GEBOUW VAN HET JAAR
De veertiende editie van de Belgian Building Awards was goed voor een recordaantal inzendingen. En ook de uitzonderlijke kwaliteit van enkele realisaties stemde de jury enthousiast. Maar in de categorie residentieel gebouw ontbrak het aan echt vernieuwende projecten.
De Belgian Building Awards is een organisatie van Trends, Trends Top Bouw, De Belgische Architecten, Batibouw, de Confederatie Bouw en Bouwkroniek. Er werden voor deze editie maar liefst 187 dossiers ingediend, een absoluut record in het veertienjarige bestaan van de wedstrijd.
Om het selectiewerk, dat door het succes van de wedstrijd steeds zwaarder wordt, tot een goed einde te brengen, zocht de harde kern van de jury – voorzitter Jan Bruggemans, docent architectuur aan het Sint-Lucas Instituut van Brussel, burgerlijk ingenieur Laurent Ney en burgerlijk ingenieur-architect Dirk Jaspaert – opnieuw versterking bij experts uit zeer uiteenlopende vakgebieden. Voor deze editie waren dat Peter De Decker (Quetzal PD), Remy Schepens (Vitra), Alain Hinant (Canevas), Patric Serverius (SD Worx), Marc Gossé (La Cambre), Alain Richard (ere-hoogleraar) en Georges Pollet (Orde van Architecten).
In de eerste ronde selecteerde de voltallige jury zeventien projecten. In de tweede ronde bezochten de voorzitter en zijn twee belangrijkste medewerkers de gebouwen die nog in de running waren.
Zuinigheid loont
Trends en Trends Top Bouw zijn al veertien edities de stem voor het architectuurgedeelte van de wedstrijd. Die heeft twee categorieën: niet-residentiële en residentiële gebouwen (nieuwbouw of gerenoveerde woning, alleen of gegroepeerd).
De Prijs Cultureel Erfgoed wordt toegekend op voorstel van de kernjury. Deze prijs plaatst vernuftige of bijzonder coherente renovaties en herbestemmingen in de kijker. Soms gaat de prijs ook naar persoonlijkheden die zich hebben ingespannen voor onze culturele en stedenbouwkundige rijkdom. Dit jaar werden de laureaat en de genomineerde voor de Prijs Cultureel Erfgoed overigens gekozen uit de ingezonden dossiers voor het niet-residentiële gebouw. Al in de eerste ronde was de uitgebreide jury erg onder de indruk van beide projecten.
Jan Bruggemans, die de Belgian Building Awards al meer dan tien jaar leidt, benadrukt dat de wedstrijd nog altijd dezelfde koers vaart. Dat betekent: Belgische kwaliteitsarchitectuur bevorderen, jonge talenten ontdekken en duurzame innoverende oplossingen bevorderen. “Onze aandacht gaat ook uit,” zegt hij, “naar de uitzonderlijke synergie (ongeacht de omvang van het bekroonde project) tussen bouwheer, architect en steeds vaker de uitvoerders van het project. Want het ontwerpen van een project dat aansluit bij de natuurlijke, historische of geografische context is één zaak. Het realiseren met de exacte naleving van de ontwerpen is een ander paar mouwen.”
Omvang en budget primeren niet in de selectie. Integendeel, de jury wil vooral intelligente, uitgekiende en duurzame projecten die een voorbeeld voor het hele bouwvakgebied zijn, in de kijker zetten. “Daarbij belonen we bij voorrang originele initiatieven die een innoverende oplossing voor een concreet probleem aanreiken,” aldus de voorzitter.
De jury weerlegt de stelling dat alles wat duur is ook elegant is, en geeft meer en meer de voorkeur aan zuinige oplossingen, zowel op het vlak van de gebruikte middelen als op het vlak van milieuvriendelijkheid.
De jury legt de lat ook steeds hoger. Resultaat: in de categorie residentieel gebouw haalde geen enkel project de eindstreep. “Sommige individuele woningen waren opmerkelijk, maar buitensporig duur of niet geschikt als voorbeeld,” verantwoordt Jan Bruggemans. “We wilden echt iets vernieuwends in vergelijking met de individuele projecten die tot nu werden beloond. De jury zoekt nu meer naar residentiële complexen die zuinig omspringen met de indivi- duele ruimtes en die een coherente materiaalkeuze hebben.”
En de winnaars zijn…
Van de zeventien geselecteerde projecten vallen er uiteindelijk vier in de prijzen: twee winnaars en twee genomineerden, allemaal in de categorie niet-residentieel gebouw. Het nieuwe hoofdkantoor van sierteeltbedrijf Floréac is de eerste winnaar in de categorie niet-residentieel gebouw. De jury looft de pretentieloze kwaliteit van het project. De uitbreiding van de residentie William Lennox is de tweede laureaat. De integratie met de bestaande gebouwen en de natuur, is uitzonderlijk doordacht, vindt de jury.
Het duurzame bedrijvencentrum De Basis, een ontwerp van Stramien, werd beloond met een nominatie. Duurzaam bouwen wordt de volgende jaren een belangrijk thema. Het Antwerpse provinciebestuur geeft hier met een volledig Belgisch product het goede voorbeeld. Ook de tandartspraktijk in het Waalse dorpje Rotheux, een ontwerp van AIUD- Gil Honoré, werd genomineerd. De jury waardeert hier de voorbeeldrol: in een kleine woonkern met een sterke historische context werd met intelligente materiaalkeuzes een hedendaagse, historisch verantwoorde vormgeving ontwikkeld.
De Prijs Cultureel Erfgoed is voor het Sint-Felixpakhuis in Antwerpen, een ontwerp van het architectenkantoor van Paul Robbrecht en Hilde Daem. De jury noemt het een schitterend voorbeeld van hergebruik van een waardevol patrimonium. De nominatie in deze categorie is opnieuw voor het bureau Stramien met het ambitieuze project van de Antwerpse Permekebibliotheek. Op de volgende pagina’s vindt u een gedetailleerde voorstelling van de winnende projecten.
Philippe Coulée
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier