“GEEF SCHOLIEREN GOESTING OM TE ONDERNEMEN”
Philippe Muyters, gedelegeerd bestuurder van de ondernemersvereniging Voka: “Ter ondersteuning van (nieuw) ondernemerschap moeten er beleidsmaatregelen komen die inwerken op vier determinanten: voldoende kapitaal, geschikte ondernemers en personeel, de nodige opportuniteiten en de verhouding tussen gepercipieerde baten en risico’s.”
Voor kapitaal vindt Muyters: “Dit onderdeel kreeg de jongste jaren voldoende beleidsaandacht. De small equity gap werd overbrugd met enkele overheidsinstrumenten: verbeterde garantieregeling investeringskredieten, win-winlening, Vlaams Innovatiefonds, structurele financiering BAN-Vlaanderen, Arkimedes. De meeste van die initiatieven zijn zeer recent en moeten opgevolgd worden.”
“Als ik kijk naar ondernemers en personeel, denk ik dat er op school meer aandacht moet worden besteed aan ondernemerschapsattitude en -kennis. Voorbeeldlanden inzake ondernemerschap, zoals de VS en het VK, focussen hier al sinds de jaren zeventig op in het basis- en secundair onderwijs. Dat werpt nu zijn vruchten af. Ook in Vlaanderen hebben we de jongste jaren stappen vooruit gezet (met de miniondernemingen, de ondernemingsplanwedstrijd…). Het is te vroeg om de effecten daarvan op de evolutie van het ondernemerschap te zien. In vergelijking met de rest van de Europese Unie scoren we inzake ondernemerschapsvorming in het primaire en secundair onderwijs ook nog minder goed.”
Een efficiënte en kwaliteitsvolle overheid verschaft opportuniteiten waar ondernemers op kunnen inspelen. Dat is de derde bedenking van Philippe Muyters: “Bestaande regelgeving moet daartoe systematisch worden doorgelicht. Niet alleen vanuit juridisch oogpunt (administratieve verplichtingen verminderen, tegenstrijdige regels afschaffen…) maar ook vanuit een economisch oogpunt. Hierdoor meet men ook wat de gevolgen zijn van de wetgeving op de marktwerking. Het kost vandaag bijvoorbeeld nog steeds 34 dagen om een onderneming op te starten, tegenover 19,5 dagen als OESO-gemiddelde. De kosten om een onderneming op te starten zijn ook bijna dubbel zo hoog in België als in de OESO-landen.”
Gefailleerden zijn geen schurken en geen doetjes, besluit Philippe Muyters: “Om de afruil tussen de potentiële baten en de daaraan gekoppelde risico’s te verbeteren, moet de overheid via permanente sensibilisering de bestaande perceptie dat faillissement en mislukking synoniem zijn, tegengaan. Integendeel: ondernemers verdienen een tweede of derde kans, en dat moet maatschappelijk aanvaard worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier