Geen ‘business as usual’ na de oorlog in Georgië
De Russische heropleving onder Vladimir Poetin, na de chaotische jaren negentig, wekt ontzag. We staan ook in bewondering voor het economische mirakel van Dubai. En niemand zal ontkennen dat de openingsshow van de Olympische Spelen in Peking overweldigend was. We staan er nauwelijks bij stil dat het om autoritaire regimes gaat. Al zou een terugslag op termijn minder leuk kunnen zijn voor ons allen en niet alleen voor de mensenrechtenactivisten. Voor westerse bedrijven is zakendoen in autoritaire staten een vorm van realpolitik. Bankiers en bedrijfsleiders haken er in op businessopportuniteiten. Hoe meer economische groei, hoe sneller deze landen democratiseren, maken we onszelf wijs. ‘Democratie’ is onze toverformule waardoor kwalijke regimes veranderen in welvaartparadijzen zoals het Europese en het Amerikaanse model. De oorlog in de Kaukasus heeft dit idyllische beeld doorprikt.
Ook politici geloven graag in de eigen droombeelden en peptalk. Hoewel het zonneklaar was dat we Georgië niet te hulp zouden schieten en ook niet toestaan dat onze jongens sneuvelen als de Russische beer zijn klauwen scherpt aan Oekraïne of Azerbeidzjan. Realpolitik of machtspolitiek dicteert de spelregels als puntje bij paaltje komt. De fout van de Georgische president was niet alleen roekeloosheid, maar vooral grenzeloze naïviteit dat het Westen zijn prille, democratische en economisch geliberaliseerde model zou redden.
We houden er dus best mee op verkeerde signalen te sturen en halfslachtige beloftes te doen aan ‘vrijheidsstrijders’. Die dubbelzinnigheid heeft de geloofwaardigheid van de VS en van Europa in niet-westerse landen al zwaar aangetast. De weerslag van die hypocriete houding op zakenelites en beleidsmakers in die landen ondermijnt de kansen voor onze bedrijven. In het Midden-Oosten en delen van Azië komen Amerikanen steeds minder aan de bak, in het voordeel van Europese bedrijven – voorlopig nog.
Onze bedrijven moeten niet wegblijven uit autoritaire staten. Het kan alleen geen kwaad dat ze iets meer aandacht besteden aan landen in Zuidoost-Azië en Latijns Amerika die de broze ommezwaai naar een democratischer systeem wel gemaakt hebben en meer steun verdienen.
Onze politieke strategen moeten de Koude Oorlog vooral niet opnieuw aanwakkeren. Het wordt alleen tijd voor Europese beleidsmakers om werk te maken van diversificatie van onze energievoorziening. Realpolitik vereist dat we een realistische en duidelijke inschatting maken van de sterkten en de zwakten van onder meer Rusland en China. De Europese Unie haalt meer dan een kwart van zijn gastoevoer uit Rusland, maar het mes snijdt aan twee kanten. Het Kremlin is voor 60 % van zijn inkomsten uit gas afhankelijk van ons. Bovendien hebben Rusland en China westerse technologie nodig. Slimme diplomaten weten zoiets te verzilveren. De vraag is alleen wanneer Europa uit één mond gaat spreken en de rangen met Amerika weer sluit. (T)
Door Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier