For(d) better and For(d) worse

Minstens 2500 arbeidsplaatsen moeten verschuiven van Ford Genk naar de toeleveranciers. Eén week na de bekendmaking circuleren al drie namen: die van Lear Corporation, Kautex en Conix. Drie bedrijven met duidelijke links naar de grootste toeleveranciers ter wereld.

2500 tot 3000 jobs staan bij Ford in Genk op de helling. De maatregelen kaderen in een herstructurering die vooral de kosten moet drukken. Het is de vierde hakbijloperatie in de Belgische auto-assemblage: Renault Industries Belgique (RIB) doekte koudweg zijn vestiging in Vilvoorde op; Opel Belgium sleutelde aan de werkorganisatie en richtte een nieuwe vennootschap op om de kosten in te perken; Volkswagen voerde bij referendum een nieuw ploegensysteem in voor de fabriek in Vorst. Bij Ford wordt in de komende twee jaar twintig procent van de totale tewerkstelling uitbesteed aan toeleveranciers. Ford investeert wel 22 miljard frank in de uitbouw van de fabriek en het industriepark voor de ontwikkelingspartners. Van drie mogelijke nieuwe vaste toeleveranciers circuleert nu al de naam. “Er zijn nog geen concrete beslissingen genomen,” verzekert Ford-woordvoerder Huub Crauwels. De toeleveranciers willen geen commentaar kwijt over de contacten met Ford “om de onderhandelingen met de vakbonden niet te verstoren.”

Toch zijn er onbetwistbare gegadigden met een voet tussen de deur: Lear Corporation, indirecte Magna-dochter Conix en Kautex Textron zijn geen onbekenden voor Ford; de drie expansieve multinationale groepen dwalen al een tijdje rond de Ford-fabrieken in Genk en onderhouden onverholen banden met de Amerikaanse autoconstructeur. Sinds het afslankingsplan bij Ford Genk zich aftekende, shopt Lear Corporation naar gronden in de regio. Lear heeft overigens een vestiging in Houthalen dankzij de overname in maart dit jaar van AW Chapman. Bij Ford Genk levert die nu al zetelonderstellen voor de Mondeo en de Transit, daarnaast levert Lear België bij Ford in Duitsland en Engeland en aan verschillende toeleveranciers. Met een zeventigtal personeelsleden haalde Lear Houthalen vorig jaar – toen nog AW Chapman – een omzet van net geen 1,171 miljard frank.

Moederbedrijf Lear is volgens de rangschikking van het industrieblad Automotive News Europe naar omzet de zesde toeleverancier in de wereld. Fiat, Ford, General Motors, Chrysler, Volvo, Saab, Volkswagen en BMW staan op de klantenlijst van de Amerikaanse zetelmaker, producent van vloeren, akoestische systemen, deurpanelen en instrumentenborden. De Lear-groep, beursgenoteerd sinds 1994, slorpte in de voorbije jaren onder andere Automotive Industries, Masland Corporation, Borealis Industries, Dunlop Cox, Keiper Car Seating, ITT Automotive, Chapman en Plantel op. Lear heeft een marktkapitalisatie van 100 miljard frank – alleen Johnson Controls, marktwaarde 140 miljard, is een grotere, directe concurrent in de wereldwijde auto-interieurmarkt van bijna 1800 miljard frank. Lear zet trouwens de achtervolging in: vorige week legde het nog 9,3 miljard frank op tafel voor DelphiSeating, de zetelproducent van Delphi Automotive Systems, tot dan een onderdeel van General Motors. De omzet van de Lear-groep steeg in de voorbije tien jaar van 33 miljard frank naar 270 miljard frank; over de jongste vier jaar bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei 39%. In 1997 maakte het bedrijf 7,7 miljard frank winst, bijna 35% meer dan in 1996. Lear heeft zo’n 200 fabrieken in 28 landen en stelt ruim 60.000 mensen tewerk.

Voet tussen de deur

Het Canadese Magna International, de nummer tien in de wereld van toeleveranciers voor interne en externe automobielsystemen, manoeuvreerde zich begin 1996 bij de Genkse autoconstructeur binnen via het nieuw opgerichte Conix, dat nu al polyurethaanisolatie en bumpervulling voor Ford Genk produceert. In de komende twee jaar zou het bedrijf de volledige bumperproductie kunnen overnemen. Conix Genk, een bedrijf met 48 werknemers, werd opgericht als jongste telg van een joint venture tussen Ford Motor Company en de beursgenoteerde Magna-dochter Decoma. Conix was de vierde, zelfstandige dochter van de joint venture. Samen met de drie Amerikaanse zusters Nascott Industries, Polycon Industries en Tycos Tool draaide die in het voorbije fiscale jaar een omzet van 300 miljoen dollar – 11 miljard frank – dankzij toeleveringscontracten met Ford, Mitsubishi, General Motors en Nissan. Voorlopig draait Conix Genk een omzet van 389 miljoen frank, maar blijft het steken op een negatief bedrijfsresultaat en worstelt het met een hoge schuldgraad. Maar met de kapitaalkrachtige moeder achter zich en de nieuwe mogelijkheden bij Ford kan Conix naar een rooskleurige toekomst uitkijken.

Moeder Decoma ontwerpt en produceert bumpers en verwante componenten. Het bedrijf zag de omzet in de jongste negen maanden met 30% stijgen tot 11,4 miljard frank; de nettowinst groeide met 12% tot 548 miljoen frank. Decoma-moeder Magna is een beursgenoteerde Canadese groep met een omzet van bijna 180 miljard in 1997, onder meer dankzij een enorme stijging (26%) van de omzetten in Europese autotoelevering. Vorige zomer nog lekte uit dat Magna met enkele autoproducenten praat over de mogelijkheden om zélf auto’s te assembleren. De Magna-groep stelt 36.000 mensen tewerk in 128 fabrieken wereldwijd. Ze is naast Decoma ook eigenaar van onder andere de Ymos Automotive Group – ex- Cockerill Sambre – en meerderheidsaandeelhouder van verschillende Steyr-Daimler-Puch-toeleveringsbedrijven.

Ook Textron

bracht zijn kanonnen al een hele tijd geleden in stelling. Textron, 47ste toeleverancier in de wereld, nummer 149 van de Fortune 500-rangschikking en genoteerd op de New York Stock Exchange, is een multi-industrieel bedrijf met een omzet voor 1997 van 390 miljard frank, 688 miljard frank eigen vermogen en 65.000 werknemers in dienst. Eén vijfde van de omzet – 78 miljard frank – wordt gehaald in de autobranche met de in 1994 opgerichte koepel Textron Automotive Company (TAC), 30% bij helikopterproducent Bell Helicopter Textron en vliegtuigbouwer Cessna Aircraft Company, 29% in industriële toeleveringsbedrijven en 21% met financiële diensten. TAC stelt wereldwijd 14.000 mensen tewerk en heeft 51 productielijnen in dertien landen. In zijn portefeuille heeft Textrons automobielafdeling ontwerpers en producenten van instrumentenborden, brandstoftanks, interieur- en exterieurisolatie en functionele componenten en systemen, onder wie CWC Castings, McCord Winn Textron, Micromatic Textron en Randall Textron. Een lijstje dat nog zal aanzwellen, want Textron kondigde vorige maand nog aan dat het de verkoopopbrengst van zijn Avco Financial Services-afdeling (aan… Ford-spin off Associates First Capital, een transactie met een waarde van 144 miljard frank) wilde gebruiken voor een agressieve campagne om zich bij autotoeleveranciers op de Europese markt in te kopen en om op koopjesjacht te trekken in Azië. Dochter Kautex Textron, onderdeel van de overgekochte Duitse Kautex-groep met een Belgische poot in Tessenderlo, hoort sinds 1997 bij Textron. De groep is als wereldleider in de productie van brandstoftanks in kunststof goed voor een totale omzet van 18 miljard frank. De 165 personeelsleden van Kautex in Tessenderlo nemen daarvan 2,5 miljard frank voor hun rekening. Kautex Tessenderlo leverde al brandstoftanks voor de Mondeo en de Transit af op de Ford-band. Ook NedCar in Born, Volkswagen in Vorst, de assemblagelijn van Mercedes in het Ruhrgebied en Opel Rüsselsheim staan op de klantenlijst. Volgend jaar moet de uitbreiding van de bedrijfsruimte operationeel worden en de productie opgedreven worden naar 6000 brandstoftanks per dag. In Het Belang van Limburg liet directeur Leo Wens wel verstaan dat hij nefaste gevolgen op korte termijn vreest voor zijn bedrijf, nu Ford de lang verwachte herstructureringen plant. Maar de groep waaronder de producent uit Tessenderlo ressorteert, lijkt er beter van te worden. Het Nederlandse filiaal van moeder Textron is namelijk een grote kanshebber om de instrumentenpanelen voor de Genkse constructeur te assembleren vanuit de vestiging in het Nederlands-Limburgse Born.

Kopen al deze

multinationals zich in Genk een bruggenhoofd naar de Belgische markt? De plaatsjes zullen duur zijn, want de stoelen van de eerstelijnstoeleveranciers zijn bij de meeste assemblagelijnen al ingenomen. Ford Genk was het laatste bolwerk van horizontale integratie: het heeft een eigen perserij, zetelmakerij, bumperfabriek en vijst zijn eigen instrumentenborden in elkaar. Van de omliggende constructeurs produceert alleen Volkswagen in Vorst nog een van die onderdelen – het instrumentenbord – binnenshuis (zie grafiek: Wie levert wat?). Zegt woordvoerder Marc Croonen van VW Vorst: “We schreven een offerte uit en onze interne cockpitafdeling werkte het goedkoopst.” Andere plaatsjes zijn nu al vaak ingenomen door de grote internationale groepen, die leveren vanuit Belgische filialen of vanuit productie-eenheden die toebehoren aan dochters van de moederholding. De uitzonderingen – het Asseneedse familiebedrijf Eca bijvoorbeeld, dat zetels levert bij Volvo en dat via de Sicar-joint venture met Johnson Controls ook levert bij NedCar – dreigen onder druk te komen.

FRANK DEMETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content