Freddy Heineken dronk liever whisky

Alain Mouton

“Bier vind ik helemaal niet zo lekker.” “Wintersport. Bah. Je moest skiën als jongen van een rijke familie. Ik vond er geen bal aan. Hockey. Ook zoiets. Bah.” Het zijn maar een paar van de vele citaten uit de recentste biografische schets van de in 2002 overleden brouwersgigant Alfred – Freddy – Heineken. Een definitieve biografie is het zeker niet, want het boek ‘ Geef mij maar een slappe whisky’ Freddy Heineken, een biografische schets, van ANP-journaliste Anne-Mieke Schutten is eigenlijk het resultaat van een urenlang gesprek met de topman van het bierconcern. Het interview werd een paar jaar voor zijn overlijden afgenomen.

Het boek is een combinatie van Heinekencitaten en een relaas van de manier waarop hij een al bij al lokale brouwer deed uitgroeien tot een wereldconcern. Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat Freddy Heineken het Amsterdamse bedrijf zou leiden. Zijn vader Pierre was in de loop van de jaren immers een groot deel van de familieaandelen kwijtgeraakt en zag zijn macht overgaan in handen van de aangestelde directie. Freddy wist in de jaren ’50 echter door middel van zijn eigen beleggingsmaatschappij HBBM het bedrijf op een handige manier terug te kopen.

Heineken haatte het woord marketing, maar slaagde er niettemin in dankzij een uitgekiende marketingstrategie het merk Heineken wereldberoemd te maken. De kleur, het lettertype van de naam op de flesjes, alles was weloverwogen. Heineken benadrukte ook dat hij een ‘bofnaam’ had. “Ik heb vaak gezegd dat wij ontzettend boffen met die naam, die Duits klinkt, maar niet Duits is.” En laat het net Duitsland zijn dat als bierland bekend staat.

Heineken besefte zeer snel dat wie Heineken drinkt en in het buitenland hetzelfde bier kan kopen, daar sneller een kroeg binnenstapt. Een van zijn favoriete stellingen was: “Een goede kroeg heeft Heineken.” Voor ons Vlamingen, die niet echt te vinden zijn voor dit fletse bier, komt het wat vreemd over, maar het merk heeft wereldwijd een zekere allure gekregen. De al gegoede Freddy Heineken werd er schatrijk door.

In het boek komt de man als een weinig stijlvolle figuur naar voor. Verschillende anekdotes vermelden dat hij anderen met plezier schoffeerde. Toen hij al de brouwerij Amstel had overgenomen, maakte hij er een gewoonte van kabaal te maken wanneer er ergens Amstel geserveerd werd. Dan riep Heineken: “Wanneer gaan we nu echt bier drinken?” De man gaf trouwens zelf de voorkeur aan whisky.

In het boek van Schutten wordt ook ingegaan op de ontvoering van Freddy Heineken en zijn chauffeur, in november 1983. Een zeldzaamheid, want zelf heeft de tycoon bijna altijd geweigerd om over die zwarte periode te spreken. Heineken en zijn chauffeur kwamen eind november 1983, na drie weken, vrij. Er was een losgeld van 35 miljoen gulden (16 miljoen euro) betaald, waarvan er 7 miljoen gulden nooit is teruggevonden. Over die ontvoering zegt Heineken dat het ergste was “dat hij al die dagen niets te lezen had gekregen”. Zonder echt diepgravend te zijn, geeft Schuttens boek, dankzij de oneliners die Heineken debiteert, een goed beeld van de man.

ANNE-MIEKE SCHUTTEN,

‘GEEF MIJ MAAR EEN SLAPPE WHISKY’ FREDDY HEINEKEN, EEN BIOGRAFISCHE SCHETS’,

ASPEKT, 2007, 108 BLZ.,

12,95 EURO

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content