GEBOREN COMMUNICATOR
Het was in Italië, na een avondje Puccini in de beroemde Scala van Milaan, dat John Cordier (56 j.) vorige week onverhoeds zijn “deus ex machina” op het telecom-toneel liet neerdalen. De oprichting van de Belgische netwerkoperator Starnet, een joint venture tussen France Télécom (75%) en Telinfo (25%), goed voor een bruto-investering van 1 miljard frank – alvast in de beginfase – en met uitzicht op 500 nieuwe jobs in een tijdsspanne van vijf jaar.
“De markt voor Internet en intranet wordt ons eerste actieterrein,” aldus een zelfverzekerde Telinfo-topman, al stak hij niet onder stoelen of banken dat vooral de convergentie tussen mobiele en vaste netwerken hem in bijzondere mate boeide.
“Ik heb een slecht karakter,” zo grijnsde hij. “We zijn voor de vernieuwing en ik wil aantonen dat we een dynamisch bedrijf zijn dat van aanpakken weet.” Niet alleen het World Wide Web, maar ook een aantal producten en diensten voor een draad- en naadloze data-overdracht tussen draagbare pc’s en het lokale bedrijfsnet zouden tot de kernactiviteit van Starnet behoren. En op termijn – wie weet? – zelfs spraaktelefonie over het Internet. “Dit laatste zal voor een omwenteling in de sector zorgen,” zo voegde Cordier eraan toe. En daarna fijntjes: “France Télécom is niet van plan hierin een middelgrote rol van betekenis te spelen.”
Kortom, een coup de théatre op een zorgvuldig uitgekiend tijdstip, zo leek het wel. In mei had Telinfo – samen met zijn onafscheidelijke metgezel, France Télécom – het contract voor de uitbouw van Wallonie-Intranet ( WIN) op een haar na gemist. De Waalse regering gaf met 24,9 punten op 1000 de voorkeur aan een consortium met Belgacom en de Nationale Portefeuille Maatschappij (van Albert Frère). Een antwoord daarop mocht niet uitblijven, zo vond de Dirv-pionier en gewezen radio-officier ter zee John Cordier. Hij ontvouwde zijn “plan B”.
En hoe embryonaal ook – navraag leerde bijvoorbeeld dat nauwelijks iemand uit de Telinfo-staf op de hoogte was van dit alternatieve scenario – het leek geen slechte strategische zet. Want sinds John Cordier zijn telecomgroep halverwege de jaren ’90 uit een diepe crisis wist los te wrikken en dankzij de 10% van Telinfo in Mobistar zicht kreeg op de gulle inkomsten van de tweede GSM-licentie in België, schoot de beurswaarde van zijn bedrijf pijlsnel de hoogte in: van 590 frank in september 1995 tot een slotkoers van 3655 vorige week.
Deze beurseuforie is niet geheel ten onrechte. Twee jaar geleden voorspelde de Londense zakenbank Kleinwort Benson Securities al dat Telinfo in 2002 een (bruto)dividend van Mobistar kon incasseren van 305 miljoen frank: dit is groter dan de totale jaarwinst van de Telinfo-groep in 1997 (!). Toch is er ook argwaan. Zo vroeg een Telinfo-aandeelhouder zich op de jongste algemene vergadering af of het aandeel vandaag niet overgewaardeerd is.
John Cordier – de “geboren communicator” die hij is – merkte prompt op dat er zich nog andere latente financiële meerwaarden in de balans bevinden, zoals de 30%-participatie van Telinfo in NetVision. En in één adem voegde hij eraan toe dat deze Internet-beveiligingsfirma begin volgend jaar naar de Easdaq zal trekken. Het feit dat Stijn Bijnens, de topman van NetVision zélf, iets minder belust leek op zo’n vlugge beursgang, deed blijkbaar niets ter zake.
Kapitaliseren op de gunstige Mobistar-conjunctuur, dit is één van de marsorders die John Cordier zich voor de komende jaren wil opleggen. En dat zijn vertrouwde telecomgroep Telinfo – een leverancier en installateur van netwerkapparatuur – zich hierbij steeds nadrukkelijker begint te profileren als een netwerkoperator, is een schizofrene situatie die hij er graag bijneemt. “Ik bespeur een groeiende synergie tussen beide,” zo vindt hij, wat weerspiegeld wordt in de omzetcijfers. De alliantie met Mobistar moet de telecomgroep in een tijdsspanne van vijf jaar meer dan 1 miljard frank aan opdrachten opleveren. Tegelijk treedt Telinfo ook op als leverancier voor de mobilofoonactiviteiten van France Télécom – de partner in Mobistar – in Slovakije en Polen.
“De mobilofoonmarkt is veel veiliger dan het klassieke draadverkeer. Morgen kan iedereen een telefoonnet ten dienste stellen van de bevolking. Maar het aantal frequenties in het GSM-gebeuren is beperkt. We zijn hier dus voor een stukje beschermd.” Zo omschreef John Cordier het concurrentieel voordeel van zijn Mobistar-belang in de zomer van 1996 (zie Trends, 22 augustus 1996). Hij stelde toen ook dat de activiteiten in draadloze telefonie voor Telinfo een springplank moeten zijn om de kennis in het mobiele data-gebeuren voor professioneel gebruik uit te breiden. Wellicht passen de opstartplannen van Starnet in dit strategische plaatje.
Critici zullen de Keerbergse Telinfo-topman eerder betitelen als de “flamand de service” voor de telefoonoperator France Télécom, die met mobilofoonlicenties in Frankrijk, België, Nederland (waarin Telinfo ook een optie van 5 à 10% heeft) en straks misschien Italië een pan-Europees netwerk ambieert. Dergelijke uitspraken zullen John Cordier worst wezen. Zijn zorg is veeleer om de erg vitale relatie met France Télécom in rotsharde samenwerkingsverbanden vast te beitelen.
De vraag blijft echter hoe de belegger de toekomstwaarde van de telecomgroep zal moeten inschatten. Beschouwt hij de groep als een netwerkinstallator of als een operator? John Cordier opperde ooit de idee om de participaties die Telinfo in diverse operatoren zou verwerven, onder te brengen in een holding en deze dan op de beurs te introduceren. Wellicht is de tijd gekomen om ook dit embryonale idee te verzilveren.
PIET DEPUYDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier