Geef jongeren een stem
LUC SOETE
Een klein jaar geleden schreef ik hier een column over ‘de opstand van jongeren’. “Het gevoel bekruipt me”, schreef ik, “dat we aan de vooravond staan van een nieuwe mei 68-revolte, maar nu in het tijdperk van internationale sociale netwerken zonder geografische grenzen.” Het was een goede maand vóór het begin van de Arabische Lente. Mijn intuïtie was dan misschien wel correct, de plek waar ik verwacht had dat de revolte zou uitbreken, het oude vergrijzende continentaal Europa, was totaal verkeerd ingeschat. Ex post bekeken ook heel logisch. Een revolte heeft massa nodig: jongeren vormen de overgrote meerderheid in de Arabische landen, een demografische tijdbom die al lang tikte. Bij ons vormen jongeren juist steeds meer een minderheid. En dat, zo was destijds mijn stelling, roept vragen op over de duurzaamheid van ons democratisch bestel. Want wat als straks ouderen de democratische meerderheid vormen?
Op dit ogenblik ligt de leeftijd van de gemiddelde stemplichtige Belg rond de vijftig jaar; dertig jaar geleden was dat nog veertig jaar. Straks, met de stijgende levensverwachting ligt dat nog hoger, dicht in de buurt van de huidige gemiddelde pensioenleeftijd. Ouderen vertegenwoordigen uiteraard een heel heterodoxe groep met een grote verscheidenheid aan belangen en politieke voorkeuren. Van zorgbehoevende bejaarden, arme en alleenstaande ouderen die amper rondkomen van een veelal onvolledig pensioen, zorgzame ouderen die zelf betrokken zijn bij mantelzorg en hulp bij (klein-)kinderen, tot goed opgeleide, koopkrachtige ouderen met keuze te over tussen leisure en vrijwilligerswerk. Maar in het stemlokaal – doe de stemtest – mag verwacht worden dat ouderen zich toch vooral zorgen maken om hun specifieke noden en behoeften: ouderenzorg, veiligheid en de koopkracht van hun pensioen. Allemaal noden en behoeften die grotendeels gedekt moeten worden uit premies en belastinginkomsten. En de vraag blijft natuurlijk hoe dat straks moet met minder actieven die meer belastingen zullen moeten betalen voor de vooral kortetermijnnoden en -behoeften van niet-actieven.
De vraag die jongeren zich stellen, is hoe hun toekomst eruit zal zien in zo’n door ouderen politiek gedomineerde maatschappij. Provocerend en als afsluiter stelde ik vorig jaar: “Zoals jongeren onder de 18 geen stemrecht hebben, lijkt het logisch dat ouderen die niet langer actief zijn ook geen stemrecht hebben”. Onzinnig natuurlijk, maar louter demografisch gezien, blijft de vaststelling dat onze democratieën sterk vertekend zijn omdat ingezetenen jonger dan 18 niet mogen stemmen. Dat betekent effectief dat de stem van een grote minderheid in onze maatschappij niet gehoord wordt. En die minderheid bestaat nu juist uit die ingezetenen van wie de levensverwachting het verst in de toekomst ligt – we hebben het over 2080, voor de jongsten zelfs 2100 – en die straks met zowel onze milieu-, klimaat- als schuldproblemen opgezadeld zitten. Ter vergelijking: de toekomst van de gemiddelde stemgerechtigde Belg loopt tot de jaren 40 van deze eeuw.
Vanuit deze visie lijkt het idee jongeren stemrecht toe te kennen, of ze nu volwassen zijn of niet, een vrij logische correctie op onze ouderendemocratie. Een concrete uitvoering roept natuurlijk heel wat vragen op. In een lichte variant zou men het huidige stemrecht eerst kunnen uitbreiden tot jongeren vanaf bijvoorbeeld 14 jaar. Als neveneffect zou het wellicht de politieke interesse onder jongeren activeren, ook op school. In een volgende, wat radicalere variant zou men ook kinderen jonger dan 14 stemrecht kunnen geven middels een volmacht aan hun ouders. In een eerste fase zou men dat beperkt kunnen houden tot bijvoorbeeld één kind per familie.
De vele verbolgen reacties van lezers in de pers op dit soort van vrij radicale voorstellen tot aanpassing van ons kiesstelsel aan demografische ontwikkelingen, illustreren echter de bekende paradox in het wijzigen van kiesregels: juist als een meerderheid zich zou uitspreken vóór het voorstel tot wijziging is er wellicht geen behoefte aan. In die zin lijkt het alsof in onze vergrijzende maatschappij onze politieke toekomstvisies ook al niet ver meer reiken, of om John Maynard Keynes te parafraseren, ” in the short term, most of us are dead“.
De auteur is professor economie aan de Universiteit Maastricht.
Het idee jongeren stemrecht toe te kennen, lijkt een logische correctie op onze ouderendemocratie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier