaars (BIV). De organisatie, die drie jaar geleden werd opgericht en intussen ongeveer 8700 leden telt, wordt sinds juli jongstleden geleid door Roger Braconnier.

Braconnier is begaan met vastgoed. Hij doceert aan de Infac-hogeschool en verdiende zijn sporen in de sector van de expertise. Als lid van de nationale raad en voorzitter van de commissie ‘stages’ werkt hij al verschillende jaren voor het BIV.

IMMOTRENDS. Wat wordt uw stokpaardje tijdens uw mandaat?

ROGER BRACONNIER (BIV). Ik denk dat het van essentieel belang is om zich op een positieve manier te uiten, zonder daarom te vervallen in domme verbloeming. Op dit ogenblik is een aantal punten al rechtgezet, met andere moet dat nog gebeuren. Er loopt bijvoorbeeld een onderzoek naar het imago van de vastgoedmakelaar. Om een lijn te kunnen trekken in de doelstellingen die we zullen vastleggen, zullen we een ‘boedelbeschrijving’ opstellen en in functie van het resultaat daarvan de maatregelen nemen die nodig zijn om ons imago te verbeteren. De vastgoedmakelaar moet een betrouwbaar en geloofwaardig iemand zijn. Door slechte informatie te geven of te manipuleren, dreigt hij mensen te ontgoochelen, die zich ten slotte tot hem wenden voor een belangrijke aankoop. Onze morele verantwoordelijkheid mag daarom niet onderschat worden. De rol van het BIV bestaat er dan ook in makelaars die niet over die geloofwaardigheid beschikken, zo snel mogelijk de laan uit te sturen. Een goed imago wordt opgebouwd met vakbekwaamheid en knowhow.

Om tot zo’n geestesgesteldheid te komen, mikt u vooral op vorming?

Inderdaad. Ik denk dat vorming rechtstreeks bijdraagt tot een verbetering van het imago van de sector. Ons beroep is voortdurend in beweging. We zijn altijd op zoek naar informatie en stellen ons op die manier ten dienste van de consument. Ons vak bestaat er niet in de mensen te vleien. Integendeel, we zijn er om ze objectief voor te lichten. Onze mensen krijgen een professionele opleiding van drie jaar gevolgd door een jaar stage. Daarnaast bestaan er twee grote krachtlijnen: in de eerste plaats de bijkomende vorming, die zich richt tot mensen die al beschikken over het diploma dat toegang geeft tot het beroep van vastgoedmakelaar, maar nog geen specifieke ervaring hebben op dat vlak (juridisch, boekhoudkundig…). Ten tweede worden ook mogelijkheden geboden op het vlak van de vervolmaking.

Gelooft u niet in dwangmaatregelen?

Ik hoop dat – sinds het BIV het beroep reglementeert – steeds meer vastgoedmakelaars het nodige hebben gedaan om aan de nieuwe vereisten te voldoen. Ik wil geen heksenjacht ontketenen. Als sommigen er nog niet klaar mee zijn, rest hen nog de tijd om er iets aan te doen. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van de opleidingen, de lezingen, de beschikbare informatie…

Mochten ze dan toch nog fouten maken, dan zullen ze aangemaand en tot de orde geroepen worden. We moeten stilaan nauwlettend beginnen toezien op de mentaliteit uit de immobiliënwereld. We moeten er streng over waken, maar in het belang van ieder de deur op een kier laten staan. De uitvoerende kamer, die waakt over de deontologische code, is ons ‘straforgaan’. Als makelaars systematisch de code aan hun laars lappen, worden ze geschrapt en zullen ze bijgevolg hun beroep niet meer kunnen uitoefenen. We beschikken overigens ook over een opsporingsdienst.

Aan welke maatregelen mogen we ons concreet verwachten voor de komende maanden?

Een van de hoofdpunten is de goedkeuring van de deontologische code door onze voogdijminister. De code werd uitgewerkt door onze deontologische commissie en zou tegen het einde van het jaar bekrachtigd moeten worden in een KB. Naast het aspect vorming, dat een erg belangrijke plaats inneemt, bevat de code een aantal zeer concrete standpunten over de praktijk van het beroep. Het heeft drie jaar werk en overleg gevergd van een heleboel betrokkenen, om de code op te stellen. Het stagereglement, waarmee een systeem van begeleiding wordt ingevoerd in het beroep, moet eveneens goedgekeurd worden. En uiteindelijk zullen ook de resultaten van het onderzoek de deuren openen naar nieuwe werkterreinen. Op termijn hopen we op die manier een bouwwerk te verwerven voor onze instelling.

VÉRONIQUE PIRSON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content